Uploaded by Dr Mos

Фламандские народные сказки и легенды

advertisement
Нидерландский язык: Фламандские народные сказки и легенды
Vlaamse sprookjes
Geert van Istendael
Книгу адаптировал Сергей Павлик sergei.p@skynet.be
Метод чтения Ильи Франка
Hoe het koninkske het hoogst vloog
(Как королек выше всех летал)
In de tijd toen de vogels konden spreken (во время, когда птицы умели
разговаривать) maakten ze nog meer ruzie dan de mensen (ругались они еще
больше, чем люди; ruzie maken — устраивать скандал, ссору). Ze
kwetterden en krakeelden de godganse dag (они тараторили и ругались целый
Божий день; kwetteren — щебетать; болтать, тараторить). En zoudt ge
soms peinzen dat ze er ’s nachts mee ophielden (думал ли ты иногда, что они
по ночам умолкали: «и ты бы иногда думал, что они с этим по ночам
переставали»; ophouden — прекращать), nee, ze maakten liever ruzie in de
maneschijn (нет, они лучше ссорились под луной: «в лунном свете»). Er zijn
nachtvogels genoeg (ночных птиц /ведь/ хватает), of niet misschien (не так
ли: «или не может быть»)?
In de tijd toen de vogels konden spreken maakten ze nog meer ruzie dan de
mensen. Ze kwetterden en krakeelden de godganse dag. En zoudt ge soms
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
peinzen dat ze er ’s nachts mee ophielden, nee, ze maakten liever ruzie in de
maneschijn. Er zijn nachtvogels genoeg, of niet misschien?
Het was niet meer te doen (это становилось невыносимым), ge werdt er puur
doof van (ты просто глох от этого: «ты становился от этого чисто глухим»).
De viervoetige dieren wilden hun beklag maken (четвероногие звери хотели
пожаловаться: «хотели их жалобу сделать»). Maar bij wie (но кому: «при
ком»), ik vraag het u (я вас спрашиваю), bij wie moesten ze klagen (кому они
должны были жаловаться)? Die vogels (те птицы), dat floot maar (так и
заливались: «они заливались/пением/») en dat kraaide allemaal dooreen (и
все это галдело вперемешку; kraaien — петь; кричать), horendol zoudt ge
worden (ты пришел бы в ярость; horendol = hoorndol — сильно
возбужденный, яростный).
Het was niet meer te doen, ge werdt er puur doof van. De viervoetige dieren
wilden hun beklag maken. Maar bij wie, ik vraag het u, bij wie moesten ze
klagen? Die vogels, dat floot maar en dat kraaide allemaal dooreen, horendol
zoudt ge worden.
De vogels vonden het nu toch ook stillekesaan genoeg (птицам это тоже стало
постепенно надоедать: «птицы находили это теперь все-таки также
постепенно довольно»; stilletjesaan = stillekesaan = langzaamaan =
geleidelijk — постепенно). Ze besloten een koning te kiezen (они решили
выбрать короля), die moest dan maar een einde maken aan al die twisten (он
должен был тогда всем тем спорам положить конец). Een koning, die heeft
macht (король — тот имеет власть), die geeft bevelen (тот дает указы) en de
anderen moeten luisteren (и другие должны слушаться).
Maar hoe kies ge een koning (но как ты выбираешь короля)? Dat was niet zo
moeilijk (это было не так трудно). De vogel die het hoogst kon vliegen werd
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
koning (птица, которая выше всех сумела взлететь, становилась королем).
Wie anders (кто иначе = кто же еще)?
De vogels vonden het nu toch ook stillekesaan genoeg. Ze besloten een koning
te kiezen, die moest dan maar een einde maken aan al die twisten. Een koning,
die heeft macht, die geeft bevelen en de anderen moeten luisteren.
Maar hoe kies ge een koning? Dat was niet zo moeilijk. De vogel die het hoogst
kon vliegen werd koning. Wie anders?
Bij zonsopgang vlogen ze in een grote zwerm samen op het open veld (на
восходе солнца они слетелись в большую стаю на открытом поле). Een
lawaai dat dat gaf (ну и шуму же было: «шум, что это давало»)! Maar deze
keer was het een blij lawaai (но в этот раз это был радостный шум), vol
verwachting (полный ожидания). Voor één keer vlogen ze malkander niet in de
pluimen (единственный раз они не ругались: «для одного раза летели они
друг дружку не в перья»; malkander = elkaar — друг друга). Binnenkort zou
het gekibbel voorgoed achter de rug zijn (вскоре прекратилась бы перебранка
навсегда: «вскоре была бы перебранка навсегда за спиной»).
Bij zonsopgang vlogen ze in een grote zwerm samen op het open veld. Een
lawaai dat dat gaf! Maar deze keer was het een blij lawaai, vol verwachting.
Voor één keer vlogen ze malkander niet in de pluimen. Binnenkort zou het
gekibbel voorgoed achter de rug zijn.
De raven krasten boven alle vogelstemmen uit (вόроны каркали громче всех:
«над всеми птичьими голосами»; krassen — каркать). Alle vogels vlogen op
(все птицы взлетели; opvliegen — взлетать, вспархивать). Zo hadden ze het
afgesproken (так они договорились: «так имели они это договоренным»).
Het was of de nacht weer viel (было /так/ темно, будто снова наступила
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
ночь) al die vleugels verduisterden de zon (все те крылья затмили солнце).
Hoger en hoger gingen ze (выше и выше поднимались: «шли» они) en
gedurig aan (и постепенно) vielen er vogels af (отбивались от стаи птицы;
afvallen — падать; выпадать) grote en kleine dooreen (большие и
маленькие вперемешку). Ge kondt de zon weer een beetje zien (можно было
снова видеть солнце). Zelfs de leeuwerik geraakte buiten adem (даже
жаворонок выбился из сил: «даже жаворонок оказался без дыхания») en eer
dat beestje zwijgt (а прежде, чем та птичка замолкнет) moet het al vlak tegen
de zon vliegen (она должна быть почти у солнца: «почти до солнца
долететь»).
De raven krasten boven alle vogelstemmen uit. Alle vogels vlogen op. Zo
hadden ze het afgesproken. Het was of de nacht weer viel, al die vleugels
verduisterden de zon. Hoger en hoger gingen ze en gedurig aan vielen er vogels
af, grote en kleine dooreen. Ge kondt de zon weer een beetje zien. Zelfs de
leeuwerik geraakte buiten adem en eer dat beestje zwijgt, moet het al vlak tegen
de zon vliegen.
De arend bleef nog over op den duur (спустя некоторое время оставался еще
орел; overblijven — оставаться). Hij steeg en steeg in grote kringen (он
поднимался и поднимался большими кругами). Hij kneep zijn ogen nog
allengs niet toe tegen de felle zon (он еще даже не щурился от яркого солнца:
«он еще не сжимал своих глаз от яркого солнца»; toeknijpen —
зажимать,сжимать). De arend steeg en steeg tot zijn hoogtepunt (орел
поднимался и поднялся до своей высшей точки). Hoger kon hij niet (выше
он не мог). En waarom zou hij (а ему это было и незачем: «а почему бы
он»)? Beneden hoorde hij de vogels roepen: de arend is koning, de arend is
koning (внизу он слышал кричащих птиц: орел — король, орел — король)!
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
De arend bleef nog over op den duur. Hij steeg en steeg in grote kringen. Hij
kneep zijn ogen nog allengs niet toe tegen de felle zon. De arend steeg en steeg
tot zijn hoogtepunt. Hoger kon hij niet. En waarom zou hij? Beneden hoorde hij
de vogels roepen: de arend is koning, de arend is koning!
Maar wat was dat op de pluimen van zijn staart (но что это было на перьях его
хвоста)? Een heel, heel klein vogelke vloog op (маленькая, очень маленькая
птичка взлетела ввысь), veel hoger dan de arend vloog het (она взлетела
намного выше, чем орел) en het floot zo hard als het geven kon (и она
напевала так громко, как только могла: «могла дать»):
‘Koning ben ik, ben ik, ben ik! Koning ben ik (я король, я, я! я король).
Daar fladderde het koninkske (там порхал королек), een ferm stuk boven de
arend (намного выше орла: «порядочный кусок выше орла») en het klom
nog hoger, ja, het was nikske vermoeid (и она взбиралась еще выше, да, без
устали).
Maar wat was dat op de pluimen van zijn staart? Een heel, heel klein vogelke
vloog op, veel hoger dan de arend vloog het en het vloot zo hard als het geven
kon:
‘Koning ben ik, ben ik, ben ik! Koning ben ik!’
Daar fladderde het koninkske, een ferm stuk boven de arend en het klom nog
hoger, ja, het was nikske vermoeid.
En toen zweefde het naar beneden (а потом она спланировала вниз) en zonder
ophouden riep het met een ongelooflijk luide stem (не переставая кричать
невероятно громким голосом):
‘Koning ben ik, ben ik, ben ik! Koning ben ik!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
‘Gij zijt mij een schone koning (да какой же ты король)!’ riepen de vogels
(кричали птицы). Ze voelden zich bedrogen (они чувствовали себя
обманутыми).
‘Gij stinkaard met uw loense streken (ты вонючка, с твоими /грязными/
выходками), wat zoudt gij kracht hebben of rappe vleugels (откуда бы у тебя
взялись сила или быстрые крылья)! Ge ziet u nog niet vliegen (тебя даже не
видать в полете)’. En ze pikten met hun snavels naar het koninkske (и они
заклевали королька: «…с их клювами в королька»), het moest kapot (он
должен был погибнуть; kapot — погибший, мертвый).
En toen zweefde het naar beneden en zonder ophouden riep het met een
ongelooflijk luide stem:
‘Koning ben ik, ben ik, ben ik! Koning ben ik!’
‘Gij zijt mij een schone koning!’ riepen de vogels. Ze voelden zich bedrogen.
‘Gij stinkaard met uw loense streken, wat zoudt gij kracht hebben of rappe
vleugels! Ge ziet u nog niet vliegen’. En ze pikten met hun snavels naar het
koninkske, het moest kapot.
Maar het koninkske was hun te rap af (но королек оказался проворнее их).
Het vluchtte in een muizeholleke achter een haag (он залетел: «убежал» в
мышиную норку за живой изгородью).
Vandaar dat de koninkskes zo laag langs de grond scheren (вот от того
корольки и носятся так низко над землей). En ze bouwen hun nesten in holen
en gaten (и они строят свои гнезда в норах и отверстиях). Ze hebben schrik
van de vogels (они боятся птиц), maar ze blijven koning (но остаются
королем). Dat roepen ze winter en zomer (об этом они кричат зимой и
летом). Met een koninklijke stem (королевским голосом):
‘Koning ben ik, ben ik, ben ik! Koning ben ik!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
Maar het koninkske was hun te rap af. Het vluchtte in een muizeholleke achter
een haag.
Vandaar dat de koninkskes zo laag langs de grond scheren. En ze bouwen hun
nesten in holen en gaten. Ze hebben schrik van de vogels, maar ze blijven
koning. Dat roepen ze winter en zomer. Met een koninklijke stem:
‘Koning ben ik, ben ik, ben ik! Koning ben ik!’
Van de jongen die aan de duivel verkocht werd
(О юноше, который был продан дьяволу)
Er was eens een boer (жил-был крестьянин) die zo arm was (который был так
беден) dat hij zelfs zijn ezel moest verkopen (что ему даже пришлось продать
своего осла; moeten — долженствовать). Hij ging ermee op weg naar de
markt (он шел с ним по дороге на базар), maar lang was hij nog niet
vertrokken (но он еще только отправился) toen hem een heer aansprak (когда
к нему обратился один господин; iemand aanspreken — обратиться к комулибо; заговорить с кем-либо). Die heer legde een dikke beurs geld op de rug
van de ezel (тот господин положил на спину осла кошелек, полный денег;
leggen — класть, положить).
‘Is dat genoeg voor dat beestje (этого достаточно за этого зверька: beest —
зверь; домашняя скотина)?’ vroeg hij (спросил он).
Er was eens een boer die zo arm was dat hij zelfs zijn ezel moest verkopen. Hij
ging ermee op weg naar de markt, maar lang was hij nog niet vertrokken toen
hem een heer aansprak. Die heer legde een dikke beurs geld op de rug van de
ezel
‘Is dat genoeg voor dat beestje?’ vroeg hij.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
Meer dan genoeg was het (этого было более, чем достаточно), eigenlijk
schandalig veel (собственно говоря, скандально: «постыдно» много).
‘Ge moogt hem zelfs houden, uw ezel (вы можете его даже себе оставить,
вашего осла; mogen — иметь разрешение; желать), als ge hem goed
verzorgt in mijn plaats (если вы вместо меня за ним будете хорошо
ухаживать). Maar ik zou nog iets willen, iets kleins (но мне хотелось бы еще
чего-то, чего-то незначительного),’ zei de heer (сказал господин), ’ uw
eerste vrucht van volgend jaar (ваш первый плод следующего года). Over
eenentwintig jaar kom ik die halen (через двадцать один год я за ним приду:
«приду его забрать»)’.
Daar kon de boer niets kwaads in zien (ничего злого в этом крестьянин не
видел: «в этом смог крестьянин ничего злого увидеть»). Eenentwintig jaar is
lang (двадцать один год /длится/ долго).
Meer dan genoeg was het, eigenlijk schandalig veel.
‘Ge moogt hem zelfs houden, uw ezel, als ge hem goed verzorgt in mijn plaats.
Maar ik zou nog iets willen, iets kleins,’ zei de heer, ‘uw eerste vrucht van
volgend jaar. Over eenentwintig jaar kom ik die halen’.
Daar kon de boer niets kwaads in zien. Eenentwintig jaar is lang.
Sedert die dag ging het de boer voor de wind (с того дня крестьянину
улыбалась удача; voor de wind gaan = voorspoed hebben — иметь удачу).
Met nieuwjaar kreeg hij een zoon (на новый год у него родился сын). Eerst
toen hij zijn kleine in zijn wiegske zag liggen (только когда он увидел
лежавшего в качалке малыша), begreep hij dat het de duivel was geweest (он
понял, что то был дьявол) die hem geld geboden had (предложивший ему
деньги). Zijn kind was een kind van de duivel (его дитя был ребенком
дьявола).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
Sedert die dag ging het de boer voor de wind. Met nieuwjaar kreeg hij een zoon.
Eerst toen hij zijn kleine in zijn wiegske zag liggen, begreep hij dat het de duivel
was geweest die hem geld geboden had. Zijn kind was een kind van de duivel.
Hoe groter de jongen werd (чем взрослее становился юноша), hoe meer hij
zijn vader hoorde zuchten (тем чаще он слышал вздыхающего отца). En
telkens als hij zijn vader vroeg (и каждый раз, когда он своего отца
спрашивал) waarom hij altijd zo moest zuchten (почему тот все время
вздыхает), vluchtte die weg (тот убегал). Het duurde jaren (прошли годы) eer
de boer zijn verhaal loste (прежде, чем крестьянин излил свою душу), van de
ezel, het geld en de duivel (про осла, деньги и дьявола).
Hoe groter de jongen werd, hoe meer hij zijn vader hoorde zuchten. En telkens
als hij zijn vader vroeg waarom hij altijd zo moest zuchten, vluchtte die weg.
Het duurde jaren eer de boer zijn verhaal loste, van de ezel, het geld en de
duivel.
De jongen, die een goed verstand had (смышленный юноша) en die mocht
gaan studeren in de stad (которому было позволено /идти/учиться в городе),
zocht raad bij de geleerdste professoren (искал совета у /самых/ ученых
профессоров). De geleerdste van allemaal gaf hem een klein boek (самый
всеведущий из всех дал ему маленькую книгу).
‘Zolang ge in dat boekske hier leest (до тех пор, пока ты читаешь эту
книжку),’ zei hij (сказал он), ‘kan de duivel niets tegen u beginnen (дьяволу с
тобой не справиться: «дьявол не сможет ничего начать против тебя»). Maar
ge moet blijven lezen (но ты должен читать, не останавливаясь:
«продолжать читать»).’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
De jongen, die een goed verstand had en die mocht gaan studeren in de stad,
zocht raad bij de geleerdste professoren. De geleerdste van allemaal gaf hem een
klein boek.
‘Zolang ge in dat boekske hier leest’, zei hij, ’kan de duivel niets tegen u
beginnen. Maar ge moet blijven lezen’.
Op zijn eenentwintigste verjaardag (в день его двадцать первого дня
рождения), ’s morgens heel vroeg (ранним утром: «утром совершенно
рано»), nam zijn vader hem mee de hof in (отец взял /его/ с собой в сад). Een
heer stond hen op te wachten bij de stekelbessen (один господин стоял и
поджидал их у/кустов/ крыжовника).
‘Hier is hij (вот он)’, zei de boer tegen de duivel (сказал крестьянин дьяволу)
en hij schoof zijn zoon van zich af (и он отодвинул своего сына от себя;
afschuiven — отодвигать;удалять). Er was nog niet veel licht in de lucht
(было еще не так светло), maar de jongen las en las en las in zijn boekske (но
юноша читал, и читал, и читал в своей книжонке) alsof zijn leven ervan
afging (будто от этого зависела его жизнь; afhangen — зависеть,
находиться в зависимости). Nu, het hing er ook van af (сейчас она как раз
от этого и зависела).
Op zijn eenentwintigste verjaardag, ’s morgens heel vroeg, nam zijn vader hem
mee de hof in. Een heer stond hen op te wachten bij de stekelbessen.
‘Hier is hij’, zei de boer tegen de duivel en hij schoof zijn zoon van zich af. Er
was nog niet veel licht in de lucht, maar de jongen las en las en las in zijn
boekske alsof zijn leven ervan afging. Nu, het hing er ook van af.
Razend werd de duivel (дьявол взбесился: «бешеным стал»; razend —
бешеный,неистовый), hij was machteloos (он был бессилен), solferdamp
sloeg uit zijn oren (серный пар повалил: «ударил» из его ушей; damp — пар)
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
en met één slag slingerde hij de jongen driehonderd uren ver door de lucht (и он
одним махом забросил юношу /на расстояние/ трехсот часов по воздуху).
De jongen viel neer in het midden van een bos (юноша упал посреди леса;
neervallen — упасть вниз). Daar, vlak voor zijn voeten (там, прямо у его ног)
zag hij het hoofd van een vrouw (он увидел женскую голову). Ze was tot aan
haar hals in de grond begraven (она была по шею закопана в землю) en ze
riep (и она закричала; roepen — звать; кричать):
Razend werd de duivel, hij was machteloos, solferdamp sloeg uit zijn oren en
met één slag slingerde hij de jongen driehonderd uren ver door de lucht. De
jongen viel neer in het midden van een bos. Daar, vlak voor zijn voeten zag hij
het hoofd van een vrouw. Ze was tot aan haar hals in de grond begraven en ze
riep:
‘Smerige duivel, zijt ge weer daar (нечистый дьявол, это опять ты)? Komt ge
me weer een keer bespotten (ты опять пришел надо мной издеваться;
bespotten — насмехаться над кем-либо,чем-либо; издеваться)?’
‘Ik ben de duivel niet (я не дьявол)’, zei de jongen (сказал парень),’ en ik kom
u verlossen (и я пришел вас спасти)’.
‘Maar ik weet niet hoe (но я не знаю как)’, dacht hij erbij (подумал он при
этом).
‘Dat zult ge van uw leven niet kunnen (ни за что в жизни у тебя этого не
получится: «не сможешь»)’, zei de vrouw, ‘ge moet dan naar het kasteel achter
mij (для этого тебе нужно в замок, что позади меня)’.
‘Smerige duivel, zijt ge weer daar? Komt ge me weer een keer bespotten?’
‘Ik ben de duivel niet’, zei de jongen,’ en ik kom u verlossen’.
‘Maar ik weet niet hoe’, dacht hij erbij.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
‘Dat zult ge van uw leven niet kunnen’, zei de vrouw,’ge moet dan naar het
kasteel achter mij’.
Nu eerst keek de jongen op (только теперь юноша приподнял глаза; opkijken
— смотреть вверх). Ja, daar stond een groot, donker kasteel (да, там стоял
большой, мрачный замок).
‘In dat kasteel moet ge drie nachten doorbrengen (в том замке ты должен
провести три ночи). De eerste nacht moet ge drie kaarsen branden (в первую
ночь ты должен зажечь три свечи), de tweede nacht zes kaarsen (во вторую
ночь шесть свечей) en de derde nacht negen (и в третью ночь девять). Ge
moet blijven tot de kaarsen opgebrand zijn (тебе нужно /там/ оставаться, пока
свечи не сгорят). Maar pas op (но будь осторожен), in dat kasteel wonen
verschrikkelijke monsters (в том замке обитают ужасные чудовища)’.
Nu eerst keek de jongen op. Ja, daar stond een groot, donker kasteel.
‘In dat kasteel moet ge drie nachten doorbrengen. De eerste nacht moet ge drie
kaarsen branden, de tweede nacht zes kaarsen en de derde nacht negen. Ge moet
blijven tot de kaarsen opgebrand zijn. Maar pas op, in dat kasteel wonen
verschrikkelijke monsters.’
De jongen werd nu toch een beetje ongerust (теперь юноша все же /чуть/
забеспокоился). Maar hij ging (но он пошел). In de grootste zaal stond een
kandelaar met drie kaarsen (в самом большом зале стоял подсвечник с тремя
свечами). Hij wachtte tot de avond viel (он подождал, пока наступит:
«наступила» ночь), stak de kaarsen aan (зажег свечи; aansteken — зажигать,
поджигать) en begon te lezen in zijn boekske (и начал читать в своей
книжонке).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
De jongen werd nu toch een beetje ongerust. Maar hij ging. In de grootste zaal
stond een kandelaar met drie kaarsen. Hij wachtte tot de avond viel, stak de
kaarsen aan en begon te lezen in zijn boekske.
Uit alle hoeken kwamen monsters op hem af geslopen (изо всех углов к нему
подкрадывались: «подходили крадучись» чудища; afkomen — подходить;
направляться), uit de vloer (из-под пола) en uit de zoldering (с потолка) en
uit de schouw (из дымохода). Ze grepen naar hem en zijn boekske (они
хватали его и его книжку) met hun ruige poten (своими косматыми лапами)
en ze huilden en tierden (и они выли и вопили). De jongen verging van de
schrik (юноша помирал от страха) maar hij las in zijn boekske (но он читал в
своей книжке; lezen — читать), uren lang (часами: «в течение часов»; lang
— долгий), tot de kaarsen een voor een doofden (пока свечи одна за другой не
погасли; doven — тушить, гасить /без воды/). Geen haar op zijn hoofd was
gekrenkt (с его головы не упало ни волоска: «ни волоса не было задето на
его голове»; krenken — задевать; вредить). Hij ging terug naar de vrouw in
het bos (он вернулся назад к женщине в лесу). Ze stak al tot onder haar oksels
boven de grond uit (она выступала уже до /ее/ подмышек из земли: «над
землей»; uitsteken — выдаваться, выступать).
Uit alle hoeken kwamen monsters op hem af geslopen, uit de vloer en uit de
zoldering en uit de schouw. Ze grepen naar hem en zijn boekske met hun ruige
poten en ze huilden en tierden. De jongen verging van de schrik maar hij las in
zijn boekske, uren lang, tot de kaarsen een voor een doofden. Geen haar op zijn
hoofd was gekrenkt. Hij ging terug naar de vrouw in het bos. Ze stak al tot onder
haar oksels boven de grond uit.
De volgende avond ging de jongen weer naar de grote zaal in het kasteel
(следующим вечером юноша снова пошел в большой зал в замок). Daar
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
stond nu een kandelaar met zes kaarsen (теперь там стоял подсвечник с
шестью свечами). Weer ontstak hij de kaarsen (он снова зажег свечи;
ontsteken — зажигать;воспламеняться), weer begon hij te lezen (он начал
снова читать) en weer vlogen monsters en spoken rond zijn hoofd (и снова
летали чудища и привидения вокруг него: «вокруг его головы»). Ze sisten
en spuwden vuur (они шипели и извергали огонь) en ze stonken naar zwavel
en drek (и они воняли серой и навозом; spuwen — извергать;плевать) Maar
wie ze niet aanraakten was de jongen (но к юноше они не прикасались: «но к
кому они не прикасались /так/ это к юноше»). De zon was al op (солнце уже
взошло) toen de zesde kaars uitging (когда погасла шестая свеча). De vrouw
was nu tot aan haar knieën boven de grond uitgekomen (женщина выступила:
«вышла» теперь до колен из земли).
De volgende avond ging de jongen weer naar de grote zaal in het kasteel. Daar
stond nu een kandelaar met zes kaarsen. Weer ontstak hij de kaarsen, weer
begon hij te lezen en weer vlogen monsters en spoken rond zijn hoofd. Ze sisten
en spuwden vuur en ze stonken naar zwavel en drek. Maar wie ze niet
aanraakten was de jongen. De zon was al op toen de zesde kaars uitging. De
vrouw was nu tot aan haar knieën boven de grond uitgekomen.
’s Avonds ging de jongen voor de derde keer naar het kasteel (вечером юноша
в третий раз пошел в замок). Nu stond in de grote zaal een kandelaar met
negen kaarsen (теперь в большом зале стоял подсвечник с девятью
свечами). Hij ontstak ze alle negen (он зажег /их/ все девять) en nam zijn
boekske (и взял свою книжку). Een leger van monsters en gedrochten stortte
zich op hem (армия монстров и страшилищ обрушилась на него), ze krijsten
zijn oren doof (они оглушали его криком), de stank was ondraaglijk (вонь
была невыносимой), maar de jongen las en bleef lezen (но юноша читал, не
останавливаясь: «продолжал читать») en niks beet hem (и ничто его не
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
кусало), niks krabde hem (ничто его не царапало), niks raakte hem aan (ничто
к нему не прикасалось; aanraken — прикасаться, трогать). Toen doofde de
negende kaars, de allerlaatste (потом потухла девятая свеча, самая
последняя). De vrouw kwam hem tegengelopen (женщина бежала к нему
навстречу). Op haar voeten plakte nog bosgrond (ее ноги /ступни/ еще были
облеплены землей /с леса/). Ze kuste hem op zijn mond (она поцеловала /его/
в губы) en omhelsde hem (и обняла его).
’s Avonds ging de jongen voor de derde keer naar het kasteel. Nu stond in de
grote zaal een kandelaar met negen kaarsen. Hij ontstak ze alle negen en nam
zijn boekske. Een leger van monsters en gedrochten stortte zich op hem, ze
krijsten zijn oren doof, de stank was ondraaglijk, maar de jongen las en bleef
lezen en niks beet hem, niks krabde hem, niks raakte hem aan. Toen doofde de
negende kaars, de allerlaatste. De vrouw kwam hem tegengelopen. Op haar
voeten plakte nog bosgrond. Ze kuste hem op zijn mond en omhelsde hem.
‘Mijn naam is Beatrix (меня зовут Беатрис)’, zei ze (сказала она).’ Mijn vader
heeft mij verwenst (мой отец проклял меня) en begraven tot aan mijn hals (и
закопал по шею в землю) omdat ik niet wilde trouwen met een rijke tovenaar
(потому что я не хотела выйти замуж за богатого колдуна), ik denk dat het
de duivel zelf was (я думаю, что это был сам дьявол). En alleen een man die
drie nachten kon blijven lezen tussen de monsters (и только мужчина, который
три ночи смог /бы/ продолжать читать между чудовищами), zonder weg te
lopen (не убегая), tot alle kaarsen opgebrand waren (до того, пока бы не
сгорели все свечи), alleen die man kon mij bevrijden (только тот мужчина
смог бы меня освободить)’. In dat bos bleven ze niet (они не остались в том
лесу). Ze lieten het kasteel voor wat het was (они оставили замок таким,
каким он был) en trokken naar de stad waar Beatrix geboren was (и
отправились в город, где родилась Беатрис). Daar trouwden ze en ze leefden
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
in welstand (там они поженились и /они/ жили в достатке), want Beatrix was
van rijke afkomst (потому что Беатрис была из богатого рода:
«происхождения»).
‘Mijn naam is Beatrix’, zei ze.’ Mijn vader heeft mij verwenst en begraven tot
aan mijn hals omdat ik niet wilde trouwen met een rijke tovenaar, ik denk dat
het de duivel zelf was. En alleen een man die drie nachten kon blijven lezen
tussen de monsters, zonder weg te lopen, tot alle kaarsen opgebrand waren,
alleen die man kon mij bevrijden’. In dat bos bleven ze niet. Ze lieten het kasteel
voor wat het was en trokken naar de stad waar Beatrix geboren was. Daar
trouwden ze en ze leefden in welstand, want Beatrix was van rijke afkomst.
Maar na een tijd begon de jongen naar huis te verlangen (но через некоторое
время юноша затосковал: «начал тосковать» по дому). Hij wilde zijn ouders
weerzien (ему хотелось вновь увидеть своих родителей). Beatrix nam hem
mee naar de hof (Беатрис повела его с собой в сад). Ze spreidde haar
hoofddoek uit op de grond (она расстелила на земле свою косынку;
uitspreiden — расстилать; разбрасывать), liet haar man in het midden van
die doek zitten en zei (усадила ее мужа в середине /того/ платка и сказала):
‘Een dondervlaag zal u meepakken naar uw vader en uw moeder (грозовой
порыв /ветра/ унесет вас к вашему отцу и /вашей/ матери). Ik laat u gaarne
gaan op één voorwaarde (я отпускаю вас с удовольствием при одном
условии). Ge moogt onder geen beding thuis vertellen (вам нельзя ни при
каких условиях рассказывать дома) hoe ge uw vrouw gevonden hebt (как вы
нашли свою жену)’. Dat beloofde de jongen plechtig (юноша торжественно
это пообещал). De lucht werd zo grijs als lood (воздух сделался свинцовым:
«таким серым, как свинец»), er viel een donderslag en nog één en nog één
(ударил гром, и еще /раз/ и еще раз; donderslag — удар грома). De doek
vloog op in de wind (платок поднялся по ветру; opvliegen — взлетать вверх)
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
en voerde de jongen op de dondervlaag naar huis (и повез юношу на грозовом
порыве домой).
Maar na een tijd begon de jongen naar huis te verlangen. Hij wilde zijn ouders
weerzien. Beatrix nam hem mee naar de hof. Ze spreidde haar hoofddoek uit op
de grond, liet haar man in het midden van die doek zitten en zei:
‘Een dondervlaag zal u meepakken naar uw vader en uw moeder. Ik laat u
gaarne gaan op één voorwaarde. Ge moogt onder geen beding thuis vertellen
hoe ge uw vrouw gevonden hebt’. Dat beloofde de jongen plechtig. De lucht
werd zo grijs als lood, er viel een donderslag en nog één en nog één. De doek
vloog op in de wind en voerde de jongen op de dondervlaag naar huis.
Zijn ouders waren zot van blijdschap (его родители были без ума от радости)
dat ze hem weerzagen (что они вновь его увидели). In hun gedacht had de
duivel hun zoon doodgeslagen (в их воспоминании дьявол убил их сына) en
daar stond die zoon springlevend en gezond voor hun ogen (а там стоял /тот/
сын перед ними живой и невредимый). Hij was gelukkig getrouwd (он был
удачно женат), vertelde hij hun (он им рассказал), met de schone Beatrix (на
красивой Беатрис) en ze woonden in de grote stad (и они жили в большом
городе) en hadden geld en goed (и у них были деньги и имущество). Maar als
ze vroegen waar hij zijn vrouw gevonden had, zweeg hij (но когда они
спрашивали, где он нашел свою жену, он не отвечал: «молчал»).
Zijn ouders waren zot van blijdschap dat ze hem weerzagen. In hun gedacht had
de duivel hun zoon doodgeslagen en daar stond die zoon springlevend en gezond
voor hun ogen. Hij was gelukkig getrouwd, vertelde hij hun, met de schone
Beatrix en ze woonden in de grote stad en hadden geld en goed. Maar als ze
vroegen waar hij zijn vrouw gevonden had, zweeg hij.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
Zijn moeder moest en zou weten (его мать должна была и хотела бы знать),
waar hij die schone, rijke vrouw was gaan halen (где он встретил ту красивую,
богатую женщину; halen — доставать;встречать). Telkens als ze daarover
begon (всякий раз, когда она об этом начинала) deed hij alsof hij haar niet
hoorde (он делал /вид/ будто он ее не слышал) of hij moest rap zijn vader
gaan helpen in de stal (или = будто ему нужно было быстренько пойти
помочь его отцу в хлеву). Maar na een paar dagen (но через пару дней)
vertelde hij het haar uiteindelijk toch (он все же рассказал ей это/об этом),
alles, van het kasteel (все, про замок), van de kaarsen en de monsters (о свечах
и монстрах), van zijn boekske en Beatrix in de grond (о его книжечке и о
Беатрис в земле). Hij was nog niet uitverteld (он еще не закончил говорить =
не все рассказал) of zijn vrouw vloog voorbij (как мимо пролетела его жена)
en ze riep nog vanuit de lucht (и прокричала с воздуха):
‘Vaarwel! U zult me nooit meer zien (прощайте! вы меня больше никогда не
увидите)!’
Zijn moeder moest en zou weten waar hij die schone, rijke vrouw was gaan
halen. Telkens als ze daarover begon deed hij alsof hij haar niet hoorde of hij
moest rap zijn vader gaan helpen in de stal. Maar na een paar dagen vertelde hij
het haar uiteindelijk toch, alles, van het kasteel, van de kaarsen en de monsters,
van zijn boekske en Beatrix in de grond. Hij was nog niet uitverteld of zijn
vrouw vloog voorbij en ze riep nog vanuit de lucht:
‘Vaarwel! U zult me nooit meer zien!’
De jongen kon zichzelf wel slaan (юноша был готов /в состоянии/ себя
побить).
‘Nooit meer? Dat zullen we nog een keer zien (никогда больше? это мы еще:
«еще один раз» посмотрим)’, zei hij. Hij vulde zijn beurs met goudstukken (он
наполнил свой кошелек золотыми монетами) en ging op zoek naar zijn
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
vrouw (и отправился на поиски своей жены). Toen hij een eindeke op weg
was (когда он уже некоторое время был в пути), zag hij op een open plek in
het bos drie kerels vechten (он увидел на поляне: «на открытом месте» в лесу
трех дерущихся между собой парней: «увидел трех парней драться»).
Vechten, vechten! Ze hadden elkaar de kop ingeslagen (они поразбивали бы
друг другу головы) als hij niet geroepen had (если бы он не закричал): ‘Houd
op (прекратите)!’
‘Waarom vecht u (почему вы деретесь)?’
‘Voor dat paar laarzen en die mantel (за ту пару сапог и тот плащ). We zijn
drie broers, we hebben dat geërfd (мы три брата, мы получили это в
наследство)’.
‘En daarvoor zouden jullie elkaar vermoorden (и за это вы бы убили = готовы
убить друг друга). Dat is het toch ook niet waard (так это ведь того не
стоит)’.
De jongen kon zichzelf wel slaan.
‘Nooit meer? Dat zullen we nog een keer zien’, zei hij. Hij vulde zijn beurs met
goudstukken en ging op zoek naar zijn vrouw. Toen hij een eindeke op weg was,
zag hij op een open plek in het bos drie kerels vechten. Vechten, vechten! Ze
hadden elkaar de kop ingeslagen als hij niet geroepen had: ‘Houd op!’
‘Waarom vecht u?’
‘Voor dat paar laarzen en die mantel. We zijn drie broers, we hebben dat
geërfd’.
‘En daarvoor zouden jullie elkaar vermoorden. Dat is het toch ook niet waard’.
‘Ja maar, dat zijn geen gewone laarzen (да, но это не простые сапоги). Met
iedere stap brengen ze u driehonderd mijlen ver (с каждым шагом они
проносят вас на расстояние трехсот миль дальше = еще на триста миль). En
als ge die mantel over uw schouders hangt (и если вы набросите /себе/ на
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
плечи тот плащ), kunt ge u in gelijk welk beest veranderen (то сможете
превратиться в любого зверя)’.
‘Ik zal alles kopen, de laarzen en die mantel (я все куплю, сапоги и плащ)’.
De jongen opende zijn beurs met goudstukken (юноша открыл свой кошелек с
золотыми монетами).
‘Nee, nee!’ riepen de drie broers nu in koor,’dat willen wij niet (нет, нет!
закричали три брата теперь хором, мы не хотим этого).’ Wij verkopen geen
erfstukken (мы не продаем унаследованное)!’
‘Dan zal ik uw scheidsrechter moeten zijn (тогда я должен буду стать вашим
судьей)’, zei de jongen. Hij trok met zijn voet een streep in het zand (он
прочертил ногой полосу на песке).
‘Ja maar, dat zijn geen gewone laarzen. Met iedere stap brengen ze u
driehonderd mijlen ver. En als ge die mantel over uw schouders hangt, kunt ge u
in gelijk welk beest veranderen’.
‘Ik zal alles kopen, de laarzen en die mantel’.
De jongen opende zijn beurs met goudstukken.
‘Nee, nee!’ riepen de drie broers nu in koor,’dat willen wij niet. Wij verkopen
geen erfstukken!’
‘Dan zal ik uw scheidsrechter moeten zijn’, zei de jongen. Hij trok met zijn voet
een streep in het zand.
‘Ga achter die streep staan alledrie (пойдите втроем /и/ встаньте за той
чертой: «пойдите встать»). Ziet ge die eik daar, juist voor het bos begint
(видите вон тот дуб, как раз перед лесом: «/где/ лес начинается»; daar —
там)? Tot aan die eik moet ge lopen (до того дуба вам нужно добежать), zo
hard als ge geven kunt (как можно быстрее: «так сильно, как вы можете
дать»), en dan terug tot over de streep hier (а потом обратно до вот этой
черты: «до черты здесь»). Wie het eerst terug is (кто самым первым
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
вернется), mag het eerste kiezen (может выбирать первым). De tweede, die
krijgt wat er overschiet (второму достанется то, что останется: «остается»).
De derde krijgt niks (третий ничего не получит: «получает»)’.
‘Ga achter die streep staan alledrie. Ziet ge die eik daar, juist voor het bos
begint? Tot aan die eik moet ge lopen, zo hard als ge geven kunt, en dan terug
tot over de streep hier. Wie het eerst terug is, mag het eerste kiezen. De tweede,
die krijgt wat er overschiet. De derde krijgt niks’.
Dat was rechtvaardig gesproken, vonden de drie broers (три брата нашли это
справедливым: «это было справедливо сказано, нашли три брата»). Er was
toch niet genoeg voor alle drie (все равно на троих бы не хватило). Ze legden
de mantel en de laarzen bij de jongen achter de streep (они положили плащ и
сапоги за чертой возле юноши), hij klapte in zijn handen (он хлопнул в
/свои/ ладоши) en ze schoten vooruit, zo rap als ze geven konden (и они
понеслись вперед, так быстро, как только /они/ могли). De jongen zag hen
ginder ver rond de eik draaien (юноша увидел их там вдали,
поворачивающими вокруг дуба), in een wip trok hij de laarzen aan (в одно
мгновение он натянул сапоги), pakte de mantel onder zijn arm (подхватил
плащ под руку) en weg was hij, driehonderd mijl verder bij iedere stap (и
исчез: «и прочь он был», с каждым шагом на триста миль дальше).
Dat was rechtvaardig gesproken, vonden de drie broers. Er was toch niet genoeg
voor alle drie. Ze legden de mantel en de laarzen bij de jongen achter de streep,
hij klapte in zijn handen en ze schoten vooruit, zo rap als ze geven konden. De
jongen zag hen ginder ver rond de eik draaien, in een wip trok hij de laarzen aan,
pakte de mantel onder zijn arm en weg was hij, driehonderd mijl verder bij
iedere stap.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
Dagen en weken trok hij rond (он странствовал дни и недели; rondtrekken —
странствовать, скитаться), van noord naar zuid (с севера на юг), van oost
naar west (с востока на запад), duizenden mijlen deed hij (он прошел:
«сделал» тысячи миль). Hij kwam in een grote, drukke stad (он прибыл в
большой, многолюдный город). De mensen hadden hun huizen versierd en de
straten gekeerd (люди украсили свои: «их» дома и подмели улицы). Die dag
zou de prins trouwen met een voorname dame uit den vreemde (в тот день
принц должен был жениться на знатной чужестранке: «на благородной
даме с чужбины»). Beatrix was haar naam (ее звали Беатрис). Dadelijk zocht
de jongen het paleis (юноша тотчас разыскал дворец).
Dagen en weken trok hij rond, van noord naar zuid, van oost naar west,
duizenden mijlen deed hij. Hij kwam in een grote, drukke stad. De mensen
hadden hun huizen versierd en de straten gekeerd. Die dag zou de prins trouwen
met een voorname dame uit den vreemde. Beatrix was haar naam. Dadelijk
zocht de jongen het paleis.
Bij de poort sloeg hij de mantel om zijn schouders (у ворот он накинул плащ
на плечи; omslaan — накидывать;надевать), veranderde zich in een vlieg
(превратился в муху) en vloog naar binnen, op zoek naar de vertrekken van
Beatrix (и влетел во дворец: «внутрь», в поисках покоев Беатрис). Ze zat
voor haar spiegel haar haar te kammen (она сидела перед /ее/ зеркалом и
причесывала /свои/ волосы: «сидела причесывать»). De vlieg streek achter
haar neer op de leuning van haar stoel (муха приземлилась/села позади нее на
спинку /ее/ стула) en veranderde zich in een mens (и превратилась в
человека; neerstrijken — спускаться;садиться). Beatrix schrok op (Беатрис
вскочила от испуга; opschrikken — вскакивать в испуге).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
Bij de poort sloeg hij de mantel om zijn schouders, veranderde zich in een vlieg
en vloog naar binnen, op zoek naar de vertrekken van Beatrix. Ze zat voor haar
spiegel haar haar te kammen. De vlieg streek achter haar neer op de leuning van
haar stoel en veranderde zich in een mens. Beatrix schrok op.
‘Kom mee (пошли со мной) ’, zei de jongen.
‘Maar nee (да нет же), ik kan niet (я не могу), ik moet vandaag nog trouwen
met de prins (я должна сегодня выходить замуж за принца)‘.
‘Dat gaat niet, ik ben nog altijd uw man (это невозможно, я все еще ваш
муж)’.
Daar stond Beatrix nu (там стояла Беатрис теперь /в растерянности/). Ze wist
niet wie ze moest kiezen (она не знала, кого она должна была выбрать).
Ten einde raad riep ze de ministers van de prins bijeen in de troonzaal (чтобы
выйти из положения, она созвала министров принца в тронном зале;
bijeenroepen — созывать; собирать; ten eind raad zijn — зайти в тупик;
eind — конец; raad — совет).‘Heren, ik zit met een moeilijke vraag (господа,
я нахожусь в затруднении: «я сижу с трудным вопросом»). Ge zult mij
moeten helpen een antwoord te vinden (вы должны будете мне помочь найти
ответ).
‘Kom mee’, zei de jongen.
‘Maar nee, ik kan niet, ik moet vandaag nog trouwen met de prins’.
‘Dat gaat niet, ik ben nog altijd uw man’.
Daar stond Beatrix nu. Ze wist niet wie ze moest kiezen.
Ten einde raad riep ze de ministers van de prins bijeen in de troonzaal.
‘Heren, ik zit met een moeilijke vraag. Ge zult mij moeten helpen een antwoord
te vinden.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
3
Ge weet dat ik een grote kleerkast heb (вы знаете, что у меня есть большой
шкаф для одежды; kleren — одежда; kast — шкаф). Toen ik daar verleden
week een zijden hemdeke uit wilde halen (когда я на прошлой неделе из него
хотела достать шелковую рубашку), zag ik dat ik mijn sleutel kwijt was (я
увидела, что мой ключ потерялся: «был потерян»; kwijt — лишенный чеголибо). Ik heb overal gezocht (я повсюду искала), in de zaken van mijn jas (в
карманах моего пальто), onder de kast (под шкафом), overal in mijn
vertrekken (везде в моих покоях), nergens kon ik die sleutel vinden (нигде не
смогла я найти тот ключ). Had ik hem mislegd (положила /ли/ я его /где-то/
по ошибке) of had ik hem laten vallen (или я его обронила: «дала упасть»), ik
wist het niet (я не знала), hij was en hij bleef verloren (он так и не нашелся:
«он был и оставался пропавшим»). Ik heb dan maar een nieuwe sleutel laten
maken (я велела тогда изготовить новый ключ) bij de beste slotenmaker van
de stad (у лучшего замочного мастера города).
Ge weet dat ik een grote kleerkast heb. Toen ik daar verleden week een zijden
hemdeke uit wilde halen, zag ik dat ik mijn sleutel kwijt was. Ik heb overal
gezocht, in de zaken van mijn jas, onder de kast, overal in mijn vertrekken,
nergens kon ik die sleutel vinden. Had ik hem mislegd of had ik hem laten
vallen, ik wist het niet, hij was en hij bleef verloren. Ik heb dan maar een nieuwe
sleutel laten maken bij de beste slotenmaker van de stad.
Maar juist toen ik met mijn prachtige, nieuwe sleutel de kast open wilde doen
(но как раз, когда я моим прекрасным, новым ключом, хотела открыть
шкаф), kwam de kok aangelopen met de oude sleutel (прибежал: «прибыл
бегом» повар со старым ключом; aanlopen — прибегать). Hij had die
gevonden in zijn keuken (он нашел его в своей кухне). Nu is mijn vraag
(теперь мой вопрос): ’Welke sleutel verdient mijn voorkeur, de oude of de
nieuwe (какой ключ заслуживает мое предпочтение, старый или новый)?’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
4
Maar juist toen ik met mijn prachtige, nieuwe sleutel de kast open wilde doen,
kwam de kok aangelopen met de oude sleutel. Hij had die gevonden in zijn
keuken. Nu is mijn vraag:’Welke sleutel verdient mijn voorkeur, de oude of de
nieuwe?’
Daar moesten de ministers van de prins niet lang over nadenken (министрам
принца долго гадать не пришлось: «министрам принца не пришлось долго
думать над этим»). Eenparig beslisten ze (единодушно они решили):
‘De oude sleutel (старый ключ), die heeft u al zoveel diensten bewezen (он,
который уже столько раз сослужил вам службу), ja, zeker, de oude sleutel
(да, точно, старый ключ)’.
‘Wel, heren (так вот господа)’, zei Beatrix,’vandaag zou ik trouwen met uw
prins (сегодня я должна была бы выйти замуж за вашего принца). Er zal
geen bruiloft zijn (свадьбы не будет)’.
Daar moesten de ministers van de prins niet lang over nadenken. Eenparig
beslisten ze:
‘De oude sleutel, die heeft u al zoveel diensten bewezen, ja, zeker, de oude
sleutel’.
‘Wel, heren’, zei Beatrix,’vandaag zou ik trouwen met uw prins. Er zal geen
bruiloft zijn’.
Ze liet de jongen binnenkomen (она велела впустить юношу) en pakte zijn
hand vast (и взяла его/крепко/ за руку; vastpakken — крепко держать).
‘De prins is de nieuwe sleutel (принц — это новый ключ). Deze man is mijn
oude sleutel (этот мужчина — мой старый ключ). Met hem ben ik ooit
getrouwd in een andere stad (я была когда-то за ним замужем, в другом
городе). We leefden daar in welstand en geluk (мы жили там в достатке и
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
5
счастье), maar boze krachten hebben van zijn zwakheid misbruik gemaakt (но
злые силы воспользовались: «злоупотребили» его слабостью; misbruik
maken van iets — злоупотреблять) en hebben ons uiteengedreven (и
разлучили нас: «разогнали врозь»; uiteendrijven — разгонять). We hadden
elkaar verloren (мы потеряли друг друга), maar nu heeft hij mij teruggevonden
(но теперь он меня снова отыскал; terug — назад, обратно). Hij is mijn man,
met hem ga ik mee (он мой муж, я пойду с ним)’.
Ze liet de jongen binnenkomen en pakte zijn hand vast.
‘De prins is de nieuwe sleutel. Deze man is mijn oude sleutel. Met hem ben ik
ooit getrouwd in een andere stad. We leefden daar in welstand en geluk, maar
boze krachten hebben van zijn zwakheid misbruik gemaakt en hebben ons
uiteengedreven. We hadden elkaar verloren, maar nu heeft hij mij
teruggevonden. Hij is mijn man, met hem ga ik mee’.
De ministers waren ontsteld (министры были напуганы), maar ze moesten haar
gelijk geven (но им пришлось признать ее правоту; gelijk — равный; geven
— давать; iem. gelijk geven — признать чью-либо правоту). De prins was
razend en riep zijn soldaten (принц был вне себя и позвал своих солдат).
Maar die bleven als aan de grond genageld staan en zagen omhoog (но они
оставались стоять как вкопанные: «пригвожденные к земле», смотря вверх;
nagel — гвоздь). Want op een dondervlaag vlogen Beatrix en haar man terug
naar hun huis in de andere stad (потому что Беатрис и ее муж улетали назад
домой, в другой город, на порыве грозового ветра). En daar leefden ze
samen nog lang en gelukkig (и там они жили вместе еще долго и счастливо).
De ministers waren ontsteld, maar ze moesten haar gelijk geven. De prins was
razend en riep zijn soldaten. Maar die bleven als aan de grond genageld staan en
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
6
zagen omhoog. Want op een dondervlaag vlogen Beatrix en haar man terug naar
hun huis in de andere stad. En daar leefden ze samen nog lang en gelukkig.
Waarom de distelvink zo bontgekleurd is
(Почему щегол так пестро окрашен)
Het was in de tijd (это было во время) dat Onze-Lieve-Heer zijn schepping in
orde bracht (когда Господь: «наш любимый Бог» приводил в порядок свое
творение; Heer — господин; Господь; lief — дорогой, любимый). De vogels
moesten nu maar eens allemaal verschillende kleuren krijgen (все птицы
должны были теперь получить различную окраску; maar — но, же,
только; eens — один раз, как-то; allemaal — все), anders kon hij ze niet meer
uiteenhouden (иначе он не мог их больше друг от друга различить).
‘Papegaai!’ riep Onze-Lieve-Heer (попугай! позвал Господь).
Hij pakte hem in zijn nekvelleke (он взял его за шкирку; nek — шея;
затылок; vel — кожа, шкура), doopte zijn fijn penseel in de pot (окунул свою
тонкую кисть в банку) en begon: grasgroen, geel, hevig rood (и начал:
травянисто-зеленый, желтый, ярко-красный). De papegaai tettert nu nog
altijd over zijn felle kleuren (попугай даже еще сегодня тараторит о своей
яркой окраске; tetteren = schetteren — кричать;тараторить). Zijn stem is
ook fel, maar ver van schoon (его голос так же резок/пронзителен, но далек
от красивого).
Het was in de tijd dat Onze-Lieve-Heer zijn schepping in orde bracht. De vogels
moesten nu maar eens allemaal verschillende kleuren krijgen, anders kon hij ze
niet meer uiteenhouden.
‘Papegaai!’ riep Onze-Lieve-Heer.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
7
Hij pakte hem in zijn nekvelleke, doopte zijn fijn penseel in de pot en begon:
grasgroen, geel, hevig rood. De papegaai tettert nu nog altijd over zijn felle
kleuren. Zijn stem is ook fel, maar ver van schoon.
Dat de nachtegaal een schone stem heeft (о том, что у соловья красивый
голос), weten de poëten allang (поэты знают уже давно). Dat vogelke heeft
nochtans maar een klein lekske verf gekregen van Onze-Lieve-Heer (тем не
менее птичке досталась от Господа /лишь/ маленькая капелька краски), een
klein beetje grijs, wat bruin misschien (немножечко серого и, может быть,
немножко коричневого).
Dat de nachtegaal een schone stem heeft, weten de poëten allang. Dat vogelke
heeft nochtans maar een klein lekske verf gekregen van Onze-Lieve-Heer, een
klein beetje grijs, wat bruin misschien.
De pimpelmezen gaf hij een lichtblauwe kop (синицам-лазоревкам он дал
светло-голубую голову) en de koolmezen een zwarte (а обыкновенным
синицам — черную). Van zwart gesproken (говоря о черном), de kraaien
maakten zo’n ruzie met de raven op de rand van de pot zwartsel (ворóны так
ругались с вóронами на краю банки с черной краской) dat ze allebei er
invielen (что /они оба/в нее упали; invallen — упасть во что-то). Het is er
aan te zien tot op de dag van vandaag (по ним это заметно по сегодняшний
день). Onze-Lieve-Heer was bezig het kauwke zwart te maken (Господь
занимался тем, что окрашивал галку в черный). Hij kon het nog juist een
kwak grijs in zijn nek slaan (он едва успел ей: «ему» мазнуть шею серым)
voor het opvloog (как она/он взлетел/а).
‘Dan herkent ge uzelf tenminste (ты себя /теперь/ по крайней мере
распознаешь) tussen al die andere zwarte neven en nichten (между всеми теми
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
8
другими, черными племянниками/двоюродными братьями и
племянницами/двоюродными сестрами)!’
De pimpelmezen gaf hij een lichtblauwe kop en de koolmezen een zwarte. Van
zwart gesproken, de kraaien maakten zo’n ruzie met de raven op de rand van de
pot zwartsel dat ze allebei er invielen. Het is er aan te zien tot op de dag van
vandaag. Onze-Lieve-Heer was bezig het kauwke zwart te maken. Hij kon het
nog juist een kwak grijs in zijn nek slaan voor het opvloog.
‘Dan herkent ge uzelf tenminste tussen al die andere zwarte neven en nichten!’
Na uren en uren was het er eindelijk mee gedaan (спустя часы со всем /этим/
было наконец-то закончено). Alle vogels waren allang weggevlogen (все
птицы уже давно улетели) en Onze-Lieve-Heer begon zijn penselen te kuisen
(а Господь начал чистить свои кисточки). Hij was zo moe als een hond (он
был такой уставший, как собака). Maar wat was dat (но что это /было/)? De
distelvink kwam nog aangevlogen, buiten adem (прилетел еще и щегол, едва
дыша: «вне дыхания»; aanvliegen — подлетать; прилетать). En dat beestje
stond nog puur in de grondverf (и та птичка: «зверек» была еще окрашена
просто в грунтовую краску: «стояла еще в чистой грунтовой краске»)!
Na uren en uren was het er eindelijk mee gedaan. Alle vogels waren allang
weggevlogen en Onze-Lieve-Heer begon zijn penselen te kuisen. Hij was zo
moe als een hond. Maar wat was dat? De distelvink kwam nog aangevlogen,
buiten adem. En dat beestje stond nog puur in de grondverf!
‘Waar hebt gij heel de tijd gezeten (ты где все /это/ время пропадал:
«сидел»)?’ vroeg Onze-Lieve-Heer.’Ik werk hier het vel van mijn vingeren (я
здесь во всю работаю: «срабатываю кожу с моих пальцев») om alleman een
kleurke te geven (чтобы всех окрасить; kleurke — цвет /уменьшит.-ласкат.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
9
от kleur/) en nu komt gij nog af (а теперь еще ты примчался). Al mijn verf is
op (вся моя краска закончилась). Ge zult gij in uw grondverf moeten blijven
rondvliegen, distelvinkske (тебе так и придется носиться: «оставаться летать
кругами» в грунтовой краске, щеголчик)’
De distelvink begon te wenen als een plat kind (щегол заплакал: «начал
плакать», как дитя; een plat kind — ребенок, который еще не умеет стоять
и ходить; plat — плоский, ровный).
‘Toe, Onze-Lieve-Heer, ik was aan het spelen (будь добр, Господь, я /как раз
в это время/ играл: «был при игре»), ik had de tijd vergeten (я позабыл о
времени)’.
‘Waar hebt gij heel de tijd gezeten?’ vroeg Onze-Lieve-Heer.’Ik werk hier het
vel van mijn vingeren om alleman een kleurke te geven en nu komt gij nog af.
Al mijn verf is op. Ge zult gij in uw grondverf moeten blijven rondvliegen,
distelvinkske’.
De distelvink begon te wenen als een plat kind.
‘Toe, Onze-Lieve-Heer, ik was aan het spelen, ik had de tijd vergeten’.
Onze-Lieve-Heer kon dat vogelke niet zo horen janken (Господь не смог
устоять перед плачем птички: «не так слышать плакать»), het ging door zijn
hart (он /плач/ проникал до сердца: «проходил через его сердце»). Hij keek
eens diep in al zijn potten (он заглянул еще раз глубоко во все свои банки).
Ja, hier en daar zat er nog een druppel in een randeke (да, здесь и там по краю
/банки/ еще оставалась капля /краски/).
‘Kom hier, speelvogel (поди сюда, игруля)’, zei Onze-Lieve-Heer, ik zal een
keer iets proberen (я еще: «один раз» что-нибудь попробую)’.
Hij veegde een klutske hier op (он мазнул немного здесь; kluts — остаток,
небольшое количество), nog een druppel of drie daar (еще три капли там).
Wat rood rond de snavel (немного красного вокруг клюва) en zwart op de kop
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
0
(и черного на голове) en geel aan de vleugels (и желтого на крыльях), ook
nog wat bruin (также еще немного коричневого), alle kleuren waarvan nog
iets overschoot (всех цветов, которые еще оставались).
Onze-Lieve-Heer kon dat vogelke niet zo horen janken, het ging door zijn hart.
Hij keek eens diep in al zijn potten. Ja, hier en daar zat er nog een druppel in een
randeke.
‘Kom hier, speelvogel’, zei Onze-Lieve-Heer, ik zal een keer iets proberen’.
Hij veegde een klutske hier op, nog een druppel of drie daar. Wat rood rond de
snavel en zwart op de kop en geel aan de vleugels, ook nog wat bruin, alle
kleuren waarvan nog iets overschoot.
‘Ik kom niet toe (мне не хватает /краски/), distelvinkske, ik doe mijn best
(щеголчик, я стараюсь: «делаю мое наилучшее»), ik ben ook maar de
schepper (я ведь только и всего, /что/ создатель). Ge zult gij er altijd de
grondverf door blijven zien (грунтовая краска будет всегда
просматриваться), vooral een beetje op uw buik (прежде всего немного на
твоем животе). Hier, bezie u eens in de spiegel (вот, посмотри-ка на себя в
зеркало: «осмотри-ка себя в зеркале»)’.
‘Ik kom niet toe, distelvinkske, ik doe mijn best, ik ben ook maar de
schepper.Ge zult gij er altijd de grondverf door blijven zien, vooral een beetje op
uw buik. Hier, bezie u eens in de spiegel’.
De distelvink draaide zich rond voor de spiegel (щегол повернулся кругом
перед зеркалом). Blij dat hij was met al zijn verschillende kleurkes (а как он
был рад всем своим разным цветам)! Maar ik moet erbij zeggen (но я должен
при этом сказать), Onze-Lieve-Heer was zeker zo tevreden met zijn bont, pront
vogelke (Господь был, конечно же, столь доволен своей пестрой, быстрой
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
1
птичкой). En dat de distelvink er nijg content mee was (а что щегол этим был
очень доволен; nijg = heel = очень /флам./), dat kunt ge alle dagen horen
(можно слышать целыми днями). Luister maar een keer (послушай-ка разок)
hoe schoon dat hij tsjilpt en fluit (как он красиво щебечет и свистит).
De distelvink draaide zich rond voor de spiegel. Blij dat hij was met al zijn
verschillende kleurkes! Maar ik moet erbij zeggen, Onze-Lieve-Heer was zeker
zo tevreden met zijn bont, pront vogelke. En dat de distelvink er nijg content
mee was, dat kunt ge alle dagen horen. Luister maar een keer hoe schoon dat hij
tsjilpt en fluit.
Het rood kasteel
(Красный замок)
Lang geleden stond er tussen Brussel en Parijs een groot kasteel (давным давно
стоял между Брюсселем и Парижем большой замок). Het was van de kelder
tot de zolder gebouwd van rode baksteen (он был от подвала до чердака
построен из красного кирпича) en er woonde een ridder (и в нем жил
рыцарь); die liep altijd in het zwart gekleed (который постоянно ходил,
одетый в черное) en ook zijn haren waren zwart (и его волосы были тоже
черными). Hij woonde daar moederziel alleen (он проживал там совершенно
один). Of nee, in de keuken liep ook nog een meid rond, een oud mens (или
нет, на кухне кружилась еще и служанка, пожилая женщина: «старый
человек»). En vuil dat ze was, vuil (а какая она была грязная, грязная), de
mensen in het gebuurte (люди по соседству) noemden haar het zwart wijveke
van het rood kasteel (называли ее черной бабкой красного замка).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
2
Lang geleden stond er tussen Brussel en Parijs een groot kasteel. Het was van de
kelder tot de zolder gebouwd van rode baksteen en er woonde een ridder; die
liep altijd in het zwart gekleed en ook zijn haren waren zwart. Hij woonde daar
moederziel alleen. Of nee, in de keuken liep ook nog een meid rond, een oud
mens. En vuil dat ze was, vuil, de mensen in het gebuurte noemden haar het
zwart wijveke van het rood kasteel.
Er was veel gefluister in het gebuurte (соседи часто шушукались: «было
много шушуканья по соседству»), gefluister over al de bruiden van de zwarte
ridder (шушукались шушуканье по поводу всех невест черного рыцаря).
Veel bruiden waren al het kasteel binnengegaan (уже многие невесты вошли в
замок; binnengaan — входить), maar niemand had van zijn leven (но никто в
своей жизни), al was het maar één enkele keer (хотя бы один-единственный
раз), er een weer buiten zien komen (не видел их выходящими оттуда:
«наружу»).
Er was veel gefluister in het gebuurte, gefluister over al de bruiden van de
zwarte ridder. Veel bruiden waren al het kasteel binnengegaan, maar niemand
had van zijn leven, al was het maar één enkele keer, er een weer buiten zien
komen.
En toch won de ridder een nieuwe bruid (и снова у рыцаря появилась новая
невеста; winnen — iemand voor zich winnen — склонить кого-либо на свою
сторону). Het was een plezant, jong meiske (это была приятная, молодая
девушка), nog een kind feitelijk (по сути еще дитя: «в сущности еще
ребенок»; feitelijk — фактический, реальный). Thuis had ze altijd de vogelkes
te eten gegeven (дома она всегда /занималась тем, что/ кормила птичек). De
pimpelmezen zagen haar op haar paard wegrijden (/когда/ синицы увидели ее
уезжающей на ее лошади) en ze kwetterden (они прощебетали):
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
3
‘Daar gaat ze (смотрите: «там едет она»), ze rijdt recht naar haar dood (она
едет прямо на свою погибель: «смерть»)’.
En toch won de ridder een nieuwe bruid. Het was een plezant, jong meiske, nog
een kind feitelijk. Thuis had ze altijd de vogelkes te eten gegeven. De
pimpelmezen zagen haar op haar paard wegrijden en ze kwetterden:
‘Daar gaat ze, ze rijdt recht naar haar dood’.
Maar de zwarte ridder spoorde de paarden aan (но черный рыцарь погонял
лошадей; aansporen — пришпоривать, погонять). Hij en zijn bruid (он и его
невеста), ze lachten en zongen (они смеялись и пели) en ze draafden maar
voort (продолжая скакать рысью /и скакали рысью/ вперед; draven —
бежать рысью). Een mezeke was toch meegevlogen met het meiske (одна
синичка полетела все же вместе с девушкой) dat zo trouw zaad gestrooid had
(которая /раньше/ так щедро давала: «сыпала» семя). Het ging op haar
schouder zitten (она села ей на плечо) en begon droevig te fluiten (и печально
запела/засвистела):
‘Bruideke, wees toch niet zo blij (невестушка, не радуйся же так), want ge zijt
uw dood nabij (потому что твоя смерть близка).
De dodenrijder weet het wel (приносящий смерть наездник знает это; wel —
хорошо; пожалуй) en daarom rijdt hij nog zo snel (и потому он скачет столь
быстро: «еще так быстро»)’.
Maar de zwarte ridder spoorde de paarden aan. Hij en zijn bruid, ze lachten en
zongen en ze draafden maar voort. Een mezeke was toch meegevlogen met het
meiske dat zo trouw zaad gestrooid had. Het ging op haar schouder zitten en
begon droevig te fluiten:
‘Bruideke, wees toch niet zo blij, want ge zijt uw dood nabij.
De dodenrijder weet het wel en daarom rijdt hij nog zo snel’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
4
En het mezeke fladderde op (и синичка улетела), terug naar huis (назад
домой). De schrik pakte het meiske op haar hart (у девушки от страха сжалось
сердце: «страх схватил девушку за ее сердце»).
‘Mijn lieve man (мой любимый муж)’, vroeg ze (спросила она), ‘waar rijden
wij zo rap heen (куда мы так быстро скачем; waarheen — куда)?’
‘Naar mijn kasteel, schatlief (в мой замок, сокровище любимое; schat —
сокровище,богатство; lief — милый,любимый). Daar zult ge de meesteres
zijn over alles (ты станешь там владелицей всего) en ge zult alles hebben wat
ge maar wenst (и у тебя будет все, что ты только пожелаешь)’, antwoordde
hij (ответил он). Tegen de avond zagen ze het rood kasteel al liggen (к вечеру
они уже увидели красный замок: «увидели замок уже располагаться =
находящимся на месте»).
‘God, mijn hart klopt zo geweldig (Боже, мое сердце стучит так сильно)’, zei
het meiske.
‘Dat is het geluk, mijn lieve bruid (это от счастья: «это счастье», моя
любимая невеста)’, zei de zwarte ridder (проговорил черный рыцарь), ‘dat is
het geluk’.
En het mezeke fladderde op, terug naar huis. De schrik pakte het meiske op haar
hart.
‘Mijn lieve man’, vroeg ze, ‘waar rijden wij zo rap heen?’
‘Naar mijn kasteel, schatlief. Daar zult ge de meesteres zijn over alles en ge zult
alles hebben wat ge maar wenst’, antwoordde hij.
Tegen de avond zagen ze het rood kasteel al liggen.
‘God, mijn hart klopt zo geweldig’, zei het meiske.
‘Dat is het geluk, mijn lieve bruid’, zei de zwarte ridder, ‘dat is het geluk’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
5
De volgende morgen wilde het meiske al terug naar huis (на следующий день
девушка хотела уже назад домой).
‘Ge moet het hier zeker nog een beetje gewoon raken (тебе придется здесь,
конечно, еще немного привыкнуть; raken — прийти в какое-либо
состояние; gewoon — привычный, обычный)’, zei haar man. ’Weet ge wat
(знаешь что)? Ik ga nu drie dagen op reis (я сейчас уезжаю странствовать: «в
путешествие» на три дня). Hier hebt je alle sleutels van alle kamers (вот тебе
все ключи от всех комнат), dan kunt ge uw kasteel eens op uw gemak bekijken
(вы сможете на досуге осмотреть ваш замок; gemak — досуг; фламандцы
часто используют ‘u’ в значении ‘ты’, подчеркивая тем самым уважение
к собеседнику, любимому и т.д; при обращении к незнакомому человеку
это переводится ‘вы’). Alleen die gouden sleutel hier moogt ge niet proberen
(только вот этим золотым ключом тебе нельзя пользоваться). Die past op de
gouden deur (он подходит к золотой двери). Zo is er maar één (такая дверь
здесь только одна). Wie daar binnengaat, moet sterven (кто туда войдет,
должен умереть)’.
De volgende morgen wilde het meiske al terug naar huis.
‘Ge moet het hier zeker nog een beetje gewoon raken’, zei haar man. ’Weet ge
wat? Ik ga nu drie dagen op reis. Hier hebt je alle sleutels van alle kamers, dan
kunt ge uw kasteel eens op uw gemak bekijken. Alleen die gouden sleutel hier
moogt ge niet proberen. Die past op de gouden deur. Zo is er maar één. Wie daar
binnengaat, moet sterven’.
De zwarte ridder sprong op zijn paard (черный рыцарь вскочил на своего
коня) en reed de poort uit (и выехал за ворота; uitrijden — выезжать,
уезжать). Hij keerde zich nog eens om in het zadel (он обернулся еще раз в
седле) en wuifde vriendelijk naar zijn jonge vrouw (и помахал приветливо
своей молодой жене).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
6
De zwarte ridder sprong op zijn paard en reed de poort uit.
Hij keerde zich nog eens om in het zadel en wuifde vriendelijk naar zijn jonge
vrouw.
Die liep rond in heel het kasteel (она обошла полностью весь замок), van
kamer naar kamer (из комнаты в комнату), zaal in, zaal uit (из зала в зал:
«внутрь зала, наружу из зала»). Zoiets schoons had ze nog nooit gezien (такой
красоты она еще никогда не видела), al die meubelen (всю ту мебель), al die
schilderijen en zijden gordijnen (все те картины и шелковые гардины). Ze
was zo tevreden dat ze haar schrik vergat (она была так довольна, что
позабыла свой страх; vergeten — забывать). Ze was de meesteres van alle
rijkdom van het rood kasteel (она была хозяйкой всего богатства красного
замка). Alleen niet van de gouden deur (но только не золотой двери). De
eerste dag had ze geen tijd om er aandacht aan te schenken (в первый день у
нее не было времени, чтобы уделить этому внимание). De tweede dag stond
ze er zeker drie keer voor te treuzelen (на второй день она точно три раза
стояла перед дверью и медлила/мешкала = долго раздумывала). De derde
dag dacht ze (на третий день она подумала):
‘Nu of nooit (сейчас или никогда)’.
Die liep rond in heel het kasteel, van kamer naar kamer, zaal in, zaal uit. Zoiets
schoons had ze nog nooit gezien, al die meubelen, al die schilderijen en zijden
gordijnen. Ze was zo tevreden dat ze haar schrik vergat. Ze was de meesteres
van alle rijkdom van het rood kasteel. Alleen niet van de gouden deur. De eerste
dag had ze geen tijd om er aandacht aan te schenken. De tweede dag stond ze er
zeker drie keer voor te treuzelen. De derde dag dacht ze: ‘Nu of nooit’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
7
Ze stak de gouden sleutel in het gouden slot (она вставила золотой ключ в
золотой замóк). Voorzichtig duwde ze de deur open (осторожно толкнув, она
открыла дверь: «толкнула дверь открытой»). Was dat alles (и это все)? Ze
stond in een doodgewone keuken (она стояла в совершенно обыкновенной
кухне; dood — мертвый /зд. усиливает значение прилагательного/; gewoon
— привычный, простой) en die keuken was nog smerig ook (и та кухня была
к тому же и грязной). Aan een withouten tafel (за белым деревянным столом;
wit — белый; houten — деревянный) zat het zwart wijveke darmen te schrapen
(сидела черная бабка и скоблила кишки; schrapen — чистить;скоблить).
Ze stak de gouden sleutel in het gouden slot. Voorzichtig duwde ze de deur
open. Was dat alles? Ze stond in een doodgewone keuken en die keuken was
nog smerig ook. Aan een withouten tafel zat het zwart wijveke darmen te
schrapen.
‘Had ik het niet gedacht (а я тебя ведь ждала: «разве я это не думала»)?’ zei
het wijveke. ‘En ik ben nog maar juist de darmen van zijn voorlaatste bruid aan
het schrapen (а я вот как раз кишки его предпоследней невесты чищу)’.
‘Heeft hij die vermoord (он ее убил)?’ vroeg het meiske vol schrik (спросила
девушка в ужасе: «полная страха»).
‘Zoals hij u zal vermoorden als hij deze avond thuiskomt (и вас он тоже убьет,
когда он сегодня вечером вернется домой). Ge hebt de gouden deur open
gedaan (вы отворили золотую дверь: «открытой сделали») gelijk al de
anderen (так же, как и другие), ge moet nu dood (теперь вы должны
умереть)’.
‘Had ik het niet gedacht?’ zei het wijveke. ‘En ik ben nog maar juist de darmen
van zijn voorlaatste bruid aan het schrapen’.
‘Heeft hij die vermoord?’ vroeg het meiske vol schrik.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
8
‘Zoals hij u zal vermoorden als hij deze avond thuiskomt. Ge hebt de gouden
deur open gedaan gelijk al de anderen, ge moet nu dood’.
‘Maar is er dan niks aan te doen (и что же, ничего нельзя сделать)?’ vroeg het
meiske. Haar keel was toegeknepen (ей сдавило горло: «ее горло было
сдавленным»; toeknijpen — закрывать посредством сжатия).
‘Als ge rap genoeg zijt (если вы достаточно ловкая)’, antwoordde het zwart
wijveke. ’Hier, spring door het keukenvenster (вот, выпрыгивайте через
кухонное окно). Ziet ge die kar met vlas afkomen (видите ту телегу со льном,
что подъезжает)? Stop u algauw weg onder dat vlas (спрячьтесь быстро подо
льном) en maak dat ge wegkomt (и бегите: «сделайте /так/, чтобы вы ушли
прочь = сбежали»)’.
Geen seconde bleef het meiske staan (девушка не осталась стоять ни
секунды). Ze sprong en kroop diep weg op de bodem van de kar (она
выпрыгнула /из окна/ и заползла глубоко на дно телеги).
‘Maar is er dan niks aan te doen?’ vroeg het meiske. Haar keel was toegeknepen.
‘Als ge rap genoeg zijt’, antwoordde het zwart wijveke.’Hier, spring door het
keukenvenster. Ziet ge die kar met vlas afkomen? Stop u algauw weg onder dat
vlas en maak dat ge wegkomt’.
Geen seconde bleef het meiske staan. Ze sprong en kroop diep weg op de bodem
van de kar.
De voerman moest zijn vracht afleveren bij het paleis van de koning (извозчику
нужно было доставить свой груз ко дворцу короля). Stil als een muizeke
bleef het meiske liggen (девушка оставалась лежать тихо, как мышка), tot ze
voelde dat ze stilstonden (пока она не почувствовала, что они остановились).
Ze sprong op de grond (она спрыгнула на землю) en nog voordat de
poortwachters haar tegen konden houden (и еще до того, как привратники ее
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
3
9
смогли задержать; tegenhouden — останавливать, задерживать), stond ze
al in de troonzaal (она уже стояла в тронном зале), wierp zich voor de voeten
van de koning (бросилась под ноги королю) en vertelde haar hele historie (и
рассказала всю свою историю: «ее всю историю»).
De voerman moest zijn vracht afleveren bij het paleis van de koning. Stil als een
muizeke bleef het meiske liggen tot ze voelde dat ze stilstonden. Ze sprong op
de grond en nog voordat de poortwachters haar tegen konden houden, stond ze
al in de troonzaal, wierp zich voor de voeten van de koning en vertelde haar hele
historie.
De koning luisterde aandachtig (король внимательно слушал). Hij had al veel
kwade geruchten gehoord over de zwarte ridder (он уже слышал много злых
слухов о черном рыцаре). Maar nooit, nooit had iemand tegen de meester van
het rood kasteel willen getuigen (но никогда, никогда никто не хотел
свидетельствовать против хозяина красного замка). Dadelijk riep de koning
zijn raadsheren samen (тотчас созвал король своих советников). Het meiske
vertelde alles een tweede keer (девушка рассказала обо всем во второй раз).
De koning luisterde aandachtig. Hij had al veel kwade geruchten gehoord over
de zwarte ridder. Maar nooit, nooit had iemand tegen de meester van het rood
kasteel willen getuigen. Dadelijk riep de koning zijn raadsheren samen. Het
meiske vertelde alles een tweede keer.
Samen zonnen ze op een middel (они поразмышляли вместе над /тем/
средством; zinnen — думать; размышлять) om de zwarte ridder in de val te
lokken (чтобы заманить черного рыцаря в ловушку).
Die was intussen weergekeerd in zijn kasteel (между тем тот вернулся в свой
замок; weerkeren — вернуться /снова/ = terugkeren — вернуться /назад/).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
0
Zoekend en roepend liep hij door alle kamers, door alle zalen (ища и зовя, он
прошел через все комнаты = по всем комнатам, через все залы). Uiteindelijk
stond hij in de vuile keuken (наконец, он /уже/ стоял в грязной кухне).
Samen zonnen ze op een middel om de zwarte ridder in de val te lokken.
Die was intussen weergekeerd in zijn kasteel. Zoekend en roepend liep hij door
alle kamers, door alle zalen. Uiteindelijk stond hij in de vuile keuken.
‘Waar is mijn vrouw (где моя жена)?’ vroeg de zwarte ridder.
‘Uw vrouw? Die heb ik doodgestoken (ваша жена? я ее заколола). Ik had juist
de darmen van haar voorgangster proper gekregen (я только-только кишки ее
предшественницы почистила: «чистыми получила»). Zie, daar ligt haar haar
(/вон/ посмотри, там лежат ее волосы)’.
En ze wees naar een kluwen gesponnen vlas op de withouten keukentafel (и она
указала на моток спряженного льна /лежавшего/ на деревянном: «белого
дерева» кухонном столе; spinnen — прясть; ткать).
‘Waar is haar bloed (где ее кровь)?’ vroeg de zwarte ridder.
‘Dat staat in de badkuip (она стоит = находится в ванной; kuip — чан,
кадка)’.
Ze had juist een schaap geslacht (она как раз зарезала овцу).
‘Waar zijn haar beenderen (где ее кости)?’
‘Die heb ik door het keukenvenster gesmeten voor de hond (я выбросила те
через окно, для собаки). Heeft dat beestje feest gevierd (зверек хорошо
повеселился: «отпраздновал праздник»), het was schoon om te zien (любо
было посмотреть)’, zei het zwart wijveke.
‘Waar is mijn vrouw?’ vroeg de zwarte ridder.
‘Uw vrouw? Die heb ik doodgestoken. Ik had juist de darmen van haar
voorgangster proper gekregen. Zie, daar ligt haar haar’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
1
En ze wees naar een kluwen gesponnen vlas op de withouten keukentafel.
‘Waar is haar bloed?’ vroeg de zwarte ridder.
‘Dat staat in de badkuip’.
Ze had juist een schaap geslacht.
‘Waar zijn haar beenderen?’
‘Die heb ik door het keukenvenster gesmeten voor de hond. Heeft dat beestje
feest gevierd, het was schoon om te zien’, zei het zwart wijveke.
En feest was er ook in het paleis van de koning (во дворце короля тоже был
праздник). Die nodigde, zoals ieder jaar (он пригласил, /так же/, как и
каждый год), al de ridders van zijn land uit voor een groot beraad (всех
рыцарей своей страны на большой совет; uitnodigen — приглашать). Ook
de zwarte ridder kreeg een brief (черный рыцарь тоже получил
/приглашение/ письмо).
Uit alle hoeken van het koninkrijk kwamen de ridders af (рыцари съехались со
всех уголков королевства). De laatste die de grote raadszaal binnenkwam
(последним, кто вошел в большой зал совета) was de meester van het rood
kasteel (был хозяин черного замка). En na hem kwam het meiske (а после
него вошла девушка).
En feest was er ook in het paleis van de koning. Die nodigde, zoals ieder jaar, al
de ridders van zijn land uit voor een groot beraad. Ook de zwarte ridder kreeg
een brief.
Uit alle hoeken van het koninkrijk kwamen de ridders af. De laatste die de grote
raadszaal binnenkwam was de meester van het rood kasteel. En na hem kwam
het meiske.
De zwarte ridder werd bleek (черный рыцарь побледнел: «стал бледным»),
maar hij bleef stokstijf staan (но остался стоять недвижимо; stokstijf —
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
2
непреклонный,несгибаемый). Het meiske vertelde heel haar verhaal, de derde
keer nu (девушка рассказала всю свою историю, теперь в третий раз).
Niemand bezag hem (никто на него не смотрел), tot ze de woorden herhaalde
van het wijveke in de vuile keuken (до того, пока она не повторила слова
бабки /что та сказала/ в грязной кухне).
‘Dat is gelogen (это вранье)!’ riep de zwarte ridder (выкрикнул черный
рыцарь). Hij sprong naar de deur van de raadszaal (он бросился к двери зала
совета), maar de wachters van de koning hadden hem rap vast (но стражники
короля его быстро схватили). En hij moest alles bekennen (и ему пришлось
во всем признаться: «признать себя виновным»).
De zwarte ridder werd bleek, maar hij bleef stokstijf staan. Het meiske vertelde
heel haar verhaal, de derde keer nu. Niemand bezag hem, tot ze de woorden
herhaalde van het wijveke in de vuile keuken.
‘Dat is gelogen!’ riep de zwarte ridder. Hij sprong naar de deur van de raadszaal,
maar de wachters van de koning hadden hem rap vast. En hij moest alles
bekennen.
De volgende dag werd de zwarte ridder zijn hoofd afgeslagen (на следующий
день черному рыцарю отрубили голову: «ему была отрублена голова»).
Een week later vierde het hele land feest (неделю спустя вся страна
праздновала праздник), want de zoon van de koning trouwde met het meiske
(потому что сын короля сочетался браком с девушкой) dat ontsnapt was aan
de boze meester van het rood kasteel (которая сбежала от злого хозяина
красного замка).
De volgende dag werd de zwarte ridder zijn hoofd afgeslagen. Een week later
vierde het hele land feest, want de zoon van de koning trouwde met het meiske
dat ontsnapt was aan de boze meester van het rood kasteel.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
3
Van de koningszoon die in een zwijn betoverd was
(О королевском сыне, который был заколдован в свинью)
Er was eens een jonge koning (жил-был молодой король) die van kindsbeen af
verzorgd was door een trouwe kamenierster (за которым с детства ухаживала
преданная камеристка: «был обслуживаем преданной камеристкой»). Dat
mens was al oud (она: «та женщина» была уже старая), ze was niet meer zo
goed ter been (так хорошо ходить /как раньше/ она больше не могла; niet
goed ter been zijn — с трудом ходить: «не хорошо на ногах быть») en de
jonge koning vond dat ze hem maar in de weg liep (и молодой король
решил/считал, что она ему мешается: «мешалась» под ногами). Lang
twijfelde hij niet (он не сомневался/не колебался долго). Hij ontsloeg de
kamenierster (он уволил камеристку) ondanks haar ouderdom (несмотря на ее
/преклонный/ возраст), ondanks al die jaren dienst (несмотря на все те годы
/ее/ службы).
Er was eens een jonge koning die van kindsbeen af verzorgd was door een
trouwe kamenierster. Dat mens was al oud, ze was niet meer zo goed ter been en
de jonge koning vond dat ze hem maar in de weg liep. Lang twijfelde hij niet.
Hij ontsloeg de kamenierster ondanks haar ouderdom, ondanks al die jaren
dienst.
Ze mocht bidden en smeken (она могла молиться и умолять) en haar handen
wringen (и заламывать: «выкручивать» /свои/ руки) wat ze wou (/все/ что
она хотела = сколько хотела), ze stond op straat (но она оказалась на улице:
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
4
«она стояла на улице»). De keukenmeiden van het paleis mochten zelfs niet
meer spreken tegen haar (даже кухонным служанкам дворца не позволялось
с ней больше разговаривать).
‘Buiten is buiten (чему быть, того не миновать: «на улице, так на улице»)’,
zei de jonge koning (сказал молодой король). ‘Ze heeft zo lang voor mij
gezorgd (она так долго за мной присматривала/обо мне заботилась), ze zal
nu ook wel voor zichzelf kunnen zorgen (она сможет теперь также и за собой
присмотреть)’.
Ze mocht bidden en smeken en haar handen wringen wat ze wou, ze stond op
straat. De keukenmeiden van het paleis mochten zelfs niet meer spreken tegen
haar.
‘Buiten is buiten’, zei de jonge koning. ‘Ze heeft zo lang voor mij gezorgd, ze
zal nu ook wel voor zichzelf kunnen zorgen’.
Een leven van armoede begon voor de kamenierster (для камеристки
наступила бедная жизнь: «началась жизнь бедности»). Haar dochter zwoer
op het hoofd van haar moeder (ее дочь поклялась головой: «на голове» своей
матери; zweren — клясться) dat ze ooit, ooit wraak zou nemen (что она
когда-то, когда-то отомстит; wraak nemen — мстить; wraak — месть;
nemen — брать, взять). Gedreven door nood ging ze dienen bij een rijke
koopman (гонимая нуждой, она пошла служить к богатому торговцу: «при
богатом торговце»). Die dochter was schoon en verstandig (та дочь была
умницей и красавицей) en ze kon werken voor twee (и она умела работать за
двоих). Het duurde geen jaar of de zoon van de rijke koopman was
smoorverliefd op de meid (не прошло и года, как сын богатого торговца
очень сильно полюбил служанку). Nog geen jaar later waren ze getrouwd (не
прошло и года: «еще не год позже», /как/ они поженились) en weer een jaar
later kregen ze een dochterke (а еще годом позже у них родилась дочурка),
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
5
een bloem van een kind (ну просто цветочек/цветок). Het leven lachte hun toe
(жизнь улыбалась им /навстречу/).
Een leven van armoede begon voor de kamenierster. Haar dochter zwoer op het
hoofd van haar moeder dat ze ooit, ooit wraak zou nemen. Gedreven door nood
ging ze dienen bij een rijke koopman. Die dochter was schoon en verstandig en
ze kon werken voor twee. Het duurde geen jaar of de zoon van de rijke koopman
was smoorverliefd op de meid. Nog geen jaar later waren ze getrouwd en weer
een jaar later kregen ze een dochterke, een bloem van een kind. Het leven lachte
hun toe.
Ook de jonge koning was intussen getrouwd (между тем женился и молодой
король). Hij kreeg een zoon (у него родился сын). Heel het land vierde het
doopfeest mee (крестины праздновала вместе вся страна; doop — крещение;
feest — праздник); het was de dochter van de oude kamenierster niet ontgaan
(это не ускользнуло от глаз дочери старой камеристки). Haar dochterke
groeide op, de koningszoon groeide op (ее дочурка подрастала, подрастал и
королевский сын). Haar wraak was ze nog niet vergeten (о своей мести она
еще не забыла), neem dat van mij aan (поверь мне: «прими это от меня =
согласись со мной»; aannemen — соглашаться; предполагать).
Ook de jonge koning was intussen getrouwd. Hij kreeg een zoon. Heel het land
vierde het doopfeest mee; het was de dochter van de oude kamenierster niet
ontgaan. Haar dochterke groeide op, de koningszoon groeide op. Haar wraak
was ze nog niet vergeten, neem dat van mij aan.
Ze kende een heks (она знала одну ведьму), die in het bos woonde vlak buiten
de stadswal (жившую в лесу, как раз за городским валом). Daar trok ze naar
toe (туда она и направилась; trekken — тянуть/ся/, тащить/ся/; идти) om
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
6
een toverdrank te halen (за волшебным напитком: «чтобы взять волшебный
напиток»). Een oude vriendin van haar moeder (старая подруга ее матери)
mengde die drank heimelijk door de soep van de koningszoon (подмешала
украдкой тот напиток в суп королевскому сыну). Op slag veranderde die
jongen in een groot, dik zwijn (тотчас юноша превратился в большую,
толстую свинью).
Ze kende een heks, die in het bos woonde vlak buiten de stadswal. Daar trok ze
naar toe om een toverdrank te halen. Een oude vriendin van haar moeder
mengde die drank heimelijk door de soep van de koningszoon. Op slag
veranderde die jongen in een groot, dik zwijn.
De koning wist niet waar gekropen van miserie (король не знал, куда ему
деваться от горя: «король не знал, куда заползти от горя»), hij had maar één
kind (у него был только один сын). En in zijn paleis kon hij toch geen zwijnen
beginnen te kweken (не начинать же ему во дворце разводить свиней). Hij
liet voor zijn zoon die in een zwijn betoverd was (он повелел для своего сына,
превращенного в свинью) een schoon, groot kot timmeren (построить
большой, красивый хлев; timmeren — плотничать;строить из дерева),
helemaal vanachter in de hof van het paleis (в самом конце дворцового сада).
Hij stelde twee dienaren aan (он назначил двух слуг; aanstellen —
назначать;определять на должность) om het koninklijk zwijn te verzorgen,
dag en nacht (чтобы день и ночь ухаживать за королевской свиньей). Aan
niemand mochten ze vertellen (им не разрешалось никому рассказывать) wie
het zwijn werkelijk was (кем на самом деле была свинья). Ze zwegen dat ze
zweetten (они молчали до пота: «молчали так, что потели»). Losten ze één
woord, één enkel woordeke maar (если бы они обронили одно слово, только
одно-единственное словечко), dan werden ze dadelijk opgeknoopt (тогда их
бы немедленно повесили; opknopen — казнить через повешение).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
7
De koning wist niet waar gekropen van miserie, hij had maar een kind. En in
zijn paleis kon hij toch geen zwijnen beginnen te kweken. Hij liet voor zijn zoon
die in een zwijn betoverd was een schoon, groot kot timmeren, helemaal
vanachter in de hof van het paleis. Hij stelde twee dienaren aan om het
koninklijk zwijn te verzorgen, dag en nacht. Aan niemand mochten ze vertellen
wie het zwijn werkelijk was. Ze zwegen dat ze zweetten. Losten ze één woord,
één enkel woordeke maar, dan werden ze dadelijk opgeknoopt.
Nu lag achter die hof van het paleis een grote wei (за /тем/ дворцовым садом
лежал большой луг). Vol bloemen stond die wei (на нем росло много цветов:
«полным цветов стоял /тот/ луг»). Alle dagen kwam de dochter van de rijke
koopman daar (дочь богатого торговца приходила туда каждый день) een
armvol witte margrieten plukken (чтобы нарвать охапку белых маргариток;
arm — рука; vol — полный), er stonden er toch veel (там их было: «стояло»
много). En altijd stond achter de haag van de hof een jong zwijn naar haar te
kijken (и каждый раз за живой изгородью сада стояла, наблюдая за ней,
молодая свинья). Ze vond het een pront beestje (ей нравилось это опрятное
животное: «она находила свинью аккуратной скотинкой»), maar zodra ze
weer thuis kwam (но как только она возвращалась домой), was ze het zwijn
al vergeten (она о ней забывала: «про свинью она уже забывала»).
Nu lag achter die hof van het paleis een grote wei. Vol bloemen stond die wei.
Alle dagen kwam de dochter van de rijke koopman daar een armvol witte
margrieten plukken, er stonden er toch veel. En altijd stond achter de haag van
de hof een jong zwijn naar haar te kijken. Ze vond het een pront beestje, maar
zodra ze weer thuis kwam, was ze het zwijn al vergeten.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
8
Het zwijn geraakte in vuur en vlam voor het meiske dat margrieten plukte
(свинья была в восторге от девушки, собиравшей маргаритки; in vuur en
vlam raken — восторгаться, быть полным энтузиазма: «очутиться в огне
и пламени») en omdat het een betoverde mens was (а так как она была
заколдованным человеком), kon het nog altijd spreken (она все еще умела
разговаривать). Op een schone morgen zei het zwijn (в одно прекрасное утро
свинья сказала):
‘Schoon meiske, ik wil met u trouwen (красавица: «красивая девушка», я
хочу на вас жениться)’.
Verschoot dat kind, ja (девушка: «дитя» побледнела от страха; verschieten =
bleek van schrik worden — побледнеть). Ge kunt dat zo peinzen (вы только
подумайте), een zwijn dat spreekt (говорящая свинья) en dat u dan de eerste
keer ten huwelijk vraagt (и к тому же она еще делает вам предложение: «и в
первый же раз просит вас к супружеству»; huwelijk — супружество, брак;
vragen — спрашивать; просить; ten = te = tot — к).
Het zwijn geraakte in vuur en vlam voor het meiske dat margrieten plukte en
omdat het een betoverde mens was, kon het nog altijd spreken. Op een schone
morgen zei het zwijn:
‘Schoon meiske, ik wil met u trouwen’.
Verschoot dat kind, ja. Ge kunt dat zo peinzen, een zwijn dat spreekt en dat u
dan de eerste keer ten huwelijk vraagt.
‘Nee!’ riep ze, liet al haar bloemen vallen (нет! закричала она, уронила все
свои цветы) en liep wat ze geven kon, recht naar huis (и изо всех сил: «что
она могла дать» побежала прямо домой).
Daar stond het zwijn, de prins nu achter zijn haag (там стояла теперь свиньяпринц, за своей оградой), met een snuit lijk botermelk (с кислым рылом: «с
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
4
9
рылом, похожим на сыворотку»;botermelk = karnemelk — пахта). Hij
stuurde zijn dienaar om zijn vader (он отправил своего слугу за отцом).
‘Ik wil trouwen, vader (папа, я хочу жениться)’, zei de betoverde prins
(произнес заколдованный принц). ‘Trouwen!’ De koning sloeg zijn ogen ten
hemel (жениться! король поднял глаза к небу).’Met wie zoudt gij trouwen (на
ком ты /сможешь/ жениться)!?’
‘Met het meiske dat witte margrieten komt plukken in de wei (на девушке,
которая приходит рвать на лугу белые маргаритки) hier achter de paleistuin
(здесь, за дворцовым садом)’.
‘Nee!’ riep ze, liet al haar bloemen vallen en liep wat ze geven kon, recht naar
huis.
Daar stond het zwijn, de prins, nu achter zijn haag, met een snuit lijk botermelk.
Hij stuurde zijn dienaar om zijn vader.
‘Ik wil trouwen, vader’, zei de betoverde prins.
‘Trouwen!’ De koning sloeg zijn ogen ten hemel.’Met wie zoudt gij trouwen!?’
‘Met het meiske dat witte margrieten komt plukken in de wei hier achter de
paleistuin’.
De koning kon zijn arme, betoverde zoon niks weigeren (король ни в чем не
мог отказать своему бедному, заколдованному сыну). Hij gaf zijn knechten
bevel (он отдал своим слугам приказ) dat meiske met de witte margrieten te
zoeken (разыскать ту девушку, с белыми маргаритками). Lang moesten ze
niet zoeken (долго искать им не пришлось), de rijke koopman woonde vlak
naast het paleis (богатый торговец жил как раз неподалеку от дворца). Er
kwam een lakei aan zijn deur (к нему прибыл лакей: «к его дверям прибыл
лакей»), hij moest dringend bij de koning komen (он должен был срочно
прибыть к королю).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
0
De koning kon zijn arme, betoverde zoon niks weigeren. Hij gaf zijn knechten
bevel dat meiske met de witte margrieten te zoeken. Lang moesten ze niet
zoeken, de rijke koopman woonde vlak naast het paleis. Er kwam een lakei aan
zijn deur, hij moest dringend bij de koning komen.
Het spreekt vanzelf (само собой разумеется: «это говорит о себе самом») dat
zijn dochter hem alles allang in geuren en kleuren verteld had (что его дочь ему
уже давно все в цветах: «запахах» и красках рассказала).
‘Trouwen (выйти замуж)?’ zei de koopman tegen de koning (сказал торговец
королю). ‘Mijn schone dochter trouwen met dat zwijn van u (моей красивой
дочери выйти замуж за эту вашу свинью)? Geen sprake van (об этом не
может быть и речи), al zijt ge duizend keer koning (будь ты даже тысячу раз
король)!’
‘Het is geen zwijn, het is de prins (это не свинья, это принц)’, zei de koning
kwaad (сказал король зло сердито).
Het spreekt vanzelf dat zijn dochter hem alles allang in geuren en kleuren
verteld had.
‘Trouwen?’ zei de koopman tegen de koning. ‘Mijn schone dochter trouwen met
dat zwijn van u? Geen sprake van, al zijt ge duizend keer koning!’
‘Het is geen zwijn, het is de prins’, zei de koning kwaad.
‘Ja, dat zie ik, alle prinsen hebben zo’n krulstaartje (да, я вижу, у всех принцев
есть такой завитой хвостик; krul — локон, завиток; staart — хвост)’,
antwoordde de rijke koopman (ответил богатый торговец).
‘Zwijg!’ riep de koning rood van woede (молчи! — прокричал король,
красный от ярости). ‘Uw dochter zal trouwen met de prins (ваша дочь выйдет
замуж за принца). Dat is een bevel (это приказ)!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
1
‘Hang uw bevel in de boom en wacht tot er pruimen aan groeien (повесьте ваш
приказ на дерево и подождите, пока на нем вырастут сливы)’, zei de
koopman.
‘Ja, dat zie ik, alle prinsen hebben zo’n krulstaartje’, antwoordde de rijke
koopman.
‘Zwijg!’ riep de koning rood van woede. ‘Uw dochter zal trouwen met de prins.
Dat is een bevel!’
‘Hang uw bevel in de boom en wacht tot er pruimen aan groeien’, zei de
koopman.
‘Het moet (так оно и будет: «должно быть»)!’ tierde de koning (кричал
король). Hij zag purper nu (он выглядел теперь багровым). ‘Anders laat ik u
en uw vrouw en uw dochter in het gevang steken door een heel regiment
soldaten (иначе я повелю вас, вашу жену и дочь засадить: «воткнуть» в
тюрьму — с помощью целого полка солдат)!’
‘En dat allemaal voor een onnozel zwijn (и это все из-за /какой то/
придурошной свиньи)’. De rijke koopman kon er niet van over (для богатого
торговца это было уж слишком: «не мог этого поверх = через это
/перейти/»; over — через, поверх; указывает на превышение).
‘Prins!!!’ brulde de koning (принц!!! прокричал король). ‘En ik verbied al
mijn onderdanen (и я запрещаю всем моим подданным) nog een keer het
woord zwijn uit te spreken (еще хоть раз произносить слово свинья)!’
‘Het moet!’ tierde de koning. Hij zag purper nu. ‘Anders laat ik u en uw vrouw
en uw dochter in het gevang steken door een heel regiment soldaten!’
‘En dat allemaal voor een onnozel zwijn’. De rijke koopman kon er niet van
over.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
2
‘Prins!!!’ brulde de koning. ‘En ik verbied al mijn onderdanen nog een keer het
woord zwijn uit te spreken!’
Verslagen ging de rijke koopman naar huis (удрученный, богатый торговец
пошел домой). Zijn dochter werd ziek van wanhoop (его дочь заболела от
отчаяния). Ze smeet zich huilend op haar bed (она бросилась, плача, на
кровать). Maar haar moeder kwam stillekes bij haar zitten (но ее мать
тихонько подсела к ней). Ze had grote wroeging (ее мучила совесть: «имела
большие угрызения совести») omdat haar lief kind nu zo moest afzien
(потому что ее любимый ребенок теперь так должен был страдать) en ze
legde haar de hele geschiedenis uit (и она выложила ей всю историю;
uitleggen — объяснять;выкладывать).
Verslagen ging de rijke koopman naar huis. Zijn dochter werd ziek van
wanhoop. Ze smeet zich huilend op haar bed. Maar haar moeder kwam stillekes
bij haar zitten. Ze had grote wroeging omdat haar lief kind nu zo moest afzien en
ze legde haar de hele geschiedenis uit.
Vanonder de plooien van haar rok haalde ze een scherp mes boven (она достала
из-под складок своей юбки острый нож; bovenhalen — доставать из-под).
‘Dat hier (вот)’, zei de moeder tegen de dochter (сказала мать дочери), ‘dat
hier is een toverdolk (это волшебный кинжал; dolk — кинжал; toveren —
колдовать, ворожить). De heks die de prins in een zwijn heeft veranderd
(колдунья, превратившая принца в свинью), zegt dat ge daarmee het zwijn
dood moet steken (говорит, что ты должна им насмерть заколоть свинью),
vlak voordat uw huwelijk wordt ingezegend (как раз перед тем, когда ваш
брак будет благословляться)’.
Vanonder de plooien van haar rok haalde ze een scherp mes boven.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
3
‘Dat hier’, zei de moeder tegen de dochter, ‘dat hier is een toverdolk. De heks
die de prins in een zwijn heeft veranderd, zegt dat ge daarmee het zwijn dood
moet steken, vlak voordat uw huwelijk wordt ingezegend’.
En ja, na drie dagen verscheen de dochter (так и есть, через три дня явилась
дочь), schoner dan vroeger (красивее, чем прежде), in vol ornaat in het paleis
(в полном свадебном наряде: «в полном облачении» во дворец). De hele
stad was bevlagd (весь город был украшен: «обвешен» флагами; bevlaggen
— укреплять флаг на чем-либо, вывешивать флаги). Maar veel feestgedruis
was er niet (но большого праздничного шума не было; gedruis — гул, шум);
alle mensen wisten natuurlijk (все люди, конечно же, знали) dat de dochter
van de rijke koopman zou trouwen met...Ja, met (что дочь богатого торговца
выходила замуж: «должна была выйти замуж» за...да, за)...
En ja, na drie dagen verscheen de dochter, schoner dan vroeger, in vol ornaat in
het paleis. De hele stad was bevlagd. Maar veel feestgedruis was er niet; alle
mensen wisten natuurlijk dat de dochter van de rijke koopman zou trouwen
met...Ja, met...
Er werd nogal wat afgefezeld (народ, конечно же, шушукался: «тут
перешушукивались конечно же»; fezelen = vezelen — говорить шепотом).
Maar het woord zwijn kreeg ge niet te horen (но слово свинья ты /бы/ не
услышал).
De dochter van de koopman en het zwijn schreden door het schip van de kerk
(дочь торговца и свинья ступали через неф церкви). Alle klokken luidden
(звонили все колокола); de bruid kon zelfs glimlachen naar het beest aan haar
zij (невесте даже удавалось улыбаться зверю, что /шел/ рядом: «у ее бока»;
zij = zijde — сторона, бок).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
4
Er werd nogal wat afgefezeld. Maar het woord zwijn kreeg ge niet te horen.
De dochter van de koopman en het zwijn stapten door het schip van de kerk.
Alle klokken luidden; de bruid kon zelfs glimlachen naar het beest aan haar zij.
Ze stonden vanvoor (они стояли впереди). En juist toen de bisschop het
jawoord vroeg aan het zwijn (и как раз, когда епископ спросил согласия у
свиньи), greep de bruid zo rap als de weerlicht de toverdolk vanonder haar sleep
(невеста выхватила, быстро как молния, волшебный кинжал из-под своего
шлейфа) en keelde haar bruidegom in één trek (и перерезала одним махом: «в
одно движение» глотку ее жениху; kelen — перерезать глотку; keel —
глотка, гортань). Het bloed spoot op haar sluier (кровь брызнула на ее фату)
en liep van de altaartrappen (и потекла по ступеням алтаря). Soldaten grepen
haar vast (солдаты ее схватили; vastgrijpen — крепко схватывать). Maar ze
lieten haar weer los (но они снова ее отпустили). In de plas bloed stond een
schone, vriendelijke jonge kerel (в луже крови стоял красивый, приветливый
молодой парень).
‘Gij hebt mij verlost (ты спасла меня; verlossen — избавлять, спасать)’, zei
hij en hij kuste zijn bruid vurig op haar mond (сказал он и поцеловал горячо
свою невесту в губы: «в рот»). Ze trouwden terstond (они тотчас
поженились), kregen veel kinderen (нарожали: «получили» много детей) en
leefden nog lang en gelukkig (и жили еще долго и счастливо).
Ze stonden vanvoor. En juist toen de bisschop het jawoord vroeg aan het zwijn,
greep de bruid zo rap als de weerlicht de toverdolk vanonder haar sleep en
keelde haar bruidegom in één trek. Het bloed spoot op haar sluier en liep van de
altaartrappen. Soldaten grepen haar vast. Maar ze lieten haar weer los. In de plas
bloed stond een schone, vriendelijke jonge kerel.
‘Gij hebt mij verlost’, zei hij en hij kuste zijn bruid vurig op haar mond. Ze
trouwden terstond, kregen veel kinderen en leefden nog lang en gelukkig.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
5
Jan Pikkedang
(Ян Пиккедан)
Er waren eens een smid en een smidsvrouw (жили были кузнец и его жена) en
die woonden aan de rand van een groot bos (и они жили на опушке большого
леса). De vrouw was in verwachting (жена была в положении: «ожидании»;
verwachting — ожидание,надежда), ze kwam niet dikwijls haar huis uit (она
не часто выходила из дома), het was voor binnenkort (в скором времени /ей
нужно было рожать/; binnenkort — вскоре, на днях). Maar op een schone,
zachte dag (но в один тихий, погожий день) was ze dan toch naar het bos
getrokken, beukennootjes rapen (она все же пошла в лес — собирать буковые
орешки; beuk — бук; noot — орех). Ze had haar korf al halfvol (ее лукошко
было уже до половины), toen zag ze plotseling een beer afkomen (когда она
неожиданно увидела приближающегося медведя: «увидела неожиданно
медведя приближаться»).
‘Nu ben ik eraan (теперь мне конец = ik ben er geweest)’, dacht ze (подумала
она).
Er waren eens een smid en een smidsvrouw en die woonden aan de rand van een
groot bos. De vrouw was in verwachting, ze kwam niet dikwijls haar huis uit,
het was voor binnenkort. Maar op een schone, zachte dag was ze dan toch naar
het bos getrokken, beukennootjes rapen. Ze had haar korf al halfvol, toen zag ze
plotseling een beer afkomen.
‘Nu ben ik eraan’, dacht ze.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
6
Maar de beer sloeg niet naar haar met zijn scherpe klauwen, nee (но медведь не
ударил ее своими острыми когтями, нет), hij pakte haar zachtekes in zijn
voorpoten (он взял ее осторожно в свои передние лапы) en droeg haar naar
zijn hol (и отнес ее в свою берлогу). Daar zat ze nu (там она теперь и
сидела). Vluchten kon ze niet (убежать она не могла), elke keer als de beer
voortging (каждый раз, когда медведь уходил; voortgaan — идти прочь),
rolde hij een zware steen voor de uitgang (он подкатывал к выходу тяжелый
камень). Als hij weerkwam (когда он возвращался: «приходил снова»)
bracht hij altijd goed eten voor haar mee (он всегда приносил с собой для нее
хорошую еду), waar hij het kon halen wist ze niet (где он ее добывал: «мог ее
добыть», она не знала). Nee, ze had niks tekort, de smidsvrouw (нет, у нее ни
в чем не было недостатка, у жены кузнеца; tekort — недостача,нехватка).
Maar de beer sloeg niet naar haar met zijn scherpe klauwen, nee, hij pakte haar
zachtekes in zijn voorpoten en droeg haar naar zijn hol. Daar zat ze nu. Vluchten
kon ze niet, elke keer als de beer voortging, rolde hij een zware steen voor de
uitgang. Als hij weerkwam bracht hij altijd goed eten voor haar mee, waar hij
het kon halen wist ze niet. Nee, ze had niks tekort, de smidsvrouw.
Na enige dagen zette ze een ferme zoon op de wereld (через несколько дней
она родила: «поставила на свет» крепкого сына). Jan Pikkedang moest hij
heten (он должен был зваться Ян Пиккедан), het was een stevig bazeke (это
был крепкий парнишка: «хозяюшка»; baas — хозяин, глава дома), hij
groeide als de kolen (он рос, как капуста). En sterk (а сильный какой)! Denkt
u eens in (представьте-ка себе) — die vrouw zat toch al drie jaar vast in het hol
van die beer (та женщина сидела уже поди три года в медвежьей берлоге),
op zekere dag trekt de beer er weer op uit (однажды: «в один прекрасный
день» ушел: «вываливается» медведь снова из берлоги; optrekken —
поднимать; вытаскивать) en die dikke steen voor de uitgang (а тот
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
7
здоровый камень, перед выходом) is niet naar Janneke zijn goesting (Янеку
не нравится; iets naar zijn goesting zijn — нравиться;быть по вкусу /флам./),
hij wil buiten (ему хочется наружу), het bos bezien (на лес поглядеть), gaan
spelen (пойти поиграть).
Na enige dagen zette ze een ferme zoon op de wereld. Jan Pikkedang moest hij
heten, het was een stevig bazeke, hij groeide als de kolen. En sterk! Denkt u
eens in — die vrouw zat toch al drie jaar vast in het hol van die beer, op zekere
dag trekt de beer er weer op uit en die dikke steen voor de uitgang is niet naar
Janneke zijn goesting, hij wil buiten, het bos bezien, gaan spelen.
Hij geeft die steen daar een kwade trek (со злости он тот камень и толкает:
«дает сердитый рывок» ; trek — движение, рывок, усилие). Weg rolt de steen
(камень откатывается прочь), gelijk of het niks is (словно невесомый:
«словно он /для него/ ничто»; niks = niets — ничто). De smidsvrouw wacht
geen seconde (жена кузнеца не ждет ни секунды). Ze pakt haar Janneke onder
de arm (она хватает своего Янеке под руку) en ze vlucht zo rap ze kan het bos
uit (и как можно скорее убегает из леса), weg van de beer, terug naar haar
man (прочь от медведя, назад к своему мужу).
Hij geeft die steen daar een kwade trek. Weg rolt de steen, gelijk of het niks is.
De smidsvrouw wacht geen seconde. Ze pakt haar Janneke onder de arm en ze
vlucht zo rap ze kan het bos uit, weg van de beer, terug naar haar man.
De smid viel zijn vrouw om de hals (кузнец /крепко/ обнял свою жену:
«обхватил свою жену за шею»). Hij had er allang zijn gedacht van gemaakt
(он уже давно смирился с мыслью /о том/), zijn vrouw, die zag hij van zijn
leven niet meer terug (что свою жену — он ее в своей жизни никогда
больше не увидит). En nu stond ze daar weer voor hem (а теперь она вновь
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
8
стояла перед ним) en ze was niet alleen (и /она была/ не одна), bezie me die
kloeke jongen eens (погляди-ка на того дюжего парня; kloek — крепкий;
дюжий).
Het duurde niet lang (вскоре: «это длилось не долго») of Jan Pikkedang
werkte mee met zijn vader aan het aambeeld (/как/ Ян Пиккедан уже работал
вместе с его отцом у наковальни).
De smid viel zijn vrouw om de hals. Hij had er allang zijn gedacht van gemaakt,
zijn vrouw, die zag hij van zijn leven niet meer terug. En nu stond ze daar weer
voor hem en ze was niet alleen, bezie me die kloeke jongen eens.
Het duurde niet lang of Jan Pikkedang werkte mee met zijn vader aan het
aambeeld.
Dat manneke kon werken voor tien (мальчонка мог работать за десятерых),
die geraakte precies nooit moe (он-то никогда не уставал: «тот оказывался
никогда уставшим»; precies — точный; зд. как раз, именно). Jaren ging dat
zo (и так шли годы: «годы шло это так»). Jan Pikkedang werd altijd maar
groter en sterker (Ян Пиккедан становился все больше и крепче). Een reus,
een jonge reus (великан, молодой великан).
‘Vader’, zei hij op een morgen (отец, сказал он как-то утром), ‘ge moet mij
een stok smeden (ты должен /для меня/ мне отковать посох), ik wil de wijde
wereld intrekken (я хочу пойти /побродить/ по свету: «в большой мир»)’.
De smid had allang in het oog (кузнец уже давно замечал) dat hij zijn zoon
niet tegen zou kunnen houden (что ему его сына не удержать: «он не смог бы
остановить»). Hij toog aan het werk (он принялся за работу; tijgen —
начинать; приниматься /aan — за/).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
5
9
Dat manneke kon werken voor tien, die geraakte precies nooit moe. Jaren ging
dat zo. Jan Pikkedang werd altijd maar groter en sterker. Een reus, een jonge
reus.
‘Vader’, zei hij op een morgen, ‘ge moet mij een stok smeden, ik wil de wijde
wereld intrekken’.
De smid had allang in het oog dat hij zijn zoon niet tegen zou kunnen houden.
Hij toog aan het werk.
Jan Pikkedang bezag de stok die zijn vader gesmeed had eens goed van alle
kanten (Ян Пиккедан рассмотрел хорошенько со всех сторон посох,
выкованный его отцом; bezien — осматривать, рассматривать). Hij legde
hem over zijn knie en... krak (он положил его поверх колена и... хрусть)! Hij
brak die stok in twee stukken (он разломал /тот/ посох на двое) gelijk alsof het
spaanhout was (все равно что щепку). Zijn vader smeedde een tweede stok
(его отец выковал второй посох), veel dikker en veel zwaarder dan de eerste
(намного толще и намного тяжелее, чем первый). Jan Pikkedang wrong een
keer goed aan die stok (Ян Пиккедан скрутил хорошенько тот посох).
‘Zeg, vader, zie eens, die slaplabber plooit als papier (эй, отец, посмотри-ка,
этот сушняк гнется, как бумага; slap — слабый, вялый; labber — очень
слабый)’.
Jan Pikkedang bezag de stok die zijn vader gesmeed had eens goed van alle
kanten. Hij legde hem over zijn knie en... krak! Hij brak die stok in twee stukken
gelijk alsof het spaanhout was. Zijn vader smeedde een tweede stok, veel dikker
en veel zwaarder dan de eerste. Jan Pikkedang wrong een keer goed aan die
stok.
‘Zeg, vader, zie eens, die slaplabber plooit als papier’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
0
De smid pakte nu de stukken bijeen (кузнец сложил теперь куски вместе) en
smeedde van twee stokken één (и отковал из двух посохов один). Zoiets
zwaars had hij nog nooit in zijn smidse gehad (чего-то /подобного/ тяжелого
он еще никогда в своей кузне не имел). Hij kreeg die stok op eigen kracht
bijkans niet van zijn aambeeld geheven (ему едва удалось своими силами
поднять тот посох с наковальни). Zijn zoon slingerde hem door de lucht alsof
het een takske was (его сын подбрасывал его в воздух, будто прутик: «как
будто это была веточка»). En dan sloeg hij er een blauwe steen mee in tweeën
(а потом разбил им гранитный камень: «голубой камень» надвое;
blauwsteen = azuursteen — голубой гранит). De stok was nog zo recht als een
beuk (посох остался прямым, как бук).
De smid pakte nu de stukken bijeen en smeedde van twee stokken één. Zoiets
zwaars had hij nog nooit in zijn smidse gehad. Hij kreeg die stok op eigen kracht
bijkans niet van zijn aambeeld geheven. Zijn zoon slingerde hem door de lucht
alsof het een takske was. En dan sloeg hij er een blauwe steen mee in tweeën.
De stok was nog zo recht als een beuk.
‘Dat is mijn gerief, zie (вот это по мне: «мое орудие»),’ zei Jan Pikkedang. Hij
kuste zijn vader en zijn moeder ten afscheid (он поцеловал на прощание отца
и мать) en trok de wijde wereld in (и пошел по свету: «ступил в
далекий/широкий мир»). Hij was al een paar dagen aan het rondtrekken (он
был уже пару дней в пути: «в путешествовании»), toen hij een mandenmaker
tegenkwam (когда он повстречал корзинщика; mand — корзина), met zijn
waar op zijn rug (со своим товаром на спине).
‘Onder wat voor een toren loopt gij daar (ты что так нагрузился: «под какой
башней ты там шагаешь»)?’ lachte Jan Pikkedang (засмеялся Ян Пиккедан).
‘Zwijg, vriend, zwijg (помолчи друг, помолчи)’, zei de mandenmaker, ‘ge
kunt niet geloven wat een slechte tijd dat het is (ты не поверишь, какое это
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
1
трудное время). Ik krijg niks verkocht (мне не удается ничего продать). De
mensen hebben zelfs geen geld meer voor een simpele mand (у людей нет
больше денег даже на простую корзину)’.
‘Kom dan mee met mij (пошли тогда вместе со мной)’, zei Jan Pikkedang,
‘getweeën komt ge beter door de wereld als op uwen alleen (вдвоем оно лучше
идти по свету, чем в одиночку; getweeën = met zijn tweeën — вдвоем)’.
‘Dat is mijn gerief, zie,’ zei Jan Pikkedang. Hij kuste zijn vader en zijn moeder
ten afscheid en trok de wijde wereld in. Hij was al een paar dagen aan het
rondtrekken, toen hij een mandenmaker tegenkwam, met zijn waar op zijn rug.
‘Onder wat voor een toren loopt gij daar?’ lachte Jan Pikkedang.
‘Zwijg, vriend, zwijg’, zei de mandenmaker, ‘ge kunt niet geloven wat een
slechte tijd dat het is. Ik krijg niks verkocht. De mensen hebben zelfs geen geld
meer voor een simpele mand’.
‘Kom dan mee met mij’, zei Jan Pikkedang, ‘getweeën komt ge beter door de
wereld als op uwen alleen’.
Dat vond de mandenmaker ook (корзинщик согласился: «/по/считал так же»).
Ze trokken samen voort (вместе они пошли дальше). Een eindeke verder zagen
ze een zeeldraaier (немного погодя они повстречали /увидели веревщика;
zeel — лямка;бечевка; draaien — вращать, крутить).
‘Hoe staat het met de zaken (как обстоят дела)?’ vroeg Jan Pikkedang.
De zeeldraaier trok me nogal een gezicht (веревщик состроил гримасу).
‘Zwijg ervan en spreek er niet over (молчи /об этом/ и не говори об этом)’, zei
hij. ‘Slechte tijd, slechte tijd, dat heb ik nog nooit meegemaakt (плохое время,
такого со мной еще никогда не было; meemaken — испытывать;
переживать: «делать вместе»). De mensen kunnen zelfs geen koord meer
kopen (люди даже не в состоянии веревку купить) om zich op te hangen
(чтобы повеситься)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
2
‘Kom bij ons (присоединяйся к нам)’, stelde Jan Pikkedang voor (предложил
Ян Пиккедан), ‘we trekken gedrieën de wereld in (мы пойдем втроем по
свету), we zoeken het avontuur of het avontuur zoekt ons (мы поищем
приключение, или оно поищет нас)’.
Zo gezegd, zo gedaan (как сказано, так и сделано). Ze trokken onder hun
drieën verder (они пошли дальше втроем): de zeeldraaier, de mandenmaker en
Jan Pikkedang (веревщик, корзинщик и Ян Пиккедан).
Dat vond de mandenmaker ook. Ze trokken samen voort. Een eindeke verder
zagen ze een zeeldraaier.
‘Hoe staat het met de zaken?’ vroeg Jan Pikkedang.
De zeeldraaier trok me nogal een gezicht.
‘Zwijg ervan en spreek er niet over’, zei hij. ‘Slechte tijd, slechte tijd, dat heb ik
nog nooit meegemaakt. De mensen kunnen zelfs geen koord meer kopen om
zich op te hangen’.
‘Kom bij ons’, stelde Jan Pikkedang voor, ‘we trekken gedrieën de wereld in, we
zoeken het avontuur of het avontuur zoekt ons’.
Zo gezegd, zo gedaan. Ze trokken onder hun drieën verder: de zeeldraaier, de
mandenmaker en Jan Pikkedang.
Op een avond stonden ze voor een donker woud (как-то вечером они
остановились: «в один вечер они стояли» перед дремучим лесом). Jan wilde
er graag doortrekken (Ян хотел идти дальше /через лес/; graag — охотно, с
удовольствием), maar zijn twee kameraden durfden niet goed (но его двое
товарищей не осмеливались). Wat nu gezongen (ну что теперь: «что теперь
спели»). Ze smeten kruis of munt (они бросили орла или решку; kruis —
крест; munt — монета).
‘Kruis’, zei Jan, ‘we trekken erdoor, mannen (орел, сказал Ян, мужики, мы
идем через лес)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
3
Op een avond stonden ze voor een donker woud. Jan wilde er graag
doortrekken, maar zijn twee kameraden durfden niet goed. Wat nu gezongen. Ze
smeten kruis of munt.
‘Kruis’, zei Jan, ‘we trekken erdoor, mannen’.
Juist toen ze in het donkerste van het woud kwamen (как раз когда они
забрели в самую чащу леса), zagen ze tussen de bomen een kasteel (они
увидели между деревьев замок). Daar was iets mis mee (с ним было что-то
не то; mis — неправильный, нехороший), alle deuren stonden wijd open (все
двери стояли нараспашку: «широко открытыми») maar er was geen mens te
bespeuren (но в замке не было ни души: «невозможно было заметить
никакого = ни одного человека»; bespeuren — обнаружить, заметить). In
een kamerke vonden ze drie bedden, proper opgemaakt (в одной комнатке они
обнаружили три кровати, аккуратно прибранные).
‘Ge zoudt zeggen dat ze ons hier verwachten (я бы сказал, что нас здесь
ждали: «ты бы сказал, что они нас здесь ожидают»)’, zeiden ze tegeneen
(сказали они друг другу).
‘De huisbaas laat zich niet zien (хозяин дома не показывается: «не дает себя
увидеть»), we zullen hem morgenvroeg wel een goedendag zeggen (мы с ним,
пожалуй, завтра утром увидимся: «поздороваемся»)’. En het duurde niet
lang of ze lagen te ronken onder de dekens (вскоре: «это продлилось недолго
/как/» они уже лежали и храпели под одеялами; ronken — храпеть;
грохотать).
Juist toen ze in het donkerste van het woud kwamen, zagen ze tussen de bomen
een kasteel. Daar was iets mis mee, alle deuren stonden wijd open maar er was
geen mens te bespeuren. In een kamerke vonden ze drie bedden, proper
opgemaakt.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
4
‘Ge zoudt zeggen dat ze ons hier verwachten’, zeiden ze tegeneen.
‘De huisbaas laat zich niet zien, we zullen hem morgenvroeg wel een goedendag
zeggen’. En het duurde niet lang of ze lagen te ronken onder de dekens.
De volgende dag vonden ze niet de huisbaas (на следующий день они нашли
не хозяина дома) maar wel een grote, schoon ingerichte keuken (но /нашли/
большую, красиво обставленную кухню; wel — хорошо; усилительная
частица /утверждение/), al de schapraaien tot boven toe gevuld (/в которой/
все продовольственные шкафы были доверху наполнены; schapraai =
provisiekast — шкаф для продовольствия).
‘Als we hier nu een keer bleven wonen (если мы здесь немного: «один раз»
поживем: «останемся жить»)’, zei Jan Pikkedang. ‘Er is hier eten genoeg (еды
здесь в достатке; genoeg — достаточно) en als de kost mager wordt (а если
запас истощится: «станет скудным»; mager — худой, тощий; скудный) gaan
we op jacht (мы пойдем охотится: «на охоту»). Eén blijft er hier en kookt het
eten (один остается здесь и готовит еду), de andere twee schieten een mals
stukske wild (двое других идут за свежей дичью: «подстреливают свежий
кусочек дичи»; mals — сочный, мягкий).
De volgende dag vonden ze niet de huisbaas maar wel een grote, schoon
ingerichte keuken, al de schapraaien tot boven toe gevuld. ‘Als we hier nu een
keer bleven wonen’, zei Jan Pikkedang. ‘Er is hier eten genoeg en als de kost
mager wordt gaan we op jacht. Eén blijft er hier en kookt het eten, de andere
twee schieten een mals stukske wild.
Dat doen we op beurten (и так по очереди: «это делаем мы по очереди»).
Hebt ge die bel gezien naast de ingangspoort (видели тот колокольчик возле
входных ворот; ingang — вход; poort — ворота)? Als de tafel gedekt is
(когда стол накрыт), trek de man die in de keuken staat aan het belkoord (тот,
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
5
что /стоит/ на кухне, звонит: «тянет за шнур колокольчика»). Dan komen de
jagers eten (тогда охотники приходят кушать)’.
Dat was nu eens een goed gedacht, zie (это была хорошая идея/мысль:
«теперь как раз хорошая мысль»). Ze trokken strootje (они потянули
соломинку). De mandenmaker moest het eerst thuisblijven (корзинщику
пришлось первому оставаться дома; thuis — дома).
Dat doen we op beurten. Hebt ge die bel gezien naast de ingangspoort? Als de
tafel gedekt is, trek de man die in de keuken staat aan het belkoord. Dan komen
de jagers eten’.
Dat was nu eens een goed gedacht, zie. Ze trokken strootje. De mandenmaker
moest het eerst thuisblijven.
Jan Pikkedang en de zeeldraaier trokken met pijl en boog het woud in (Ян
Пиккедан и веревщик взяли лук со стрелами и пошли в лес: «пошли со
стрелой и луком в лес»). De mandenmaker zette een grote ketel op het vuur
(корзинщик поставил большой котел на огонь) en begon soep te koken (и
начал варить суп). Die rook goed, die soep (он хорошо пахнул, тот суп). De
zever liep van de mandenmaker zijn lip (у корзинщика текли слюнки: «слюна
стекала с губ корзинщика»). Hij moest nu toch een keer proeven van zijn
eigen brouwsel (ему все же надо было теперь попробовать свое собственное
варево). Hij pakte een pollepel en (он взял деревянную ложку и) ...
Toktoktok. Wat was dat (что это)? Toktoktok. Klopte daar iemand op de
keukendeur (там кто-то стучал в кухонную дверь)? De mandenmaker deed
open (корзинщик открыл). Daar stond een stokoud ventje met flaporen (там
стоял лопоухий старичок: «с большими ушами»; stokoud = heel oud —
очень старый; stok — палка; flap — шлепок, удар) en bibberen dat dat
manneke deed (а как тот старичок дрожал: «а дрожание, что тот старичок
делал»)!
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
6
Jan Pikkedang en de zeeldraaier trokken met pijl en boog het woud in. De
mandenmaker zette een grote ketel op het vuur en begon soep te koken. Die
rook goed, die soep. De zever liep van de mandenmaker zijn lip. Hij moest nu
toch een keer proeven van zijn eigen brouwsel. Hij pakte een pollepel en...
Toktoktok. Wat was dat? Toktoktok. Klopte daar iemand op de keukendeur? De
mandenmaker deed open. Daar stond een stokoud ventje met flaporen en
bibberen dat dat manneke deed!
‘Ach meneer (ах господин)’, zei het met een klein stemmeke (сказал старичок
тоненьким голоском; stem — голос), ‘uw eten ruikt zo goed (ваша еда так
хорошо пахнет). Hebt u misschien geen kommeke overschot voor een arme luis
als ik (у вас, может, осталась тарелочка супа: «не найдется тарелочки
остатка» для /такой/ бедной вши, как я; kom — миска,чаша; luis — вошь,
тля)?’
Het spreekt vanzelf dat de mandenmaker het ventje binnenliet (само собой
разумеется, что корзинщик впустил старичка; vent — парень, мужичок;
binnen — внутрь). Hij schepte een diepe teloor soep (он налил глубокую
тарелку супу; scheppen — черпать; teloor = bord — тарелка /диал./) en het
ventje ging bibberend zitten (и старичок, /весь/ дрожа, сел). Zijn handen
beefden zo ellendig (его руки так сильно /жалко/ дрожали; ellendig — нищий,
бедный, убогий) dat hij zijn lepel op de grond liet vallen (что он уронил /свою/
ложку на пол: «дал упасть»).
Ach meneer’, zei het met een klein stemmeke’,‘uw eten ruikt zo goed. Hebt u
misschien geen kommeke overschot voor een arme luis als ik?’
Het spreekt vanzelf dat de mandenmaker het ventje binnenliet. Hij schepte een
diepe teloor soep en het ventje ging bibberend zitten. Zijn handen beefden zo
ellendig dat hij zijn lepel op de grond liet vallen.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
7
‘Ach meneerke toch (ах господинчик же = послушайте же)’, vroeg het ventje
(спросил старичок), ‘zoudt ge als het u belieft mijn lepel niet willen oprapen
(не хотели бы вы поднять мою ложку; believen — хотеть;соизволить)?’
De mandenmaker had een goed hart (у корзинщика было доброе сердце). Hij
bukte zich (он наклонился). Hij had die lepel nog niet aangeraakt (он еще не
дотронулся до ложки) of het ventje sprong op zijn rug (как старичок
запрыгнул ему на спину) en gaf hem daar een rammeling (и так его
отдубасил: «дал ему там побои») dat zijn ribbenkast rammelde (что у него
трещала грудная клетка). Ge moogt me geloven (можешь мне поверить), niet
dat ventje, de mandenmaker bibberde deze keer (не старичок, а корзинщик
дрожал в этот раз).
‘Ach meneerke toch’, vroeg het ventje, ‘zoudt ge als het u belieft mijn lepel niet
willen oprapen?’
De mandenmaker had een goed hart. Hij bukte zich. Hij had die lepel nog niet
aangeraakt of het ventje sprong op zijn rug en gaf hem daar een rammeling dat
zijn ribbenkast rammelde. Ge moogt me geloven, niet dat ventje, de
mandenmaker bibberde deze keer.
Jan Pikkedang en de zeeldraaier liepen in het woud te scheuren van de honger
(Ян Пиккедан и веревщик ходили по лесу и помирали: «разрывались» от
голода). Ze hadden wel al wat patrijzen geschoten en een partij snippen (они,
правда, уже подстрелили немного куропаток и /партию/ бекасов), ze waren
al uren weg van het kasteel (уже прошли часы после того, как они ушли из
замка: : «они были уже часами прочь от замка»), maar wat ze niet hoorden
was die bel (но чего они не слышали, так это колокольчика: «был
колокольчик»).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
8
‘Is die mandenmaker misschien in slaap gevallen bij zijn potten (может,
корзинщик заснул у своих кастрюль)’, vroegen ze zich af (подумали они:
«задавались они вопросом»). Dat was niet meer uit te houden (терпеть
дальше было нельзя: «это было больше не вынести»), honger is honger
(голод есть голод), als het moest maakten ze vandaag zelf maar eten (если на
то пошло, они бы сегодня и сами бы сготовили: «если бы было нужно, они
бы и сами готовили сегодня еду»).
Ze vonden de mandenmaker (они обнаружили корзинщика), die lag te kermen
op de keukenvloer (лежавшим и стонущим: «который лежал стонать» на
кухонном полу).
Jan Pikkedang en de zeeldraaier liepen in het woud te scheuren van de honger.
Ze hadden wel al wat patrijzen geschoten en een partij snippen, ze waren al uren
weg van het kasteel, maar wat ze niet hoorden was die bel.
‘Is die mandenmaker misschien in slaap gevallen bij zijn potten’, vroegen ze
zich af. Dat was niet meer uit te houden, honger is honger, als het moest
maakten ze vandaag zelf maar eten.
Ze vonden de mandenmaker, die lag te kermen op de keukenvloer.
‘Oeioeioei!’ lamenteerde hij (ой, ой, ой! жаловался он; lamenteren =
jammeren — жаловаться), ’ik roerde in de soep (я помешивал суп) en ineens
begon ik daar te draaien (и внезапно /там/ закружился), de hele keuken draaide
(вся кухня кружилась). Ik moet in onmacht gevallen zijn (я, должно быть,
упал в обморок)’.
Wat was me dat voor een vreemde zaak (странное дельце: «что за странное
дело это мне было»).
‘Nog een geluk dat ge niet in het vuur zijt gevallen (еще хорошо: «еще
счастливый случай», что ты в огонь не упал; zijt = bent — /диал. флам./), ge
zoudt nog lelijk verbrand geweest zijn (ты бы еще скверно обгорел)’, zeiden
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
6
9
ze. Ze raapten hun vriend op (они подобрали своего друга) en verzorgden zijn
wonden (и позаботились о его ранах). Meer dan soep kwam er die dag niet op
tafel (в тот день, кроме супа, на столе больше ничего не стояло), maar
vooruit, die smaakte dan ook (ну да ладно: «ну вперед», тот был ведь
вкусным). De jachtbuit zouden ze morgen wel opeten (охотничьи трофеи они
съедят, пожалуй, завтра; jacht — охота; buit — добыча, трофей).
‘Oeioeioei!’ lamenteerde hij, ’ik roerde in de soep en ineens begon ik daar te
draaien, de hele keuken draaide. Ik moet in onmacht gevallen zijn’.
Wat was me dat voor een vreemde zaak.
‘Nog een geluk dat ge niet in het vuur zijt gevallen, ge zoudt nog lelijk verbrand
geweest zijn’, zeiden ze. Ze raapten hun vriend op en verzorgden zijn wonden.
Meer dan soep kwam er die dag niet op tafel, maar vooruit, die smaakte dan ook.
De jachtbuit zouden ze morgen wel opeten.
De volgende dag was het de beurt aan de zeeldraaier om eten te koken (на
следующий день была очередь веревщика готовить еду). Hij zette een ketel
soep op het vuur (он поставил котел с супом на огонь), want die van gisteren
was natuurlijk tot op de bodem leeggegeten (потому что вчерашний суп был,
конечно же, съеден до дна; leeg — пустой, порожний).
‘Ik zal niet in onmacht vallen (я не упаду в обморок)’, zei hij bij zichzelf
(сказал он про себя) en hij sneed zijn ajuinen fijn (и нарезал мелко лук).
De volgende dag was het de beurt aan de zeeldraaier om eten te koken. Hij zette
een ketel soep op het vuur, want die van gisteren was natuurlijk tot op de bodem
leeggegeten.
‘Ik zal niet in onmacht vallen’, zei hij bij zichzelf en hij sneed zijn ajuinen fijn.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
0
De soep begon te koken (суп начал кипеть), het ging van toktoktok op de
keukendeur (в кухонную дверь застучало: тук-тук-тук), een bibberend ventje
met grote oren vroeg bibberend een kommeke soep (трясущийся старичок с
большими ушами попросил, дрожа, тарелочку супа), het liet van het danig
bibberen zijn lepel vallen (из-за сильной: «необычной» дрожи он уронил
свою ложку; danig — необычный), de zeeldraaier wilde die lepel oprapen
(веревщик хотел поднять ложку) en hij kreeg van dat ventje een pandoering
dat hij de vier hoeken van zijn keuken zag (и получил от старичка такую
взбучку, что ему пришлось искать пятый угол: «что он увидел четыре угла
кухни»). In de hersenen van de zeeldraaier reed nog maar één gedacht rond (в
мозгах у веревщика кружилась еще только одна мысль): ‘Dat was dus de
onmacht van die smerige mandenmaker (так вот, значит, какой обморок был
у брехливого корзинщика; dus — значит, следовательно, таким образом)!’
De soep begon te koken, het ging van toktoktok op de keukendeur, een
bibberend ventje met grote oren vroeg bibberend een kommeke soep, het liet
van het danig bibberen zijn lepel vallen, de zeeldraaier wilde die lepel oprapen
en hij kreeg van dat ventje een pandoering dat hij de vier hoeken van zijn
keuken zag. In de hersenen van de zeeldraaier reed nog maar één gedacht rond:
‘Dat was dus de onmacht van die smerige mandenmaker!’
De mandenmaker was met Jan Pikkedang op jacht, maar hij schoot er altijd
naast (корзинщик охотился вместе с Яном Пиккеданом, но он все время
промахивался: «стрелял мимо»). Hij was met zijn gedachten in de keuken van
het kasteel (он находился мысленно в кухне замка). Zou de zeeldraaier ook
zo’n pak rammel krijgen (получит ли и веревщик по шее)? Ze hadden nog
geen bel gehoord (колокольчика они еще не слышали) en het zou nu toch
stillekesaan tijd gaan worden (а ведь было самое время; stil —
тихий,спокойный; stillekesaan = stilletjesaan = langzaamaan — постепенно
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
1
/флам./). Maar hij durfde niks te zeggen (но он не осмеливался что-либо
молвить). Jan Pikkedang wel, die werd ongedurig (а Ян Пиккедан — да, тот
забеспокоился: «стал беспокойным»).
‘Zou onze zeeldraaier ook al in onmacht gevallen zijn (не упал ли и наш
веревщик в обморок)? Kom, maat, we gaan terug (ну, друг, пошли назад;
maat — товарищ, приятель), zie dat hij daar ligt (он лежит там, наверное:
«смотри, что он там лежит»), ik ben er niet gerust op (что-то я
беспокоюсь; gerust — спокойный, беззаботный)’.
De mandenmaker was met Jan Pikkedang op jacht, maar hij schoot er altijd
naast. Hij was met zijn gedachten in de keuken van het kasteel. Zou de
zeeldraaier ook zo’n pak rammel krijgen? Ze hadden nog geen bel gehoord en
het zou nu toch stillekesaan tijd gaan worden. Maar hij durfde niks te zeggen.
Jan Pikkedang wel, die werd ongedurig.
‘Zou onze zeeldraaier ook al in onmacht gevallen zijn? Kom, maat, we gaan
terug, zie dat hij daar ligt, ik ben er niet gerust op’.
Ja, de zeeldraaier lag op de keukenvloer (так и есть, веревщик лежал на
кухонном полу). Wat zag die mens er droevig uit (а как он: «этот человек»
печально выглядел)!
‘In onmacht gevallen! Zo ineens (в обморок упал, так внезапно)’. Hij verstond
er zichzelf ook niet uit (он и сам ничего не понимал).
Maar achter de rug van Jan bezag hij vuil de mandenmaker (а сам скверно
посматривал на корзинщика, что /стоял/ за спиной Яна).
‘Morgen is het mijn beurt om hier te blijven (завтра моя очередь здесь
оставаться)’, zei Jan Pikkedang, ‘ik ben benieuwd of de damp van de soep mij
ook de adem afsnijdt (любопытно, пар от супа мне тоже перекроет ли
дыхание; afsnijden — отрезать, перерезать)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
2
Ja, de zeeldraaier lag op de keukenvloer. Wat zag die mens er droevig uit!
‘In onmacht gevallen! Zo ineens’. Hij verstond er zichzelf ook niet uit.
Maar achter de rug van Jan bezag hij vuil de mandenmaker.
‘Morgen is het mijn beurt om hier te blijven’, zei Jan Pikkedang, ‘ik ben
benieuwd of de damp van de soep mij ook de adem afsnijdt’.
De volgende dag trokken de zeeldraaier en de mandenmaker samen op jacht (на
следующий день веревщик и корзинщик побрели вместе на охоту). Van zo
gauw ze het kasteel niet meer zagen (как только замок исчез из виду: «как
только они больше не видели замок»), smeten ze hun boog en hun pijlen op
het mos (они побросали лук и стрелы на землю: «на мох») en vertelden ze
wat ze hadden meegemaakt (и рассказали /друг другу/ что с ними
произошло; meemaken — переживать, испытывать). Onderwijl stond Jan
Pikkedang in zijn keuken in zijn potten te roeren (тем временем Ян Пиккедан
стоял в кухне и помешивал в /своих/ горшках кастрюлях; pot — горшок,
котелок). Dat werd een soep voor engelen en heiligen (суп получался
вкусный: «это становился суп для ангелов и святых»).
Toktoktok.
De volgende dag trokken de zeeldraaier en de mandenmaker samen op jacht.
Van zo gauw ze het kasteel niet meer zagen, smeten ze hun boog en hun pijlen
op het mos en vertelden ze wat ze hadden meegemaakt. Onderwijl stond Jan
Pikkedang in zijn keuken in zijn potten te roeren. Dat werd een soep voor
engelen en heiligen.
Toktoktok.
Jan smeet de deur open (Ян толкнул дверь; smijten — швырять;бросать).
Zeg, wat was dat voor een armzalig ventje (эй, что это за жалкий старичок)?
Wat een oren (что за уши), lieve deugd, als het waaide vloog hij weg (милая
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
3
добродетель = Боже мой, если бы он /ими/ взмахнул: «это махало», то
/наверняка/ бы улетел). En zo bibberen (и так дрожать)!
‘Och, meneer, hebt ge als het u belieft geen klein overschotje uit de keuken (ох,
господин, будьте так добры, не найдется ли у вас немного остатков из
кухни). Hier staat een mens die bibbert van de honger (вот человек стоит и
дрожит: «который дрожит» от голода)’.
Jan smeet de deur open. Zeg, wat was dat voor een armzalig ventje? Wat een
oren, lieve deugd, als het waaide vloog hij weg. En zo bibberen!
‘Och, meneer, hebt ge als het u belieft geen klein overschotje uit de keuken.
Hier staat een mens die bibbert van de honger’.
‘Kruip maar achter de tafel, de soep komt (вскарабкивайся за стол, /сейчас/
будет суп)’, zei Jan Pikkedang.
Het ventje zat zijn soep te slurpen (старичок сидел и прихлебывал свой суп:
«сидел его суп хлебать»), hij bibberde dat het lelijk was om te zien (он
дрожал, /так/ что было неприятно смотреть). Het scheelde niet veel of Jan
had er medelijden mee gekregen (как бы то ни было: «не много недоставало
/чтобы/», Яну стало его жалко; schelen — отличаться; недоставать;
medelijden — жалость,сочувствие). En nu liet hij zijn lepel nog vallen (и
теперь он еще и свою ложку уронил).
‘Kruip maar achter de tafel, de soep komt’, zei Jan Pikkedang.
Het ventje zat zijn soep te slurpen, hij bibberde dat het lelijk was om te zien. Het
scheelde niet veel of Jan had er medelijden mee gekregen. En nu liet hij zijn
lepel nog vallen.
Nee, Jan raapte die lepel niet op (нет, Ян не поднял ложку). Het gelamenteer
van het ventje sloeg tot tegen de zoldering (старичок громко простонал:
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
4
«жалобные сетования старичка ударили в потолок»; tot — до), zijn lepel
raapte hij zelf op (он сам подобрал свою ложку). Hij zat naar Jan te loeren (он
сидел и подстерегал Яна), maar Jan hield hem ook in het oog (но Ян тоже не
упускал его из виду: «держал его в глазу»). Zijn pot kookte over (кастрюля
выкипала: «кипела через /край/»), hij keerde zich om (он обернулся), het
manneke sprong (старикашка прыгнул), maar Jan hield hem vast met een
greep van ijzer (но Ян удержал его железной хваткой).
Nee, Jan raapte die lepel niet op. Het gelamenteer van het ventje sloeg tot tegen
de zoldering, zijn lepel raapte hij zelf op. Hij zat naar Jan te loeren, maar Jan
hield hem ook in het oog. Zijn pot kookte over, hij keerde zich om, het manneke
sprong, maar Jan hield hem vast met een greep van ijzer.
Hij pakte zijn grote stok (он взял свой большой посох) en hij gaf dat ventje
daar efkes een afpoeiering (и так «уговорил» того старичка; afpoeieren —
разговором отправить кого-либо прочь — здесь в переносном смысле;
efkes = even — немного /диал./) dat de ruiten kletterden (что зазвенели
стекла). Het ventje schreeuwde als een varken dat ze kelen (старичок орал как
резанная свинья: «как свинья, которой перерезают глотку»), Jan sloeg zijn
stok bijna krom (Ян /бил так/, что почти согнул посох; krom — кривой), het
manneke wist niet meer of dat hij stond of hing (старичок больше не знал = не
помнил, не осознавал, стоял ли он или висел).
Hij pakte zijn grote stok en hij gaf dat ventje daar efkes een afpoeiering dat de
ruiten kletterden. Het ventje schreeuwde als een varken dat ze kelen, Jan sloeg
zijn stok bijna krom, het manneke wist niet meer of dat hij stond of hing.
Jan nam een koord en bond hem met zijn flaporen vast aan de deurklink (Ян
взял веревку и привязал его за большие уши к ручке двери).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
5
In het woud waren de mandenmaker en de zeeldraaier nog volop aan het klagen
tegen elkaar (а в лесу корзинщик и веревщик, все еще жаловались во всю
друг другу; volop — в изобилии, вдоволь), daar hoorden ze de bel (вот они
услыхали колокольчик).
‘Het is niet waar (не может быть: «это неправда»), hij is de dans ontsprongen,
de gelukzak (выкрутился/ушел от опасности, счастливчик)’, mompelden ze
en spoedden zich terug naar het kasteel (пробормотали они и поспешили
обратно в замок).
Jan nam een koord en bond hem met zijn flaporen vast aan de deurklink.
In het woud waren de mandenmaker en de zeeldraaier nog volop aan het klagen
tegen elkaar, daar hoorden ze de bel.
‘Het is niet waar, hij is de dans ontsprongen, de gelukzak’, mompelden ze en
spoedden zich terug naar het kasteel.
‘Wel, broerkes (так, братики)’, riep Jan Pikkedang al van ver (крикнул Ян
Пиккедан уже издали), ‘onmacht, onmacht, zal ik u Meester Onmacht eens
laten zien (без сознания, без сознания, показать вам Господина Без
сознания)?’
Hij bracht hen tot bij de deur (он провел их до двери) waar hij het bibberend
ventje aan vastgebonden had (к которой /он/ привязал дрожащего старичка).
Maar het manneke was weg (но старичок исчез)! Of toch voor een groot stuk
(или только большей частью). Alleen zijn oren hingen er nog (там еще
висели только его уши).
‘Wel, broerkes’, riep Jan Pikkedang al van ver, ‘onmacht, onmacht, zal ik u
Meester Onmacht eens laten zien?’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
6
Hij bracht hen tot bij de deur waar hij het bibberend ventje aan vastgebonden
had. Maar het manneke was weg! Of toch voor een groot stuk. Alleen zijn oren
hingen er nog.
Om te kunnen gaan lopen had hij ze van zijn hoofd gescheurd (чтобы суметь
убежать, он оторвал их от головы), overal zagen ze vers bloed (они видели
повсюду свежую кровь).
‘Eerst eten (сначала покушаем)’, zei Jan. De mandenmaker en de zeeldraaier
vertelden alles juist zoals het echt gegaan was (корзинщик и веревщик
рассказали все, как было на самом деле; echt — настоящий, подлинный).
‘Nu zullen we dat bloedspoor eens volgen (теперь мы пойдем по тому
кровавому следу; volgen — следовать за)’, zei Jan toen de afwas gedaan was
(сказал Ян после того, как была помыта посуда). ‘Ik wil weten waar die
soepeter woont (я хочу знать, где живет тот едок супа)’.
Om te kunnen gaan lopen had hij ze van zijn hoofd gescheurd, overal zagen ze
vers bloed.
‘Eerst eten’, zei Jan. De mandenmaker en de zeeldraaier vertelden alles juist
zoals het echt gegaan was.
‘Nu zullen we dat bloedspoor eens volgen’, zei Jan toen de afwas gedaan was.
‘Ik wil weten waar die soepeter woont’.
Ze ontdekten door de bloeddruppels in het gras te zoeken een oude, diepe
bornput (следуя по каплям крови на траве: «ища капли крови в траве», они
обнаружили старый, глубокий колодец; ontdekken —
находить,обнаруживать; druppel — капля; born = wel — источник;
bornput = welput — возникший из источника колодец /флам./) in een
verwilderde hoek van de kasteelhof, een heel diepe (в заброшенном углу сада
замка, очень глубокий; hof — двор; сад). Het bloedspoor verdween in die put
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
7
(в том колодце кровяной след исчезал). Daar moesten ze in afdalen (туда они
должны были спуститься; daar in — туда).
Ze ontdekten door de bloeddruppels in het gras te zoeken een oude, diepe
bornput in een verwilderde hoek van de kasteelhof, een heel diepe. Het
bloedspoor verdween in die put. Daar moesten ze in afdalen.
De mandenmaker vlocht een grote mand (корзинщик сплел большую
корзину) en de zeeldraaier draaide een lange, dikke koord (а веревщик
скрутил длинный, толстый канат). Ze lieten het koord zakken (они опустили
канат; zakken — спускаться), die was veel te kort (он оказался слишком
коротким). Twee keren zo lang moest ze zijn (он должен был быть в два раза
длиннее). Ze probeerden het nog een keer (они попробовали еще раз). Nee,
drie keren zo lang (нет, в три раза длиннее). Die put was schrikkelijk diep
(колодец был ужасно глубокий).
‘Haal een keer de bel van de kasteelpoort (принеси-ка колокольчик с ворот
замка)’, zei Jan. ‘We zullen strootje trekken (мы будем тянуть/потянем
соломинку) voor wie we het eerst laten zakken (кого мы первым
опускаем/опустим). En als er gevaar is, dan belt ge maar (если грозит
опасность, то звони)’.
Jan trok intussen een boom uit (между тем Ян выдернул дерево), hij brak er
de takken af (/он/ обломал с него ветви; afbreken — отламывать) en legde
de stam als een windas dwars over de put (и положил ствол как вόрот поперек
/сверху/ колодца).
De mandenmaker vlocht een grote mand en de zeeldraaier draaide een lange,
dikke koord. Ze lieten het koord zakken, die was veel te kort. Twee keren zo
lang moest ze zijn. Ze probeerden het nog een keer. Nee, drie keren zo lang. Die
put was schrikkelijk diep.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
8
‘Haal een keer de bel van de kasteelpoort’, zei Jan. ‘We zullen strootje trekken
voor wie we het eerst laten zakken. En als er gevaar is, dan belt ge maar’.
Jan trok intussen een boom uit, hij brak er de takken af en legde de stam als een
windas dwars over de put.
Het lot viel op de zeeldraaier (жребий выпал на веревщика). Maar ocharme, de
koord werd amperkes gevierd (но, ох, бедняга, канат был только-только
подан/опущен; och — возглас сострадания; arm — бедный /флам./; vieren
— подавать; ослаблять /канат/) of daar klonk de bel al (как уже прозвучал
колокольчик).
Bleek van de schrik kroop de zeeldraaier uit de mand (бледный от страха,
веревщик выкарабкался из корзины).
‘Donker dat het daar is, als in de hel (а как там темно, как в аду)’, zei hij.
‘Flauwerik (слабак; flauw — безвкусный; слабый)’, zei Jan Pikkedang. ’Wie is
de volgende (кто следующий)?’
De mandenmaker. Nu rolden ze het koord tot de helft af (в этот раз они
размотали канат до половины). Maar dan hoorden ze de bel (а потом они
услышали колокольчик).
‘Donkerder dan in het gat van Pluto (темнее, чем в заднице у Плутона
/древнегреческий бог подземного царства/)’, zei de mandenmaker. ‘Bangerik
(трусишка; bang — боязливый, пугливый)’, zei Jan Pikkedang, ‘laat mij maar
los (опустите-ка меня)’.
Het lot viel op de zeeldraaier. Maar ocharme, de koord werd amperkes gevierd
of daar klonk de bel al.
Bleek van de schrik kroop de zeeldraaier uit de mand.
‘Donker dat het daar is, als in de hel’, zei hij.
‘Flauwerik’, zei Jan Pikkedang. ‘Wie is de volgende?’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
7
9
De mandenmaker. Nu rolden ze het koord tot de helft af. Maar dan hoorden ze
de bel.
‘Donkerder dan in het gat van Pluto’, zei de mandenmaker.
‘Bangerik’, zei Jan Pikkedang, ‘laat mij maar los’.
Hij naar beneden (он — вниз). Dat bleef maar duren, een eeuwigheid lang
(спуск продолжался долго, целую вечность). Eindelijk voelde Jan de bodem
onder zijn mand (наконец Ян почувствовал под корзиной дно). Zie nu eens
(посмотри-ка), het was daar beneden ook niet zo donker als onderweg (там
внизу было не так темно, как по дороге), ge kondt zelfs een lange gang
onderscheiden (можно было даже различить = увидеть длинный коридор),
flauw verlicht in de verte (слабо освещенный вдали). Vooruit, nu moest hij
toch eens gaan zien (вперед, теперь ему надо было пойти посмотреть; toch
— все-таки, однако; eens — однажды, как-то, раз) waarvan dat licht kwam
(откуда шел = исходил тот свет).
Hij naar beneden. Dat bleef maar duren, een eeuwigheid lang. Eindelijk voelde
Jan de bodem onder zijn mand. Zie nu eens, het was daar beneden ook niet zo
donker als onderweg, ge kondt zelfs een lange gang onderscheiden, flauw
verlicht in de verte. Vooruit, nu moest hij toch eens gaan zien waarvan dat licht
kwam.
Aan het einde van de lange gang was een kamer (в конце длинного коридора
была комната) en daar zat bij het vuur het oud ventje te wenen (и в ней у огня
сидел и плакал старичок) dat het zeer deed aan uw hart (/да так/, что на
сердце становилось больно: «боль делало на вашем сердце»). Waar zijn
lange oren hadden moeten hangen (то место, где должны бы были висеть его
длинные уши) was het een en al bloed (было все в крови).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
0
‘Nee! Nee! Nee!’, jankte het ventje (нет, нет, нет, заплакал старичок). Het
wierp zich op zijn knieën (он бросился на колени; zich werpen — бросаться).
‘Ge moogt mij niks doen, doe mij niks, alstjeblieft, doe mij niks (ты не можешь
мне что-то сделать, не делай со мной ничего, пожалуйста, не делай со мной
ничего)!’
‘Het is allang goed (ладно, ладно; allang — уже долгое время)’, zei Jan
Pikkedang. Nu zag hij eerst dat de kamer drie deuren had (только теперь он
увидел, что в комнате было три двери).
‘Wat is er achter die deuren (что там, за теми дверями),’ vroeg Jan.
‘Dat ik het niet weet (что-то, чего я не знаю)’, zei het ventje.
Aan het einde van de lange gang was een kamer en daar zat bij het vuur het oud
ventje te wenen dat het zeer deed aan uw hart. Waar zijn lange oren hadden
moeten hangen was het een en al bloed.
‘Nee! Nee! Nee!’, jankte het ventje. Het wierp zich op zijn knieën. ‘Ge moogt
mij niks doen, doe mij niks, alstjeblieft, doe mij niks!’
‘Het is allang goed’, zei Jan Pikkedang. Nu zag hij eerst dat de kamer drie
deuren had.
‘Wat is er achter die deuren,’ vroeg Jan.
‘Dat ik het niet weet’, zei het ventje
Jan Pikkedang liet zijn ijzeren stok een keer met geweld neerkomen reizekes
naast het ventje zijn tenen (Ян Пиккедан опустил с силой свой железный
посох /прохаживаясь им/ у пальцев ног старичка). Die sprong wel een meter
hoog (тот подпрыгнул, пожалуй, на метр).
‘Nee, nee, genade (нет, нет, пощады)! Ik zal alles zeggen (я все скажу)!’ riep
het manneke. ‘Achter ieder van die deuren zit een koningsdochter (за каждой из
тех дверей сидит королевская дочь). Die koningsdochters zijn een tijd geleden
geschaakt door een draak met zeven koppen (давным давно: «некоторое время
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
1
назад» королевские дочери были похищены драконом с семью головами;
schaken — увозить, похищать). Een wreed monster (безжалостное
чудовище; wreed — жестокий, безжалостный), het vliegt de hele tijd langs
de open vensters van de drie kamers (оно летает все время вдоль открытых
окон трех комнат) en loert of er niemand binnenkomt (и караулит, чтобы туда
никто не входил). Niks of niemand ontsnapt aan zijn ogen (ничто и никто не
ускользает от его глаз)’
Jan Pikkedang liet zijn ijzeren stok een keer met geweld neerkomen reizekes
naast het ventje zijn tenen. Die sprong wel een meter hoog.
‘Nee, nee, genade! Ik zal alles zeggen!’ riep het manneke. ‘Achter ieder van die
deuren zit een koningsdochter. Die koningsdochters zijn een tijd geleden
geschaakt door een draak met zeven koppen. Een wreed monster, het vliegt de
hele tijd langs de open vensters van de drie kamers en loert of er niemand
binnenkomt. Niks of niemand ontsnapt aan zijn ogen’.
‘Zien doet geen zeer (смотреть не запретишь: «смотреть не причиняет
боль»)’, zei Jan Pikkedang en hij smeet de eerste deur open (сказал Ян
Пикккедан и толкнул первую дверь; smijten — бросать, швырять). Als
door de weerlicht geslagen bleef hij op de dorpel staan (он застыл: «остался
стоять» на пороге, словно пораженный молнией). Was me dat iets schoons
(что за красота: «было мне это что-то красивое»)! Een blonde prinses
(белокурая принцесса), van kop tot teen gekleed in witte zijde (с головы до
пят: «до пальцев ног» одетая в белый шелк), kwam statig naar hem (чинно
подошла к нему; statig — чинный, важный).
‘Ge hebt moed (вы смелый; moed — мужество, отвага, смелость)’, zei ze
en ze glimlachte (сказала она и улыбнулась), ‘mag ik u groeten (я должна вам
поклониться: «вас поприветствовать»)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
2
Het was of ze honing in zijn keelgat goten (создавалось ощущение, будто ему
в глотку заливали мед), zo schoon lachte ze naar hem (так красиво = мило
она ему улыбалась). Jan Pikkedang was er van aangedaan (это произвело на
Яна Пиккедана впечатление; aandoen — причинять; затрагивать).
‘Zien doet geen zeer’, zei Jan Pikkedang en hij smeet de eerste deur open. Als
door de weerlicht geslagen bleef hij op de dorpel staan. Was me dat iets
schoons! Een blonde prinses, van kop tot teen gekleed in witte zijde, kwam
statig naar hem.
‘Ge hebt moed’, zei ze en ze glimlachte, ‘mag ik u groeten’.
Het was of ze honing in zijn keelgat goten, zo schoon lachte ze naar hem. Jan
Pikkedang was er van aangedaan.
Maar een grote donkerte stond in het venstergat (но большая темень
появилась: «стояла» в проеме окна; gat — отверстие). Met stank en smoor
en vonken vuur (с вонью, чадом и искрами огня) kroop de draak de kamer in
(в комнату заполз дракон). Jan Pikkedang sloeg de eerste drakekop die te kort
bij kwam rats af met zijn ijzeren stok (своим железным посохом Ян Пиккедан
снес одним махом первую голову дракона, что приблизилась; afslaan —
отсекать, отрубать; rats — вдруг, внезапно /флам./). De draak huilde van
de pijn en het verschieten (дракон взвыл от боли и испуга), hij sloеg zijn
gruwelijke klauwen uit (он расправил свои ужасные когти; uitslaan —
расправлять, распростирать), maar daar rolde al zijn tweede kop over de
grond (но вот уже его вторая голова покатилась по земле).
Maar een grote donkerte stond in het venstergat. Met stank en smoor en vonken
vuur kroop de draak de kamer in. Jan Pikkedang sloeg de eerste drakekop die te
kort bij kwam rats af met zijn ijzeren stok. De draak huilde van de pijn en het
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
3
verschieten, hij sloеg zijn gruwelijke klauwen uit, maar daar rolde al zijn tweede
kop over de grond.
De hete adem van de draak brandde Jan in in zijn gezicht (жаркое дыхание
дракона обожгло лицо Яна). Een derde kop verpletterde hij tegen de muur (он
размозжил об стену третью голову). Van zijn stok droop dik, zwart bloed (с
его посоха стекала густая, черная кровь). Briesend vloog de draak door het
venstergat weg (фыркая, дракон вылетел через оконный проем). De eerste
prinses was gered (первая принцесса была спасена)! Ze omhelsde Jan en gaf
hem haar neusdoek van witte zijde (она обняла Яна и протянула ему платок
из белого шелка; neusdoek —носовой платок /уст; флам./).
‘Mijn grote held, die moet ge goed wegsteken (мой большой = великий герой,
спрячь этот платок хорошенько: «ты должен платок хорошо спрятать»)’,
zei de prinses, ‘dat is een zeker teken (это доказательство: «верный знак»
того), dat gij mij gered hebt en geen andere (что /именно/ ты, а не кто-то
другой меня спас)’.
De hete adem van de draak brandde Jan in in zijn gezicht. Een derde kop
verpletterde hij tegen de muur. Van zijn stok droop dik, zwart bloed. Briesend
vloog de draak door het venstergat weg. De eerste prinses was gered! Ze
omhelsde Jan en gaf hem haar neusdoek van witte zijde.
‘Mijn grote held, die moet ge goed wegsteken’, zei de prinses, ‘dat is een zeker
teken dat gij mij gered hebt en geen andere’.
Jan Pikkedang haalde een keer diep adem (Ян Пиккедан глубоко вздохнул;
ademhalen — дышать; adem — вдох, дыхание; halen — тянуть) en stampte
de tweede deur open (и толкнул ногой вторую дверь; stampen — вбивать;
топать ногой). De tweede prinses was nog veel schoner dan de eerste (вторая
принцесса была еще гораздо красивее, чем первая). Haar haar was gitzwart
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
4
(у нее были черные, как смоль, волосы; git — черный янтарь) en ze droeg
een lange mantel in rood fluweel (и на ней был: «она носила» длинный плащ
красного бархата = и на ней была длинная накидка красного бархата).
‘Uw zuster in de kamer hiernaast heb ik al gered (вашу сестру, что находится
здесь в соседней комнате, я уже спас)’, zei Jan, ‘maar (сказал Ян, но)...
’Verder kon hij niet komen (он не смог договорить: «далее ему не удалось
прийти = продвинуться»). De draak vloog op hem af (на него налетел
дракон), nog razender dan daarjuist (еще неистовей, чем прежде: «чем
только что»; daar — там; juist — точный; как раз).
Jan Pikkedang haalde een keer diep adem en stampte de tweede deur open. De
tweede prinses was nog veel schoner dan de eerste. Haar haar was gitzwart en ze
droeg een lange mantel in rood fluweel.
‘Uw zuster in de kamer hiernaast heb ik al gered’, zei Jan,’maar... ‘Verder kon
hij niet komen. De draak vloog op hem af, nog razender dan daarjuist.
Jan sloeg op zijn bek (Ян ударил его по морде), de draak scheurde Jan zijn vel
open (дракон ранил Яна: «разорвал Яну кожу»), dat brandde onverdraaglijk
(рана горела: «жгло невыносимо»; verdragen — выносить, терпеть), maar
Jan sloeg en sloeg, drie drakekoppen af (но Ян рубил и отрубил три головы
дракона). Gierend en jankend uit zijn ene kop die nog overschoot
(пронзительно крича и воя своей оставшейся головой: «которая еще
осталась»), maakte de draak dat hij wegkwam (дракон удрал: «сделал так, что
он убрался прочь»). De tweede prinses was gered (вторая принцесса была
спасена). Zij gaf Jan een gouden armband als bewijs van zijn heldendaad (она
дала Яну золотой браслет в доказательство его подвига: «геройского
поступка»).
‘Gij zijt mijn redder (ты мой спаситель)’, zei ze, ‘gij en geen andere (ты и
никто другой)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
5
Jan sloeg op zijn bek, de draak scheurde Jan zijn vel open, dat brandde
onverdraaglijk, maar Jan sloeg en sloeg, drie drakekoppen af. Gierend en
jankend uit zijn ene kop die nog overschoot, maakte de draak dat hij wegkwam.
De tweede prinses was gered. Zij gaf Jan een gouden armband als bewijs van
zijn heldendaad.
‘Gij zijt mijn redder’, zei ze, ‘gij en geen andere’.
Zonder ook maar één ogenblik te rusten (ни мгновения не отдыхая) liep Jan de
derde kamer in (Ян вбежал в третью комнату). Een moment dacht hij dat hij in
onmacht zou vallen (в какой-то момент он подумал, что упадет в обморок).
Was hij aan het einde van zijn krachten (был ли он на исходе своих сил)? Wat
gij nu denkt (подумай только: «как ты теперь думаешь»). Daar stond in die
kamer een vrouw met ros haar (в той комнате стояла женщина с рыжими
волосами), zo schoon, hij werd bijna verblind (такая красивая, что он почти
ослеп: «стал почти ослепшим»; verblinden — ослеплять).
Zonder ook maar één ogenblik te rusten liep Jan de derde kamer in. Een moment
dacht hij dat hij in onmacht zou vallen. Was hij aan het einde van zijn krachten?
Wat gij nu denkt. Daar stond in die kamer een vrouw met ros haar, zo schoon,
hij werd bijna verblind.
Van de slag vergat hij de twee andere prinsessen en de draak (от изумления:
«от удара» он позабыл о двух других принцессах и драконе; slag — удар).
Een vracht haar had ze, zo rood als koper (у нее был густые волосы, красные,
как медь), en groene ogen, zo groen als haar wijd kleed (и зеленые глаза,
такие зеленые, как и /цвет/ ее широкого платья), dat was geweven uit het
fijnste linnen van overzee (сотканного из тончайшего заморского полотна;
over — через; zee — море; overzee — за морем, за морями). Jan Pikkedang
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
6
wist het (Ян Пиккедан /уже/ знал). Met deze vrouw trouw ik of ik trouw nooit
van mijn leven (или я женюсь на этой женщине, или я никогда в /моей/
жизни не женюсь).
Van de slag vergat hij de twee andere prinsessen en de draak. Een vracht haar
had ze, zo rood als koper, en groene ogen, zo groen als haar wijd kleed, dat was
geweven uit het fijnste linnen van overzee. Jan Pikkedang wist het. Met deze
vrouw trouw ik of ik trouw nooit van mijn leven.
Een hete stank schoot door de kamer (горячее зловоние пронеслось по
комнате). De draak stak zijn enige kop naar binnen (дракон просунул внутрь
свою единственную голову). Die laatste drakekop (последняя голова
дракона) was de sterkste (была самой крепкой), de rapste (быстрой), de
behendigste (и проворной). Jan sprong om de vergiftigde draketanden te
ontwijken (Ян отскочил, чтобы уклониться от ядовитых зубов дракона), ze
dansten door de kamer, de draak en Jan (они носились: «танцевали» по
комнате, Ян и дракон), Jan sloeg grote barsten in de muren (Ян пробил
большие трещины в стенах), hij miste die kop (он не попадал в голову), hij
kon er niet op kloppen (ему не удавалось по ней ударить).
Een hete stank schoot door de kamer. De draak stak zijn enige kop naar binnen.
Die laatste drakekop was de sterkste, de rapste, de behendigste. Jan sprong om
de vergiftigde draketanden te ontwijken, ze dansten door de kamer, de draak en
Jan, Jan sloeg grote barsten in de muren, hij miste die kop, hij kon er niet op
kloppen.
In een hoek kromp de draak ineen voor een grote sprong, een dodelijke sprong
(дракон сжался в углу для большого прыжка, смертельного прыжка). Jan
Pikkedang dook weg (Ян Пиккедан увернулся) en smeet zijn ijzeren stok volle
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
7
kracht achteruit (и швырнул со всей силы свой железный посох назад), vlak
op de laatste schedel van de draak (прямо в последний череп дракона). Het
kraakte afgrijselijk (череп отвратительно хрустнул). De draak rochelde zelf
niet meer (дракон даже не захрипел). Hij was op slag dood (он мгновенно
издох: «был разом мертв»).
In een hoek kromp de draak ineen voor een grote sprong, een dodelijke sprong.
Jan Pikkedang dook weg en smeet zijn ijzeren stok volle kracht achteruit, vlak
op de laatste schedel van de draak. Het kraakte afgrijselijk. De draak rochelde
zelf niet meer. Hij was op slag dood.
De rosse prinses bezag Jan diep in het wit van zijn ogen (рыжеволосая
принцесса посмотрела глубоко в глаза Яна: «глубоко в белок его глаз») en
kuste hem nog langer op zijn mond (и продолжительно: «еще дольше»
поцеловала его в губы).
‘Hier is een gouden ring (вот золотое кольцо)’, zei ze, ‘ge moet die met veel
zorg bewaren (сохрани его тщательно: «ты должен хранить его с большой
заботой»), gelijk als die ring bestaat er geen tweede (другого такого кольца не
существует: «подобного этому кольцу не существует второго»). Gij alleen
hebt mij gered (ты и только ты спас меня), gelijk als gij is er geen andere
(другого, подобного тебе, нет)’.
De rosse prinses bezag Jan diep in het wit van zijn ogen en kuste hem nog langer
op zijn mond.
‘Hier is een gouden ring’, zei ze, ‘ge moet die met veel zorg bewaren, gelijk als
die ring bestaat er geen tweede. Gij alleen hebt mij gered, gelijk als gij is er geen
andere’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
8
Nu moesten de koningsdochters nog weggeraken uit die put (теперь
королевским дочерям нужно было еще выбраться из колодца). Een voor een
gingen ze in de mand zitten (они садились по очереди: «одна за другой» в
корзину).
‘Ophalen (поднимать)’, riep Jan en hij belde (кричал Ян и зазвонил). Daar
gingen ze omhoog (так вот они поднялись наверх).
De mandenmaker en de zeeldraaier zetten nogal ogen op (корзинщик и
веревщик вытаращили глаза) toen er een schone, blonde vrouw boven de rand
van de bornput verscheen (когда у верхнего края колодца появилась
красивая, белокурая женщина). Ze hadden gedacht dat hun maat daar beneden
allang dood was (они думали, что их товарищ, там внизу, был уже давно
мертв). Nu kwam er nog een zwarte vrouw (теперь появилась еще
черноволосая женщина) en daarna nog een rosse (и после нее еще
рыжеволосая).
Nu moesten de koningsdochters nog weggeraken uit die put. Een voor een
gingen ze in de mand zitten.
‘Ophalen’, riep Jan en hij belde. Daar gingen ze omhoog.
De mandenmaker en de zeeldraaier zetten nogal ogen op toen er een schone,
blonde vrouw boven de rand van de bornput verscheen. Ze hadden gedacht dat
hun maat daar beneden allang dood was. Nu kwam er nog een zwarte vrouw en
daarna nog een rosse.
Ze dansten in een kring van blijdschap (они водили хоровод/танцевали от
радости; kring — круг,кольцо) en daarna vertelden ze (а потом они
рассказали) wat daar beneden allemaal voorgevallen was (обо всем, что
приключилось внизу; allemaal — всё; все). De mandenmaker en de
zeeldraaier zeiden stillekes tegeneen (корзинщик и веревщик сказали тихо
друг другу):
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
8
9
‘We laten die Jan daar schonekes zitten (мы бросим Яна там: «пусть себе там
прекрасненько сидит»; schoon — прекрасно)’.
En ze bedreigden de prinsessen met moord (и они пригрозили принцессам
смертью) als ze hun vader de waarheid zouden vertellen (/в том случае/ если
бы они рассказали правду их отцу). Nee, zij, de mandenmaker en de
zeeldraaier (нет, это они, корзинщик и веревщик) hadden de draak
overwonnen (победили дракона) en de prinsessen verlost (и высвободили
принцесс). Dat moesten ze overal vertellen en niks anders (именно так и не
иначе: «ничего другого» они должны были повсюду рассказывать).
Ze dansten in een kring van blijdschap en daarna vertelden ze wat daar beneden
allemaal voorgevallen was. De mandenmaker en de zeeldraaier zeiden stillekes
tegeneen:
‘We laten die Jan daar schonekes zitten’.
En ze bedreigden de prinsessen met moord als ze hun vader de waarheid zouden
vertellen. Nee, zij, de mandenmaker en de zeeldraaier hadden de draak
overwonnen en de prinsessen verlost. Dat moesten ze overal vertellen en niks
anders.
Intussen stond Jan Pikkedang op de bodem van de put te bellen (между тем Ян
Пиккедан стоял на дне колодца и звонил: «стоял /чтобы/ звонить»). Ha, de
mand kwam nu toch terug naar beneden (ха, корзина все-таки вернулась
вниз).
‘Wacht eens efkes (погоди-ка; efkes /флам./ = even — ровный; немного;
чуть-чуть)’, dacht Jan (подумал Ян). Hij smeet zijn ijzeren stok in de mand
(он бросил свой железный посох в корзину) en bleef zelf staаn (а сам
остался стоять).
‘Ophalen (поднимай)’ riep hij.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
0
Intussen stond Jan Pikkedang op de bodem van de put te bellen. Ha, de mand
kwam nu toch terug naar beneden.
‘Wacht eens efkes’, dacht Jan. Hij smeet zijn ijzeren stok in de mand en bleef
zelf stаan.
‘Ophalen’ riep hij.
De mand was nog maar halverwege (корзина была еще только на полпути) of
ze kwam al met groot gedruis naar beneden (когда она с треском упала вниз).
‘Ziet ge wel (видишь)’, zei Jan, ‘de valsaards (обманщики; vals — ложный,
фальшивый), nog een geluk dat ik mijn eerste gedacht niet gevolgd heb
(счастье /еще/, что я не последовал моему первому намерению)’.
Nu zat hij daar schoon (так он там теперь и сидел), naast de mand (подле
корзины), de lange koord (длинного каната) en zijn ijzeren stok (и своего
железного посоха). Hij was er het hart van in (он был очень разочарован;
hart — сердце). Hoe geraakte hij hier ooit uit (когда он теперь выберется
отсюда: «как он бы выбрался когда-либо отсюда»)?
De mand was nog maar halverwege of ze kwam al met groot gedruis naar
beneden.
‘Ziet ge wel’, zei Jan, ‘de valsaards, nog een geluk dat ik mijn eerste gedacht
niet gevolgd heb’.
Nu zat hij daar schoon, naast de mand, de lange koord en zijn ijzeren stok. Hij
was er het hart van in. Hoe geraakte hij hier ooit uit?
‘Hee, broerke (эй, братец)’, zei hij tegen het oud manneke (сказал он
старичку) dat daar nog altijd zijn botten zat te warmen bij het vuur (который
все еще сидел и грел свои кости у огня), ‘kent gij geen middel (ты не знаешь
способа) om uit die put hier te geraken (чтобы выбраться из этого колодца)?’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
1
‘Zeker, meneer, zeker (конечно, господин, конечно)’, zei het manneke haastig
(поспешно сказал старичок), ‘er vliegt hier een grote arend rond (здесь
летает/кружится большой орел; rond — круглый; вокруг, кругом), die heeft
plaats genoeg op zijn rug (у него на спине довольно места) om u mee te
pakken tot boven in de lucht (чтобы взять вас с собой наверх, на воздух)’.
‘Hee, broerke’, zei hij tegen het oud manneke dat daar nog altijd zijn botten zat
te warmen bij het vuur, ‘kent gij geen middel om uit die put hier te geraken?’
‘Zeker, meneer, zeker’, zei het manneke haastig, ‘er vliegt hier een grote arend
rond, die heeft plaats genoeg op zijn rug om u mee te pakken tot boven in de
lucht’.
Het manneke vloot op zijn vingers (мужичок свистнул в пальцы), daar was de
arend al (тут как тут: «уже» появился орел). Wat een groot beest (такой
огромный; beest — зверь, животное). Jan kon gemakkelijk op zijn rug (Ян
мог свободно /уместиться/ на его спине), er had nog een tweede bijgekund
(там смог бы еще второй такой поместиться), niks overdreven (без
преувеличения: «ничего преувеличенного»). Daar vloog de arend al op (вот
орел уже взлетел), tot hoog in de lucht (высоко в воздух).
‘Kwaak-kwaak!’ riep hij.
Jan hield zich goed vast (Ян крепко держался).
Het manneke vloot op zijn vingers, daar was de arend al. Wat een groot beest.
Jan kon gemakkelijk op zijn rug, er had nog een tweede bijgekund, niks
overdreven. Daar vloog de arend al op, tot hoog in de lucht.
‘Kwaak-kwaak!’ riep hij.
Jan hield zich goed vast.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
2
‘Rrr-rrr’ deed de arend en hij schudde zo geweldig (рр… фыркнул орел и
тряхнул так сильно) dat Jan hals over kop van zijn rug tuimelde (что Ян,
перекувыркнувшись: «шея через голову», упал с его спины). Met een slag
vloog hij vlak voor de voeten van het manneke op de grond (он ударился о
землю, как раз у ног старичка; vlak — плоский; как раз, прямо). Hij betastte
zijn ribben (он ощупал свои ребра), nee, hij had niks gebroken (нет, он ничего
не сломал).
‘Nu zal ik u een keer breken (теперь я тебя поломаю)’, riep hij kwaad tegen
het manneke (крикнул он зло старичку) en die kreeg me daar troef van de
ijzeren stok (и тот получил железным посохом такую затрещину; troef —
козырная карта) dat zijn botten door zijn broek dansten (что кости в его
штанах затанцевали).
‘Dat is ook weer in orde (теперь все снова в порядке)’, zei Jan Pikkedang en
hij hield het ventje bij zijn nekvel omhoog (сказал Ян, держа старичка за
шиворот). ‘Voor de laatste keer, hoe kom ik hieruit (в последний раз
/спрашиваю/, как мне отсюда выйти)? Als ge liegt moet ge voor de rest van
uw dagen naast de ijzeren stok slapen (если соврешь, /тогда/ тебе придется
все свои оставшиеся дни спать рядом с железным посохом; rest —
остаток)’.
‘Rrr-rrr’ deed de arend en hij schudde zo geweldig dat Jan hals over kop van
zijn rug tuimelde. Met een slag vloog hij vlak voor de voeten van het manneke
op de grond. Hij betastte zijn ribben, nee, hij had niks gebroken.
‘Nu zal ik u een keer breken’, riep hij kwaad tegen het manneke en die kreeg me
daar troef van de ijzeren stok dat zijn botten door zijn broek dansten.
‘Dat is ook weer in orde’, zei Jan Pikkedang en hij hield het ventje bij zijn
nekvel omhoog. ‘Voor de laatste keer, hoe kom ik hieruit? Als ge liegt moet ge
voor de rest van uw dagen naast de ijzeren stok slapen’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
3
‘Ai, nee, nee, nee’, jankte het ventje (взвизгнул старичок), ‘daarjuist had ik het
rats vergeten (тогда я вдруг забыл). Elke keer als die arend kwaakt (каждый
раз, когда орел кричит «квак»), moet ge hem vlees voederen (ты должен
кормить его мясом: «скармливать ему мясо»). Ge moet een grote hoop vlees
meenemen (тебе нужно взять с собой очень много мяса) en als al uw vlees op
is (и когда мясо закончится), dan moet ge een stuk van uw eigen bil snijden
(тогда тебе придется отрезать кусок от своей собственной ягодицы). Maar
dat is niet erg (но это ничего), hier heb ik een potteke wonderzalf (вот у меня
есть баночка волшебной мази). Dat strijkt ge aan uw wonde (разотрешь ее по
своей ране) en uw bil groeit weer aaneen alsof er niks gebeurd is (и ягодица
срастется, как ни в чем не бывало: «словно ничего не случилось»;
aaneengroeien — срастаться)’.
‘Ai, nee, nee, nee’, jankte het ventje, ‘daarjuist had ik het rats vergeten. Elke
keer als die arend kwaakt, moet ge hem vlees voederen. Ge moet een grote hoop
vlees meenemen en als al uw vlees op is, dan moet ge een stuk van uw eigen bil
snijden. Maar dat is niet erg, hier heb ik een potteke wonderzalf. Dat strijkt ge
aan uw wonde en uw bil groeit weer aaneen alsof er niks gebeurd is’.
‘Gij zijt een schone (а ты хорош)’, zei Jan, ‘waar vind ik hier zoveel vlees
bijeen (где я здесь столько мяса найду)?’
‘In iedere drakekop steekt toch een tong (ведь в каждой голове дракона есть
язык)’, zei het ventje (сказал старичок), ‘een dikke tong (толстый язык)’.
‘Gij zijt een schone’, zei Jan, ‘waar vind ik hier zoveel vlees bijeen?’
‘In iedere drakekop steekt toch een tong’, zei het ventje, ‘een dikke tong’.
Dat vond Jan nu eens een goed gedacht, zie (Яну идея теперь понравилась,
видишь). Hij sneed de tongen uit de drakekoppen (он вырезал языки из голов
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
4
дракона) die hij afgeslagen had of verpletterd (которые он отсек или
размозжил), hij laadde de mand vol (он нагрузил корзину доверху) en kroop
op de arend zijn rug (и влез орлу на спину). Hopla, daar gingen ze weer de
lucht in (р-раз, вот они снова поднялись в воздух).
‘Kwaak-kwaak’, riep de arend.
‘Gij zijt er rap bij (а ты быстрый)’, zei Jan. Hij stak de arend een stuk tong toe
(он сунул орлу кусок языка; steken — втыкать, всовывать).
Dat vond Jan nu eens een goed gedacht, zie. Hij sneed de tongen uit de
drakekoppen die hij afgeslagen had of verpletterd, hij laadde de mand vol en
kroop op de arend zijn rug. Hopla, daar gingen ze weer de lucht in.
‘Kwaak-kwaak’, riep de arend.
‘Gij zijt er rap bij’, zei Jan. Hij stak de arend een stuk tong toe.
De arend was zeker rap (орел в самом деле оказался быстрым).
‘Kwaak-kwaak!’
Weer een stuk tong (опять кусок языка). De arend had er precies smaak in
(орел хорошенько распробовал мясо; precies — точно; smaak — вкус;
аппетит), de draketongen gingen er nogal door (драконьи языки шли
довольно-таки не плохо; nogal — сносно, неплохо). Op den duur had hij ze
allemaal opgevreten (через некоторое время он их все сожрал; duur —
продолжительность). Maar hij was bijlange nog niet boven (но он был еще
довольно далеко от верха; bijlangeniet /флам./ = nog lang niet — еще вовсе
не: «еще долго не»).
‘Kwaak-kwaak!’ riep de arend vervaarlijk (крикнул орел страшно =
страшным голосом).
De arend was zeker rap.
‘Kwaak-kwaak!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
5
Weer een stuk tong. De arend had er precies smaak in, de draketongen gingen er
nogal door. Op den duur had hij ze allemaal opgevreten. Maar hij was bijlange
nog niet boven.
‘Kwaak-kwaak!’ riep de arend vervaarlijk.
Jan mocht niet aarzelen (Яну медлить было нельзя). Hij sneed een ferme snee
van zijn bil (он отрезал порядочный кусок от своей ягодицы; ferm /флам./ =
flink — крупный, большого размера). Oei, dat deed zeer (ой, было больно:
«делало боль»). Hij stak het vlees in de arend zijn snavel (он сунул мясо орлу
в клюв) en streek dadelijk de wonderzalf uit het potteke op zijn bil (и сразу же
растер волшебную мазь из баночки по ягодице), want hij bloedde als een
varken (потому что он кровоточил, как свинья). Het manneke had niet
gelogen (старичок не соврал), het was echt wonderzalf (мазь оказалась в
самом деле волшебной: «это была подлинная волшебная мазь»). Jan zijn bil
was genezen voordat de arend weer kon roepen (ягодица Яна зажила до того,
как орел снова успел: «смог» крикнуть).
Het was nu ook niet meer vandoen (в чем теперь больше не было
необходимости). De arend streek zachtekes neer (орел мягко приземлился) en
schudde Jan Pikkedang op de grond (и стряхнул Яна Пиккедана на землю).
Jan mocht niet aarzelen. Hij sneed een ferme snee van zijn bil. Oei, dat deed
zeer. Hij stak het vlees in de arend zijn snavel en streek dadelijk de wonderzalf
uit het potteke op zijn bil, want hij bloedde als een varken. Het manneke had
niet gelogen, het was echt wonderzalf. Jan zijn bil was genezen voordat de arend
weer kon roepen.
Het was nu ook niet meer vandoen. De arend streek zachtekes neer en schudde
Jan Pikkedang op de grond.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
6
Jan Pikkedang moest eerst weer door het donkere woud trekken (вначале Яну
снова пришлось пройти через дремучий лес). Daarna reisde hij door een
streek (потом он странствовал по местности), zo rijk, zo vruchtbaar (такой
богатой и плодородной) als hij van zijn leven nog niet gezien had (какой он в
своей жизни еще не видел). Hij wist niet (он не знал) dat dat het land was
(что это была страна) waarover de vader van de drie prinsessen regeerde
(которой правил отец трех принцесс). Uiteindelijk liep hij een stad in
(наконец он вошел в город) waar alle straten versierd waren (где все улицы
были украшены). De dochters van de koning gingen trouwen (королевские
дочери собирались выходить замуж) of liever, twee van de drie (а точнее,
две из трех).
Jan Pikkedang moest eerst weer door het donkere woud trekken. Daarna reisde
hij door een streek, zo rijk, zo vruchtbaar als hij van zijn leven nog niet gezien
had. Hij wist niet dat dat het land was waarover de vader van de drie prinsessen
regeerde. Uiteindelijk liep hij een stad in waar alle straten versierd waren. De
dochters van de koning gingen trouwen of liever, twee van de drie.
Ze waren ooit een keer geroofd geweest door een schrikkelijke draak en nu (они
когда-то были похищены ужасным драконом и теперь) nu hadden twee
helden de draak doodgeslagen en de prinsessen gered (теперь два героя убили
дракона и спасли принцесс), simpele jongens waren het (это были простые
ребята), een zeeldraaier en een mandenmaker (веревщик и корзинщик), zoudt
ge het geloven (ты бы не поверил), maar nu gingen ze trouwen met prinsessen
(но они теперь собирались жениться на принцессах), ze hadden het verdiend
(они это заслужили).
Ze waren ooit een keer geroofd geweest door een schrikkelijke draak en nu, nu
hadden twee helden de draak doodgeslagen en de prinsessen gered, simpele
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
7
jongens waren het, een zeeldraaier en een mandenmaker, zoudt ge het geloven,
maar nu gingen ze trouwen met prinsessen, ze hadden het verdiend.
Dat hoorde Jan Pikkedang van marktvrouwen en bakkers en straatjongens (Ян
узнал это/услышал от базарных торговок, пекарей и уличных мальчишек).
Hij kreeg steken in zijn hart (у него закололо в сердце: «получил уколы»).
‘Wat moet ik doen, wat moet ik doen (что я должен делать)?’ Hij liep door de
versierde straten en vloekte bij zichzelf (он шел по украшенным улицам и
ругался про себя). Hij kwam in de hoofdstraat (он пришел на главную
улицу), die was het schoonst van al (она была самой красивой из всех), daar
moest de stoet morgen door trekken (завтра по ней должна была пройти
процессия). Aan één huizeke hing niks (на одном домике ничего не висело),
geen krans, geen bloem (ни венка, ни цветка). Ha nee, er woonde niemand (а
нет, в нем никто не жил), het stond te huur (домик сдавался внаем: «стоял
сдаваться внаем»).
‘Hier trek ik in (здесь я поселяюсь/поселюсь; intrekken — втаскивать;
,входить внутрь; поселяться)’, zei Jan Pikkedang.
Dat hoorde Jan Pikkedang van marktvrouwen en bakkers en straatjongens. Hij
kreeg steken in zijn hart.
‘Wat moet ik doen, wat moet ik doen?’ Hij liep door de versierde straten en
vloekte bij zichzelf. Hij kwam in de hoofdstraat, die was het schoonst van al,
daar moest de stoet morgen door trekken. Aan één huizeke hing niks, geen
krans, geen bloem. Ha nee, er woonde niemand, het stond te huur.
‘Hier trek ik in’, zei Jan Pikkedang.
Hij deed het venster open (он открыл окно) en legde drie dingen op de
vensterbank (и положил на подоконник три вещи): een neusdoek van witte
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
8
zijde (платок из белого шелка), een gouden armband (золотой браслет) en
een gouden ring (и золотое кольцо).
Juist op dat ogenblik (как раз в это же время: «мгновение, момент») besloten
de drie prinsessen een keer te gaan zien (три принцессы решили пойти
посмотреть) hoe schoon de mensen de stad versierd hadden voor de bruiloft
(как красиво люди нарядили город для свадьбы). Geen een van de drie was
echt goed gezind (ни одна из трех не была по-настоящему в хорошем
настроении: «хорошо настроена»), misschien zou een wandeling hen een
beetje uit de put halen (может, прогулка им бы помогла немного; uit een put
halen — “доставать из ямы”). Ze liepen eerst naar de hoofdstraat (сначала
они пошли на главную улицу). Schoon dat die was (какая она была
нарядная), ge kondt het bijkans niet geloven (ты бы не поверил; bijkans
/флам./ = bijna — почти)! De mensen hadden kosten noch moeite gespaard
(люди не пожалели ни средств, ни сил: «ни затрат, ни усилия»).
Hij deed het venster open en legde drie dingen op de vensterbank: een neusdoek
van witte zijde, een gouden armband en een gouden ring.
Juist op dat ogenblik besloten de drie prinsessen een keer te gaan zien hoe
schoon de mensen de stad versierd hadden voor de bruiloft. Geen een van de
drie was echt goed gezind, misschien zou een wandeling hen een beetje uit de
put halen. Ze liepen eerst naar de hoofdstraat. Schoon dat die was, ge kondt het
bijkans niet geloven! De mensen hadden kosten noch moeite gespaard.
Plots bleef de rosse prinses staan (внезапно рыжеволосая принцесса
остановилась), zo stijf als een stok (как вкопанная: «так неподвижно, как
палка»).
‘Wat is er zuster (что случилось, сестра)? Voelt ge u niet goed (ты себя плохо
чувствуешь)?’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
9
9
‘Zusters, ziet gij wat ik zie (сестры, вы видите то же, что и я /вижу/)?’ vroeg
de rosse. ‘Daar, op die vensterbank (там, на том подоконнике)?’
Plots bleef de rosse prinses staan, zo stijf als een stok.
‘Wat is er zuster? Voelt ge u niet goed?’
‘Zusters, ziet gij wat ik zie?’ vroeg de rosse. ‘Daar, op die vensterbank?
Van alteratie kregen de drie zusters geen woord meer uit hun keel (от волнения
три сестры не могли больше произнести ни слова: «не получили = не
смогли издать ни слова из своих глоток»). Ze bonkten op de deur van het
huizeke (они постучали в дверь домика). Jan Pikkedang deed open (Ян
Пиккедан отворил). Ze schreeuwden van blijdschap (они закричали от
радости). Hun redder, de enige en geen andere (их спаситель, единственный и
никто другой)!
Van alteratie kregen de drie zusters geen woord meer uit hun keel. Ze bonkten
op de deur van het huizeke. Jan Pikkedang deed open. Ze schreeuwden van
blijdschap. Hun redder, de enige en geen andere!
‘Gij moet mee naar het paleis, naar de koning, naar ons vader (ты должен
/пойти/ с нами во дворец, к королю, к нашему отцу)!’ commandeerden ze
(приказали они).
Jan pakte de neusdoek, de armband en de ring (Ян взял платок, браслет,
кольцо) en ging gewillig mee (и послушно пошел с ними; meegaan — идти
вместе).
De koning was juist het feest aan het bespreken (король как раз обсуждал
праздник) met zijn twee toekomstige schoonzoons (с его двумя будущими
зятьями) toen Jan de troonzaal binnenkwam met de drie prinsessen (когда Ян с
тремя принцессами вошел в тронный зал). De mandenmaker en de
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
0
zeeldraaier zagen zo wit als een lijk (корзинщик и веревщик побледнели как
мертвецы: «выглядели так бело, как труп»). Jan Pikkedang! Zat die niet
beneden in de bornput (разве он не остался в колодце: «не сидел он внизу, в
колодце»)!
‘Gij moet mee naar het paleis, naar de koning, naar ons vader!’ commandeerden
ze.
Jan pakte de neusdoek, de armband en de ring en ging gewillig mee.
De koning was juist het feest aan het bespreken met zijn twee toekomstige
schoonzoons toen Jan de troonzaal binnenkwam met de drie prinsessen. De
mandenmaker en de zeeldraaier zagen zo wit als een lijk. Jan Pikkedang! Zat die
niet beneden in de bornput!
Nu vertelden de drie prinsessen de hele waarheid aan hun vader (тут: «теперь»
три принцессы рассказали их отцу всю правду). Jan Pikkedang had de draak
verslagen (Ян Пиккедан убил дракона), de zeeldraaier en de mandenmaker
hadden hem laten stikken in de bornput (веревщик и корзинщик бросили его
задыхаться в колодце) en hadden hen, de prinsessen, met de dood bedreigd
(пригрозив им, принцессам, смертью) als ze niet zouden liegen (/в том
случае/, если бы они не соврали). Jan Pikkedang toonde de bewijzen (Ян
Пиккедан показал доказательства): neusdoek, armband, ring (платок,
браслет, кольцо).
De koning kookte van razernij (король кипел от ярости).
‘Soldaten, smijt die twee in de kerker (солдаты, бросьте тех двоих в
темницу)’, riep hij.
Maar Jan Pikkedang hield de soldaten tegen (но Ян Пиккедан удержал
солдат).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
1
‘Majesteit (ваше величество)’, zei hij, ‘ik vergeef het hun (я им прощаю). Wij
zijn kameraden geweest, zand erover (мы /же/ были товарищами,
прощено/забыто: «песок сверху»)’.
Nu vertelden de drie prinsessen de hele waarheid aan hun vader. Jan Pikkedang
had de draak verslagen, de zeeldraaier en de mandenmaker hadden hem laten
stikken in de bornput en hadden hen, de prinsessen, met de dood bedreigd als ze
niet zouden liegen. Jan Pikkedang toonde de bewijzen: neusdoek, armband, ring.
De koning kookte van razernij.
‘Soldaten, smijt die twee in de kerker’, riep hij.
Maar Jan Pikkedang hield de soldaten tegen.
‘Majesteit’, zei hij, ‘ik vergeef het hun. Wij zijn kameraden geweest, zand
erover’.
Ja, nu was het een echt feest (да, теперь это был настоящий праздник). De
blonde en de zwarte koningsdochters trouwden toch met de mandenmaker en de
zeeldraaier (белокурая и черноволосая дочери короля все же вышли замуж
за корзинщика и веревщика) en daarbij trouwde Jan Pikkedang met de rosse
prinses, zijn liefste, zijn enige (и при этом Ян Пиккедан женился на
рыжеволосой принцессе, его любимой, его единственной).
De smid en de smidsvrouw kwamen bij hun zoon in het paleis wonen (кузнец и
кузнечиха переехали/приехали жить к их сыну во дворец). Jan Pikkedang
volgde de koning op (Ян Пиккедан унаследовал трон: «стал преемником
короля») en zijn twee vrienden van vroeger werden minister (а его двое
прежних друзей стали министрами). En ze leefden allemaal nog lang en
gelukkig (и все они жили еще долго и счастливо).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
2
Ja, nu was het een echt feest. De blonde en de zwarte koningsdochters trouwden
toch met de mandenmaker en de zeeldraaier en daarbij trouwde Jan Pikkedang
met de rosse prinses, zijn liefste, zijn enige.
De smid en de smidsvrouw kwamen bij hun zoon in het paleis wonen. Jan
Pikkedang volgde de koning op en zijn twee vrienden van vroeger werden
minister. En ze leefden allemaal nog lang en gelukkig.
Jaakske met zijn fluitje
(Жакске с дудочкой)
Er was eens een jongen die Jaakske heette (жил был мальчик, которого звали
Жакске = по имени Жакске /уменьшительно от Жак/) en die had een
stiefmoeder met wie hij in onmin leefde (и у него была мачеха, с которой он
жил не в ладу). Was me dat een kwaad mens (ну и злюка же она была; kwaad
— злой, сердитый; дурной)! Jaakske kon nu eens nooit iets goeds doen in haar
ogen (Жакске ничем не мог ей угодить: «Жакске никогда не удавалось
сделать в ее глазах что-либо хорошее») en telkens als hij naar de wei ging om
de koeien te hoeden (и каждый раз, когда он шел на пастбище пасти коров;
hoeden — стеречь, охранять) gaf ze hem nog slecht eten mee ook (она давала
ему, к тому же, еще и плохую еду).
Er was eens een jongen die Jaakske heette en die had een stiefmoeder met wie
hij in onmin leefde. Was me dat een kwaad mens! Jaakske kon nu eens nooit iets
goeds doen in haar ogen en telkens als hij naar de wei ging om de koeien te
hoeden gaf ze hem nog slecht eten mee ook.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
3
Op een goede morgen (в одно прекрасное утро) trok Jaakske weer eens naar de
wei (Жакске снова брел на пастбище) en hij zag daar langs de weg een
bedelaar staan (там он увидел нищего, стоящего у дороги), een scharminkel
van een vent (худющего: «худого парня»), die had zeker in geen dagen nog
iets onder zijn tand gekregen (у того уж точно днями во рту не побывало ни
крошки: «не получил что-то под свой зуб»). Of die koewachter misschien iets
in zijn knapzak had om te knabbelen (может, у того пастуха что-то было
поесть, в его торбе; knabbelen — грызть, глодать), dat wilde de bedelaar
weten (хотел знать = спросил нищий).
Op een goede morgen trok Jaakske weer eens naar de wei en hij zag daar langs
de weg een bedelaar staan, een scharminkel van een vent, die had zeker in geen
dagen nog iets onder zijn tand gekregen. Of die koewachter misschien iets in
zijn knapzak had om te knabbelen, dat wilde de bedelaar weten.
‘Zeker (конечно /есть/)’, zei Jaakske, ‘kom, we gaan hier aan de kant zitten
(идем, присядем здесь в сторонке) , ik moet mijn koeien in het oog kunnen
houden (мне нужно за моими коровами присматривать: «в глазу мочь
держать»). Eet maar mee (покушайте со мной), maar ik moet u verwittigen
(но я должен вас предупредить), de kost van mijn stiefmoeder is niet vet (еда
моей мачехи скудна: «не жирна»)’.
Het brood was zeker een week oud (хлеб был /уж/ точно недельной
давности), de kaas zweette (сыр прел) en uit de kruik kwam geen fris bier maar
lauw water (а из кувшина лилось не свежее пиво, а теплая вода). Jaakske
deelde zijn schrale spijs eerlijk met de bedelaar (Жакске разделил свою
скудную еду честно с нищим). Die at alsof hij bij de koning aan tafel zat (тот
ел, будто сидел у короля за столом).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
4
‘Zeker’, zei Jaakske, ‘kom, we gaan hier aan de kant zitten, ik moet mijn koeien
in het oog kunnen houden. Eet maar mee, maar ik moet u verwittigen, de kost
van mijn stiefmoeder is niet vet’.
Het brood was zeker een week oud, de kaas zweette en uit de kruik kwam geen
fris bier maar lauw water. Jaakske deelde zijn schrale spijs eerlijk met de
bedelaar. Die at alsof hij bij de koning aan tafel zat.
‘Koewachterke (пастушок)’, zei de bedelaar toen hij het laatste kruimelke van
tussen zijn slechte tanden had gekoterd (сказал нищий, после того, как
выковырял последнюю крошку между своих плохих зубов), ‘jongenlief,
zonder u zou ik verhongerd zijn (голубчик, без вас я бы умер от голода; lief
— дорогой, любимый; verhongeren — умирать от голода). Daarvoor wil ik u
belonen (я хочу вас за это вознаградить). Ge moogt drie wensen doen (ты
можешь загадать три желания) en geloof me of geloof me niet (и верь мне
или не верь), die worden vervuld (они исполнятся: «станут
исполненными»)’.
‘Koewachterke’, zei de bedelaar toen hij het laatste kruimelke van tussen zijn
slechte tanden had gekoterd, ‘jongenlief, zonder u zou ik verhongerd zijn.
Daarvoor wil ik u belonen. Ge moogt drie wensen doen en geloof me of geloof
me niet, die worden vervuld’.
‘Ik wil al heel lang (мне уже очень долго хочется = давно хочу)’, zei Jaakske,
‘een boog die zijn doel niet mist (лук, который не промахивается мимо цели:
«который свою цель не пропускает»). Dan kan ik dat magere eten van mijn
stiefmoeder van tijd tot tijd eens aanvullen (тогда я могу скудную еду моей
мачехи время от времени, как-то дополнять; aanvullen — дополнять,
восполнять)’.
Daar lag al een boog in het gras (там = и вот на траве уже лежал лук).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
5
Jaakske richtte een pijl op een konijn dat juist voorbij sprong (Жакске нацелил
стрелу в кролика, как раз прыгающего мимо). Raak (попал)!
‘Ik wil al heel lang’, zei Jaakske, ‘een boog die zijn doel niet mist. Dan kan ik
dat magere eten van mijn stiefmoeder van tijd tot tijd eens aanvullen’.
Daar lag al een boog in het gras.
Jaakske richtte een pijl op een konijn dat juist voorbij sprong. Raak!
‘Dan wil ik (потом я хочу)’, zei hij, ‘een fluitje en als ge daarop blaast
(дудочку, и когда на ней играешь: «ты в нее дуешь») moeten alle mensen en
beesten dansen (/то/ все люди и животные должны танцевать), of ze het nu
willen of niet (хотят они того или нет)’.
Hop, daar had hij al een fluitje in zijn hand (опля, вот у него в руке уже
дудочка).
Hij blies erop (он заиграл на ней: «подул в нее») en de bedelaar sloeg zijn
dunne benen uit (и нищий бросился плясать: «разбросал свои тощие ноги»)
en alle koeien in de wei begonnen als zottekes van de ene kant naar de andere te
springen (а все коровы на пастбище запрыгали, как сумасшедшие, из
стороны в сторону; zottekes /флам./ = zot — глупец, дурак).
‘Dan wil ik’, zei hij, ‘een fluitje en als ge daarop blaast moeten alle mensen en
beesten dansen, of ze het nu willen of niet’.
Hop, daar had hij al een fluitje in zijn hand.
Hij blies erop en de bedelaar sloeg zijn dunne benen uit en alle koeien in de wei
begonnen als zottekes van de ene kant naar de andere te springen.
Ja, dat fluitje was ook in orde (да, с дудочкой тоже был порядок: «эта
дудочка тоже была в порядке»).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
6
‘En mijn laatste wens is (и мое последнее желание)’, zei Jaakske, ’dat al wie
lelijke woorden tegen mij wil zeggen (что б каждый, кто на меня ругается:
«всякий, кто хочет сказать против меня = мне некрасивые слова»), alleen
nog winden kan laten (еще только «ветер» может = мог бы пускать)’.
Ook dat werd hem toegestaan (и это ему было дано/предоставлено).
Ja, dat fluitje was ook in orde.
‘En mijn laatste wens is’, zei Jaakske, ‘dat al wie lelijke woorden tegen mij wil
zeggen, alleen nog winden kan laten’.
Ook dat werd hem toegestaan.
Toen Jaakske die avond thuiskwam (когда Жакске в тот вечер пришел
домой), begon hij dadelijk op zijn fluitje te spelen (он сразу же заиграл на
своей дудочке; dadelijk — немедленно, тотчас). Zijn stiefmoeder kwam
vanuit haar keuken het erf op gedanst (его мачеха вышла, пританцовывая, из
кухни во двор), zijn vader sprong uit zijn klompen (его отец выпрыгнул из
своих деревянных башмаков) en danste op zijn kousen (и танцевал в носках
= босиком), de kat danste (кот плясал) en de hond (и собака) en ook de gebuur
die met zijn varken voorbijkwam danste (и сосед, что проходил мимо со
своей свиньей, танцевал) en het varken smeet zijn poten in de lucht (и свинья
разошлась: «бросала свои ноги в воздух»).
Toen Jaakske die avond thuiskwam, begon hij dadelijk op zijn fluitje te spelen.
Zijn stiefmoeder kwam vanui haar keuken het erf op gedanst, zijn vader sprong
uit zijn klompen en danste op zijn kousen, de kat danste en de hond en ook de
gebuur die met zijn varken voorbijkwam danste en het varken smeet zijn poten
in de lucht.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
7
Jaakske wilde niet ophouden met fluitspelen (Жакске не хотел переставать
играть на дудочке) voor zijn stiefmoeder hem beloofd had (до тех пор, пока
его мачеха ему не пообещала) de volgende dag zijn knapzak te vullen met
goed eten (наполнить на следующий день его торбу хорошей едой). Ze
moesten haar naar haar bed dragen (им пришлось отнести ее в кровать), zo
moe was ze (такая уставшая она была = так она замаялась).
Jaakske wilde niet ophouden met fluitspelen voor zijn stiefmoeder hem beloofd
had de volgende dag zijn knapzak te vullen met goed eten. Ze moesten haar naar
haar bed dragen, zo moe was ze.
De volgende morgen liep Jaakske naar de wei met een zware knapzak (на
следующее утро Жакске пошел на пастбище с тяжелой торбой). Daar zat
worst in (в ней лежала колбаса; daarin — в ней) en een kruik bier (и кувшин
пива) en vers brood besmeerd met goede boter (и свежий хлеб, намазанный
свежим маслом).
Terwijl Jaakske daar zo bij zijn koeien zat (в то время, когда Жакске сидел со
своими коровами), zag hij aan de kant van de weg (он увидел в стороне от
дороги) onder een doornhaag een patrijs lopen (бегающую под колючей
плетенью куропатку).
‘Die is voor de pot deze avond (это сегодня вечером на ужин: «для
кастрюли»)’, zei hij en hij schoot met zijn boog (сказал он и выстрелил из
лука). Raak! Maar voor hij bij zijn patrijs was (но до того, как он был у
куропатки), zag hij een hand van onder de haag komen (он увидел руку,
высунувшуюся из-под плетени) en de vogel wegpakken (и забравшую
птицу).
De volgende morgen liep Jaakske naar de wei met een zware knapzak. Daar zat
worst in en een kruik bier en vers brood besmeerd met goede boter.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
8
Terwijl Jaakske daar zo bij zijn koeien zat, zag hij aan de kant van de weg onder
een doornhaag een patrijs lopen.
‘Die is voor de pot deze avond’, zei hij en hij schoot met zijn boog. Raak!
Maar voor hij bij zijn patrijs was, zag hij een hand van onder de haag komen en
de vogel wegpakken.
‘Blijf daarvan af, dat is de mijne (не трогай, это мое; afblijven — не
дотрагиваться до чего-либо)!’ riep Jaakske.
‘Nee, van mij (нет мое)’, zei een stem aan de andere kant van de haag
(произнес голос с другой стороны плетени). Het was de schoolmeester van
het dorp (это был школьный сельский учитель/; dorp — деревня).
‘Geef hier (дай сюда)!’ riep Jaakske.
‘Geen denken aan (и не подумаю; geen denken aan — и думать нечего, об
этом не может быть и речи)’, zei de schoolmeester, ‘wie denkt ge wel dat ge
zijt (кого ты из себя возомнил: «кто ты думаешь, что ты есть»)?’
‘Oh, zit dat zo (ах так)’, zei Jaakske en hij begon op zijn fluitje te spelen
(сказал Жакске и заиграл на дудочке: «начал играть на своей дудочке»).
‘Blijf daarvan af, dat is de mijne!’ riep Jaakske.
‘Nee, van mij’, zei een stem aan de andere kant van de haag. Het was de
schoolmeester van het dorp.
‘Geef hier!’ riep Jaakske.
‘Geen denken aan’, zei de schoolmeester, ’wie denkt ge wel dat ge zijt?’
‘Oh, zit dat zo’, zei Jaakske en hij begon op zijn fluitje te spelen.
Daar begon me die schoolmeester toch te dansen (вот тот учитель и
затанцевал), vlak door de doornhaag (прямо через колючую плетень) en
erbovenop (и сверху по ней) en erin (и в ней) en nog eens eronderdoor (и еще
под ней).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
0
9
‘Hou op, hou toch op (прекрати, прекрати же)!’ riep de schoolmeester.
‘Eerst mijn patrijs (сначала мою куропатку)’, floot Jaakske (наигрывал
Жакске).
De schoolmeester smeet hem het beest voor zijn voeten (учитель швырнул
птицу: «зверя» ему под ноги) en maakte dat hij wegkwam (и убрался
восвояси: «сделал так, что он убрался прочь»). Zag die er lelijk uit,
mensenlief (он выглядел безобразно, бедняга), zijn kleren hingen in lappen
aan zijn lijf (его одежда лохмотьями свисала с него: «висела на его теле»).
Daar begon me die schoolmeester toch te dansen, vlak door de doornhaag en
erbovenop en erin en nog eens eronderdoor.
‘Hou op, hou toch op!’ riep de schoolmeester.
‘Eerst mijn patrijs’, floot Jaakske.
De schoolmeester smeet hem het beest voor zijn voeten en maakte dat hij
wegkwam. Zag die er lelijk uit, mensenlief, zijn kleren hingen in lappen aan zijn
lijf.
Toen Jaakske die avond thuiskwam (когда Жакске в тот вечер пришел
домой), was er een grote ruzie (ему досталось: «была большая ссора»). Wat
hij wel met die schoolmeester, ocharme, uitgehaald had (/то/, что он с тем
учителем, бедолагой, вытворил; och — возглас сострадания; arm —
бедный), dat zou hem duur te staan komen (ему дорого обойдется: «дорого
бы обошлось»); de bisschop was op zijn jaarlijkse rondreis in het dorp
aangekomen (в село прибыл епископ со своим ежегодным визитом; rondreis
— объезд; путешествие), die zou hem een strenge straf geven (тот дал бы
ему строгое наказание = он бы его строго наказал)!
Zij naar de bisschop, Jaakske, de stiefmoeder en de schoolmeester (они к
епископу, Жакске, мачеха и учитель).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
0
Toen Jaakske die avond thuiskwam, was er een grote ruzie. Wat hij wel met die
schoolmeester, ocharme, uitgehaald had, dat zou hem duur te staan komen; de
bisschop was op zijn jaarlijkse rondreis in het dorp aangekomen, die zou hem
een strenge straf geven!
Zij naar de bisschop, Jaakske, de stiefmoeder en de schoolmeester.
‘Wat heeft dat manneke u misdaan (чем этот паренек вам навредил = чем
перед вами провинился)?’ vroeg de bisschop plechtig (спросил епископ
церемонно).
De schoolmeester wilde uitvaren tegen Jaakske (учитель хотел обругать
Жакске; uitvaren — набрасываться /tegen — на кого-л./), maar wat hij ook
probeerde (но как он не пытался), hij liet alleen een wind en nog een en nog
een (он пускал только «ветер», и еще один, и еще один), het stonk als in een
varkensstal (/там/ воняло, как в свинарнике).
‘Wat heeft dat manneke u misdaan?’ vroeg de bisschop plechtig.
De schoolmeester wilde uitvaren tegen Jaakske, maar wat hij ook probeerde, hij
liet alleen een wind en nog een en nog een, het stonk als in een varkensstal.
De bisschop werd kwaad (епископ разозлился: «стал зол») en wilde iets
roepen (и хотел что-то крикнуть), maar nu mengde de stiefmoeder zich in het
verhoor (но теперь в допрос вмешалась мачеха; zich mengen —
вмешиваться), natuurlijk met een donderende wind (и, конечно же, с
гремучим ветром) die stonk als een mesthoop (который вонял, как навозная
куча).
De bisschop werd purper van razernij (епископ побагровел от ярости).
‘Ha, is het zo dat gij de zot houdt met mijn rechtvaardigheid (а, так вы
надсмехаетесь: «подшучиваете» над моей справедливостью)! Die jongen is
vrij van alle schuld (юноша свободен от всей вины). En gij twee, gij moogt
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
1
content zijn (а вы двое можете быть довольны) dat het de eerste keer is dat ik
u zie voor mijn rechtersstoel (что я вас впервые вижу перед моим судейским
стулом), anders liet ik u alle twee in de ijzers klinken (иначе я повелел бы вас
обоих заковать в оковы)!’
De bisschop werd kwaad en wilde iets roepen, maar nu mengde de stiefmoeder
zich in het verhoor, natuurlijk met een donderende wind die stonk als een
mesthoop.
De bisschop werd purper van razernij.
‘Ha, is het zo dat gij de zot houdt met mijn rechtvaardigheid! Die jongen is vrij
van alle schuld. En gij twee, gij moogt content zijn dat het de eerste keer is dat
ik u zie voor mijn rechtersstoel, anders liet ik u alle twee in de ijzers klinken!’
De stiefmoeder gaf het nog niet op (мачеха еще не сдавалась; opgeven —
отказываться; оставлять /надежду/). Ze stuurde Jaakske naar de stad (она
отправила Жакске в город). Daar moest hij de rechter een brief afgeven (там
он должен был отдать судье письмо) waarin ze vroeg de jongen op te hangen
(в котором она просила повесить юношу). Maar Jaakske las de brief stiekem
onderweg (но Жакске тайно прочитал письмо по дороге).
De stiefmoeder gaf het nog niet op. Ze stuurde Jaakske naar de stad. Daar moest
hij de rechter een brief afgeven waarin ze vroeg de jongen op te hangen. Maar
Jaakske las de brief stiekem onderweg.
Op het marktplein zag hij de galg al gereed staan (на торговой площади он
увидел уже установленную виселицу; gereed — готовый) en dat was geen
schoon gezicht (зрелище было не из приятных: «вид был некрасивый»), hij
werd er kwaad van (это его разозлило). Hij liep het gerechtshof binnen (он
вошел в здание суда), blies op zijn fluitje (заиграл на своей дудочке) en alle
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
2
rechters en beulen moesten dansen tot op het marktplein onder de galg (и всем
судьям и палачам пришлось танцевать до самой торговой площади /и/ под
виселицу), tot ze erbij vielen (пока они не упали подле нее).
Op het marktplein zag hij de galg al gereed staan en dat was geen schoon
gezicht, hij werd er kwaad van. Hij liep het gerechtshof binnen, blies op zijn
fluitje en alle rechters en beulen moesten dansen tot op het marktplein onder de
galg, tot ze erbij vielen.
Toen Jaakske thuis kwam uit de stad (когда Жакске пришел из города домой),
zag hij dat zijn stiefmoeder onder de appelaar een gat in de grond aan het graven
was (он увидел, что его мачеха под яблоней как раз копала в земле яму:
«была при копании в земле ямы»).
In dat gat verborg ze haar schat (в той яме она прятала свое сокровище), dat
was een kist met al het geld (то был сундук со всеми деньгами) dat ze bijeen
had geschraapt (что она наскребла/скопила) door Jaakske en zijn vader in
versleten kleren te laten rondlopen (посредством того, что она давала Жакске
и его отцу ходить в изношенной одежде) en door hun slecht eten te geven (и
того, что она им давала плохую еду).
Toen Jaakske thuis kwam uit de stad, zag hij dat zijn stiefmoeder onder de
appelaar een gat in de grond aan het graven was.
In dat gat verborg ze haar schat, dat was een kist met al het geld dat ze bijeen
had geschraapt door Jaakske en zijn vader in versleten kleren te laten rondlopen
en door hun slecht eten te geven.
Ze verschoot zich een bult (она сильно напугалась: «шишку набила, вскочив
от испуга»; bult — шишка; сравните: zich een bult lachen = heel erg lachen
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
3
— очень сильно смеяться) toen ze hem daar levend en wel zag staan (когда
она его там увидела /стоящим/ живым и невредимым).
‘Och, Jaakske, mijn lieve jongen, zijt ge al terug uit de stad (о Жакске, мой
дорогой мальчик, ты уже вернулся из города)?’ fleemde ze (подлизывалась
она; flemen — льстить, подлизываться).
Nog nooit was ze zo vriendelijk geweest (она еще никогда не была такой
приветливой).
Ze verschoot zich een bult toen ze hem daar levend en wel zag staan.
‘Och, Jaakske, mijn lieve jongen, zijt ge al terug uit de stad?’ fleemde ze.
Nog nooit was ze zo vriendelijk geweest.
‘Ge zult nu wel honger hebben zeker, na zo’n lange reis (ты, должно быть,
теперь проголодался, после такой длинной дороги)? Kom mee naar de
keuken (идем со мной на кухню), ik heb iets fijns voor u gereedgemaakt (я
приготовила для тебя что-то изысканное/вкусное/особенное)’.
Ze gaf hem de hele patrijs te eten (она дала ему поесть целую куропатку) en
schonk zoveel wijn (и налила так много вина) dat hij zat werd (что он сильно
опьянел; zat — сытый; пьяный) en zijn hoofd op tafel legde naast zijn bord
(положил свою голову на стол возле тарелки) en insliep (и заснул).
Vliegensvlug doorzocht ze zijn zakken (она быстренько: «быстро как муха»
обыскала его карманы; vliegensvlug = zeer vlug — очень быстро) en haalde
er het toverfluitje uit (и достала из них волшебную дудочку; eruit — из них).
Dat zou hij nooit meer terugzien (он ее никогда больше не увидит: «никогда
бы больше не увидел»).
‘Ge zult nu wel honger hebben zeker, na zo’n lange reis? Kom mee naar de
keuken, ik heb iets fijns voor u gereedgemaakt’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
4
Ze gaf hem de hele patrijs te eten en schonk zoveel wijn dat hij zat werd en zijn
hoofd op tafel legde naast zijn bord en insliep. Vliegensvlug doorzocht ze zijn
zakken en haalde er het toverfluitje uit. Dat zou hij nooit meer terugzien.
Toen Jaakske zijn roes had uitgeslapen (когда Жакске выспался от хмеля =
проспался), kon hij zijn fluitje nergens meer vinden (он нигде не мог найти
свою дудочку). Hoe hij zijn zakken ook aftastte (как бы он ни обшаривал
свои карманы), hoe hij ook rondliep op het erf (как бы он не обходил
подворье) om te zien of hij het niet had laten vallen (чтобы посмотреть, не
уронил ли: «не дал ли упасть» он дудочку), het fluitje was weg en bleef weg
(дудочка исчезла и не появлялась: «была прочь и оставалась прочь»).
Toen Jaakske zijn roes had uitgeslapen, kon hij zijn fluitje nergens meer vinden.
Hoe hij zijn zakken ook aftastte, hoe hij ook rondliep op het erf om te zien of hij
het niet had laten vallen, het fluitje was weg en bleef weg.
Jaakske verviel in de zwartste gedachten (Жакске одолевали самые мрачные
мысли: «впал в самые черные мысли»). Zonder zijn toverfluitje wilde hij niet
meer voortleven (без своей волшебной дудочки он не хотел больше
/продолжать/ жить; voort — вперед; дальше), zonder zijn boog, dat ging nog
(без лука еще куда ни шло: «это еще шло»), maar zonder zijn schoon fluitje
(но без своей прекрасной дудочки)? Nee. Hij zocht een sterk stuk koord (он
разыскал крепкий кусок веревки) en ging naar de appelaar om zich op te
hangen (и пошел к яблоне, чтобы повеситься).
Maar wacht eens (постой, постой: «но подожди-ка»; wachten —
ждать,ожидать), had hij zijn stiefmoeder daar haar schat niet zien begraven
(не видел ли он разве свою мачеху, закапывающую там свои сокровища)?
Jaakske liet zijn koord voor wat ze waard was (Жакске оставил свою веревку
в покое: «на сколько она стоила/на что она годилась»; waard — стоящий),
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
5
liep om een spade (сбегал за лопатой), groef de schat op (откопал сокровище;
opgraven — откапывать) en pakte zijn biezen (и поспешил прочь; zijn biezen
pakken /флам./ = hastig vertrekken — спешно отправиться = навострить
лыжи, смотать удочки; bies — тростник; камыш; pakken — укладывать;
схватывать; охватывать).
Jaakske verviel in de zwartste gedachten. Zonder zijn toverfluitje wilde hij niet
meer voortleven, zonder zijn boog, dat ging nog, maar zonder zijn schoon
fluitje? Nee. Hij zocht een sterk stuk koord en ging naar de appelaar om zich op
te hangen.
Maar wacht eens, had hij zijn stiefmoeder daar haar schat niet zien begraven?
Jaakske liet zijn koord voor wat ze waard was, liep om een spade, groef de schat
op en pakte zijn biezen.
De volgende dag maakte de vader van Jaakske zijn vrouw de bitterste verwijten
(на следующий день отец Жакске упрекал свою жену: «делал его жене
самые горькие упреки»).
‘Waar is hij nu (где он теперь)? Wat hebt ge met hem gedaan (что ты с ним
сделала)? Ge hebt zijn dood gewild (ты хотела его смерти)! Van de eerste dag
hebt ge hem niet kunnen verdragen (ты не могла его терпеть с первого /же/
дня). Oh, waarom heb ik mijn Jaakske niet beter tegen u verdedigd (надо было
лучше заступаться за моего Жакске: «почему я лучше не защищал моего
Жакске от тебя»), lelijke ros (скверная рыжуха)!’
Hij wist van geen ophouden (он не мог остановиться: «не знал, /как/
остановиться»). De godganse dag bleef hij jammeren en schelden (целый
Божий день он не переставал причитать и ругаться).
De volgende dag maakte de vader van Jaakske zijn vrouw de bitterste verwijten.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
6
‘Waar is hij nu? Wat hebt ge met hem gedaan? Ge hebt zijn dood gewild! Van
de eerste dag hebt ge hem niet kunnen verdragen. Oh, waarom heb ik mijn
Jaakske niet beter tegen u verdedigd, lelijke ros!’
Hij wist van geen ophouden. De godganse dag bleef hij jammeren en schelden.
Tegen de avond had de stiefmoeder er schoon genoeg van (к вечеру мачехе все
это хорошенько надоело: «ей было этого довольно»). Ze zou haar schat
opgraven en op de vlucht gaan (она собиралась выкопать ее сокровище и
убежать: «она бы откопала ее сокровище и сбежала»; vlucht — полет;
бегство). Maar toen ze bij de appelaar kwam (но когда она пришла к яблоне)
zag ze dat het gat was opengewoeld (то увидела отрытую яму: «она увидела,
что отверстие было отрытым») en haar schat geroofd (а ее сокровище
украдено).
Tegen de avond had de stiefmoeder er schoon genoeg van. Ze zou haar schat
opgraven en op de vlucht gaan. Maar toen ze bij de appelaar kwam zag ze dat
het gat was opengewoeld en haar schat geroofd.
Nu begon ze te kijven en te schelden op Jaakske (теперь она ругала Жакске:
«начала браниться и ругаться на Жакске»), maar ze kon natuurlijk alleen
maar vieze winden laten (но она только пускала противный ветер: «могла
выпускать, конечно же, только противные ветры»; vies — грязный;
противный; wind — ветер). Daar zag ze de koord onder de boom liggen (вот
она увидела веревку, лежавшую под деревом). Van grote kwaadheid hing ze
zich op aan de dikste tak (и повесилась со злости на самой толстой ветке: «с
огромной злости она повесилась на самой толстой ветке»).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
7
Nu begon ze te kijven en te schelden op Jaakske, maar ze kon natuurlijk alleen
maar vieze winden laten. Daar zag ze de koord onder de boom liggen. Van grote
kwaadheid hing ze zich op aan de dikste tak.
Jaakske was al in een verre stad (Жакске был уже в далеком городе), veel
verder dan die van de rechters (намного дальше, чем город судей), toen hij
vernam (когда он узнал; vernemen — узнавать; получить известие) dat zijn
stiefmoeder zich verhangen had (что его мачеха повесилась). Zo rap als hij
kon keerde hij terug naar zijn vaderhuis (он вернулся, как можно скорее, в
свой отцовский дом) en daar leefde nog lang en gelukkig (и там он жил еще
долго и счастливо).
Jaakske was al in een verre stad, veel verder dan die van de rechters, toen hij
vernam dat zijn stiefmoeder zich verhangen had. Zo rap als hij kon keerde hij
terug naar zijn vaderhuis en daar leefde nog lang en gelukkig.
De visserszoon en de prinses
(Рыбацкий сын и принцесса)
In Amsterdam woonde eens een prinses die overal door kon kijken (когда-то в
Амстердаме жила принцесса, видящая все насквозь: «которая через все
могла видеть»; overal — везде,повсюду; комбинезон). Ze keek los door de
dikke muren van haar kasteel (она свободно видела сквозь толстые стены
своего замка) en zelfs al had ge goud of juwelen verborgen in een ijzeren kist in
een diepe kelder (и даже если у вас было спрятано золото или драгоценные
камни в железном сундуке, в глубоком подвале), de prinses van Amsterdam
ontdekte uw schatten in één oogopslag (принцесса Амстердама находила
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
8
ваши сокровища, /лишь/ раз взглянув: «в мгновение ока»). De prinses nu
wilde niet trouwen of liever (так вот принцесса не хотела выходить замуж,
или, лучше /сказать/), ze wilde alleen trouwen met de man (она хотела выйти
замуж только за /того/ мужчину) die zich aan haar oog kon onttrekken
(который смог бы ускользнуть от ее взгляда; onttrekken — вырывать;
ускользать).
In Amsterdam woonde eens een prinses die overal door kon kijken. Ze keek los
door de dikke muren van haar kasteel en zelfs al had ge goud of juwelen
verborgen in een ijzeren kist in een diepe kelder, de prinses van Amsterdam
ontdekte uw schatten in één oogopslag. De prinses nu wilde niet trouwen of
liever, ze wilde alleen trouwen met de man die zich aan haar oog kon
onttrekken.
Dat raakte natuurlijk in vele landen bekend (конечно же, об этом стало
известно во многих странах) en honderden prinsen en graven en hertogen
dongen naar haar hand (и сотни принцев, графов и герцогов добивались ее
руки; dingen — домогаться, добиваться), de prinses was zeer schoon
(принцесса была очень красивой). Slecht bekwam het hun (для них это
заканчивалось плачевно: «им приходилось плохо»), want haar vader, de
koning van Amsterdam (потому что ее отец, король Амстердама), had op
verzoek van zijn dochter een harde wet uitgevaardigd (издал, по просьбе своей
дочери, строгий указ): wie zich niet kon verstoppen voor de prinses (кому не
удавалось спрятаться от принцессы) werd terstond opgeknoopt (становился
немедленно повешен).
Dat raakte natuurlijk in vele landen bekend en honderden prinsen en graven en
hertogen dongen naar haar hand, de prinses was zeer schoon. Slecht bekwam het
hun, want haar vader, de koning van Amsterdam, had op verzoek van zijn
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
1
9
dochter een harde wet uitgevaardigd: wie zich niet kon verstoppen voor de
prinses werd terstond opgeknoopt.
Er lagen al tientallen hoge heren begraven rond het koninklijke kasteel van
Amsterdam (уже десятки знатных господ лежали похороненными вокруг
королевского замка Амстердама) en de prinses bleef wat ze was, ongetrouwd
(а принцесса так и оставалась незамужней: «оставалась тем, чем она была,
незамужней»).
Er lagen al tientallen hoge heren begraven rond het koninklijke kasteel van
Amsterdam en de prinses bleef wat ze was, ongetrouwd.
Dat hoorde een visserszoon in Vlaanderen (об этом прослышал рыбацкий сын
во Фландрии). Hij begon na te denken over die verre prinses (он начал
задумываться о далекой принцессе), steeds meer na te denken en na te denken
(все больше размышлять и размышлять); zelfs wanneer hij in zijn bootje
uitvoer om te vissen op de Noordzee (даже когда он выплывал на своей
лодке, чтобы порыбачить в Северном море) kon hij de prinses niet uit zijn
gedachten zetten (он не переставал думать о ней: «он не мог выставить
принцессу из своих мыслей»). Het was dan ook geen wonder dat hij steeds
minder vis in zijn netten kreeg (так что не удивительно: «это было тогда
также не чудо», что ему в сети попадалось все меньше рыбы: «получал все
меньше рыбы в свои сети»; steeds — постоянно, всегда /флам./) en dat zijn
vader steeds kwader werd (и что его отец становился все сердитей). Vroeger
was zijn zoon de beste visser van hele Vlaamse kust en nu (раньше его сын
был лучшим рыбаком всего Фламандского побережья, а теперь)?
Dat hoorde een visserszoon in Vlaanderen. Hij begon na te denken over die
verre prinses, steeds meer na te denken en na te denken; zelfs wanneer hij in zijn
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
0
bootje uitvoer om te vissen op de Noordzee kon hij de prinses niet uit zijn
gedachten zetten. Het was dan ook geen wonder dat hij steeds minder vis in zijn
netten kreeg en dat zijn vader steeds kwader werd. Vroeger was zijn zoon de
beste visser van hele Vlaamse kust en nu?
‘Als ge niet oppast (если ты не будешь осторожным; oppassen —
остерегаться, быть внимательным) verliest ge dadelijk uw netten nog in zee
(то потеряешь сейчас еще и свои сети в море)!’ riep hij (кричал он). Maar de
visserszoon was met zijn gedachten bij de prinses (но рыбацкий сын был
своими мыслями с принцессой). De volgende dag zat er nog één vis, één
enkele in zijn net (на следующий день в его сети попалась только одна рыба,
одна единственная). Maar wat hoorde de visserszoon (но что услышал
рыбацкий сын)? Die vis begon te spreken (рыба заговорила)!
‘Ach, lieve visserszoon, laat mij toch leven (ах, добрый сын рыбака, сжалься
надо мной: «позволь же мне жить»). Smijt mij terug in zee (брось меня назад
в море), ge zult er geen spijt van hebben (ты не пожалеешь об этом; spijt —
сожаление; досада)!’
‘Als ge niet oppast verliest ge dadelijk uw netten nog in zee!’ riep hij. Maar de
visserszoon was met zijn gedachten bij de prinses. De volgende dag zat er nog
één vis, één enkele in zijn net. Maar wat hoorde de visserszoon? Die vis begon
te spreken!
‘Ach, lieve visserszoon, laat mij toch leven. Smijt mij terug in zee, ge zult er
geen spijt van hebben!’
‘Maar mijn vader slaat mij halfdood als ik met lege netten binnenvaar (но мой
отец изобьет меня до полусмерти, если я приплыву с пустыми сетями)!’
‘Ga dan weg van huis (уйдите тогда из дома). Ik zal u helpen (я буду вам
помогать). Breek me een vin af en bewaar die (отломайте у меня один
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
1
плавник и сохраните его) die zal u nog van pas komen (он вам еще
пригодится; pas — проход; шаг). En smeet me dan terug de zee in (а потом
бросьте меня назад в море)’. Dat deed de visserszoon (рыбацкий сын так и
сделал).
‘Maar mijn vader slaat mij halfdood als ik met lege netten binnenvaar!’
‘Ga dan weg van huis. Ik zal u helpen. Breek me een vin af en bewaar die, die
zal u nog van pas komen. En smeet me dan terug de zee in’. Dat deed de
visserszoon.
Zijn vader tierde en brulde toen hij de boot zonder vangst zag (его отец кричал
и ругался, когда он увидел лодку без улова). De visserszoon mocht thuis niet
meer binnen (рыбацкому сыну не разрешалось больше /входить/ в дом).
‘Ga maar naar Amsterdam (поезжай в Амстердам)!’ riep zijn vader (кричал
его отец). ‘Trouw met die prinses (женись на принцессе), ge zijt toch te lomp
om te vissen (ты слишком уж неуклюж, чтобы рыбачить; lomp —
неуклюжий; неповоротливый)!’
Zijn vader tierde en brulde toen hij de boot zonder vangst zag. De visserszoon
mocht thuis niet meer binnen.
‘Ga maar naar Amsterdam!’ riep zijn vader. ‘Trouw met die prinses, ge zijt toch
te lomp om te vissen!’
Ja, toen moest de visserszoon wel op weg gaan naar Amsterdam (да, сыну
рыбака пришлось-таки отправиться в Амстердам). Hij had niets meer (у
него больше ничего не было), hij moest bedelen voor zijn brood (ему
приходилось попрошайничать на хлеб: «для своего хлеба»). Of ja, hij had
toch iets (ах да, что-то у него все же было). In zijn broekzak stak de vin van
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
2
de wondervis (в кармане его брюк лежал плавник волшебной рыбы; steken
— втыкать; находиться).
Ja, toen moest de visserszoon wel op weg gaan naar Amsterdam. Hij had niets
meer, hij moest bedelen voor zijn brood. Of ja, hij had toch iets. In zijn broekzak
stak de vin van de wondervis.
Een paar dagen later stond de visserszoon aan de rand van een groot bos (пару
дней спустя: «позднее» рыбацкий сын стоял на опушке большого леса). En
terwijl hij zocht naar een wegel om er door te komen (и в то время, как он
искал тропинку, чтобы пройти), sprong een fraai hert naast hem (возле него
проскакал красивый олень), brak door de struiken (проломился через кусты)
en verdween in de donkerte tussen de bomen (и исчез в чаще, между деревьев;
verdwijnen — исчезнуть, пропасть). Nu hoorde de visserszoon ook
jachthoorns (теперь сын рыбака услыхал и охотничьи рожки) en geblaf van
honden in de verte (и лай собак вдали).
Een paar dagen later stond de visserszoon aan de rand van een groot bos. En
terwijl hij zocht naar een wegel om er door te komen, sprong een fraai hert naast
hem, brak door de struiken en verdween in de donkerte tussen de bomen. Nu
hoorde de visserszoon ook jachthoorns en geblaf van honden in de verte.
Jagers te paard kwamen aangedraafd (скача рысью верхом на лошадях,
приближались охотники; aandraven — приближаться, скача рысью;draven
— бежать рысью; te paard — верхом; paard — лошадь). Of hij geen hert had
gezien (не видал ли он оленя), vroegen de heren (спросили господа). Ja dat
had hij gezien (да, он его видел), zeker, een groot hert (конечно, большого
оленя), daar bij die boom in de verte (там, у того дерева вдали), daar liep een
hert (там пробежал олень). Hij wees de jagers helemaal verkeerd (он указал
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
3
охотникам совершенно неправильно; wijzen — показывать, указывать;
verkeerd — неправильный, ложный; обратный).
Jagers te paard kwamen aangedraafd. Of hij geen hert had gezien, vroegen de
heren. Ja dat had hij gezien, zeker, een groot hert, daar bij die boom in de verte,
daar liep een hert. Hij wees de jagers helemaal verkeerd.
‘Ze zullen dat beest niet hebben (им тот зверь не достанется)’, zei hij bij
zichzelf (сказал он про себя).
Toen hij ’s avonds aan de andere kant het bos uitkwam (когда он, вечером,
вышел на другой стороне леса), stond het hert hem op te wachten (/там/
стоял, поджидая его, олень: «олень стоял /чтобы/ его поджидать»).
‘Ge hebt mij van de jagers gered (ты спас меня от охотников)’, zei het (сказал
олень; het — оно /о животном/ — заменяет здесь слово «олень»). ‘Brek een
stuk van mijn gewei af (отломи кусок от моих рогов), het zal u nog van pas
komen (он/это вам еще пригодится)’.
‘Ze zullen dat beest niet hebben’, zei hij bij zichzelf.
Toen hij ’s avonds aan de andere kant het bos uitkwam, stond het hert hem op te
wachten.
‘Ge hebt mij van de jagers gered’, zei het. ‘Brek een stuk van mijn gewei af, het
zal u nog van pas komen’
Een week later zag de visserszoon in de verte de torens van Amsterdam
(неделю спустя рыбацкий сын увидел вдали башни Амстердама). Nog een
dag lopen (еще день пути: «еще один день идти») en hij zou bij de prinses
zijn (и он будет у принцессы: «был бы рядом с принцессой»). Maar wat was
dat gejank en gejammer achter die haag (но что это /был/ за визг и плач за
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
4
/той/ изгородью)? Een vos zat daar met zijn achterpoot in een klem (там
сидела, попав своей задней лапой в капкан, лиса).
Een week later zag de visserszoon in de verte de torens van Amsterdam. Nog
een dag lopen en hij zou bij de prinses zijn. Maar wat was dat gejank en
gejammer achter die haag? Een vos zat daar met zijn achterpoot in een klem.
‘Zwijg toch, beest (да помолчи же, зверь)’, zei de visserszoon, ‘zoudt ge soms
willen dat de ganzenboer u hoort (может ты хочешь: «или тебе хотелось бы»,
чтобы хозяин гусей тебя услыхал; gans — гусь)? Zit stil, dan maak ik u los
(сиди тихо, тогда я тебя освобожу; losmaken — расстегнуть;освободить)’.
‘Als ge ooit in de penarie zit (если ты когда-нибудь окажешься в нужде)’, zei
de vos toen hij uit de klem bevrijd was (сказала лиса, после того, как она
была освобождена из капкана), ‘dan moet ge simpelweg “Vos” roepen (тогда
тебе нужно будет просто позвать «лиса») en ik kom u dadelijk helpen (и я
приду вам немедленно на помощь/ помочь). Ge zult zien, het zal u nog van
pas komen (увидишь, это тебе еще пригодится)’.
En de vos hinkte weg door een gat in de heg (и лиса заковыляла прочь, через
отверстие в ограде).
‘Zwijg toch, beest’, zei de visserszoon, ‘zoudt ge soms willen dat de ganzenboer
u hoort? Zit stil, dan maak ik u los’.
‘Als ge ooit in de penarie zit’, zei de vos toen hij uit de klem bevrijd was, ‘dan
moet ge simpelweg “Vos” roepen en kom u dadelijk helpen. Ge zult zien, het zal
u nog van pas komen’.
En de vos hinkte weg door een gat in de heg.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
5
De volgende ochtend stond de visserszoon voor het koninklijke kasteel in
Amsterdam (на следующее утро рыбацкий сын стоял перед королевским
замком в Амстердаме).
‘Ik wil de prinses zien (я хочу увидеть принцессу)’, zei hij tegen de
poortwachters (сказал он привратникам).
‘Jij? De prinses? Wat zou jij bij de prinses gaan doen (ты? принцессу? что бы
ты делал: «собирался делать» у принцессы)? Je stinkt naar vis (ты воняешь
рыбой)! Heb je misschien een afspraak (может быть, у тебя /назначена/
встреча: «имеешь договоренность»)?’
‘Ik wil met haar trouwen (я хочу на ней жениться)’, zei de visserszoon.
De volgende ochtend stond de visserszoon voor het koninklijke kasteel in
Amsterdam.
‘Ik wil de prinses zien’, zei hij tegen de poortwachters.
‘Jij? De prinses? Wat zou jij bij de prinses gaan doen? Je stinkt naar vis! Heb je
misschien een afspraak?’
‘Ik wil met haar trouwen’, zei de visserszoon.
De poortwachters kwamen niet meer bij van het lachen (привратники не могли
прийти в себя: «не приходили больше в себя» от смеха; bijkomen —
приближаться; приходить в себя). Zo hard lachten ze (они так громко
смеялись; hard — твердый; сильно) dat de prinses nieuwsgierig naar de poort
kwam gelopen (что принцесса прибежала от любопытства: «прибыла
бегущей» к воротам).
‘Wat zoek je hier (что ты здесь ищешь)?’ vroeg ze aan de visserszoon
(спросила она у рыбацкого сына) en ze haalde haar neus op (и она прикрыла
свой нос) want ze vond dat hij stonk (потому что он вонял: «она находила,
что он вонял»).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
6
‘Ik wil trouwen met de prinses die overal door kan kijken (я хочу жениться на
принцессе, которая все видит насквозь)’, zei de visserszoon dapper
(ответил/сказал смело рыбацкий сын).
‘Oh, dat wil je (а, ты это хочешь)’, zei de prinses. ‘Wachters, breng hem naar
de troonzaal (охрана, отведите его в тронный зал)’.
Ze lachte niet luid zoals de soldaten aan de poort (она не засмеялась /так/
громко, как солдаты у ворот), ze glimlachte, maar haar glimlach was zo koud
als ijs (она улыбнулась, но ее улыбка была такой холодной, как лед).
De poortwachters kwamen niet meer bij van het lachen. Zo hard lachten ze dat
de prinses nieuwsgierig naar de poort kwam gelopen.
‘Wat zoek je hier?’ vroeg ze aan de visserszoon en ze haalde haar neus op want
ze vond dat hij stonk.
‘Ik wil trouwen met de prinses die overal door kan kijken’, zei de visserszoon
dapper.
‘Oh, dat wil je’, zei de prinses. ‘Wachters, breng hem naar de troonzaal’.
Ze lachte niet luid zoals de soldaten aan de poort, ze glimlachte, maar haar
glimlach was zo koud als ijs.
Ze zat op de troon (она сидела на троне) en keek de visserszoon aan (и
смотрела на сына рыбака; aankijken — смотреть в глаза; рассматривать
кого-либо). Zulke ogen had hij nog nooit gezien (подобных глаз он еще
никогда не видел), ze waren zacht en hard tegelijkertijd (они были нежными
и в то же время суровыми; tegelijkertijd — в то же время, одновременно);
het leek of de prinses zijn hart uit zijn lijf kon kijken (казалось, будто
принцесса могла высмотреть его сердце из /его/ тела = видела его
насквозь).
‘Drie kansen krijg je van mij (я даю тебе три шанса: «ты получаешь от меня
три шанса»)’, zei ze, ‘driemaal moet je je verstoppen (ты должен спрятаться
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
7
три раза). Vind ik je drie keer (найду я тебя три раза) dan word je opgeknoopt
aan de hoogste galg (тогда ты будешь повешен на самой высокой виселице).
Vind ik je één keer niet (один раз я тебя не найду), dan mag je met mij
trouwen (тогда ты можешь на мне жениться)’.
‘Dat wil ik, met u trouwen (я этого и хочу, на вас жениться)’.
Ze zat op de troon en keek de visserszoon aan. Zulke ogen had hij nog nooit
gezien, ze waren zacht en hard tegelijkertijd; het leek of de prinses zijn hart uit
zijn lijf kon kijken.
‘Drie kansen krijg je van mij’, zei ze, ‘driemaal moet je je verstoppen. Vind ik je
drie keer dan word je opgeknoopt aan de hoogste galg. Vind ik je één keer niet,
dan mag je met mij trouwen’.
‘Dat wil ik, met u trouwen’.
‘Visser (рыбак)’, zei de prinses (сказала принцесса), ’honderden prinsen en
edellieden zijn je voorafgegaan (сотни принцев и знатных людей
предшествовали тебе; edel — дворянский; благородный). Heb je dan hun
grafzerken buiten de wallen niet gezien (ты что же, не видел их надгробий за
валами)? Allemaal zijn ze opgeknoopt (они все повешены), allemaal, en ik ben
nog altijd niet getrouwd (все, а я все еще не замужем). Je kunt nog altijd terug
nu, naar je vissersboot (ты можешь сейчас еще вернуться назад, к своей
рыбацкой лодке)’.
‘Nee’, zei de visserszoon, ‘ik wil niet terug, ik wil met u trouwen (нет, я не
хочу назад, я хочу на вас жениться)’.
‘Mij best (как хочешь: «мне лучше»)’, zei de prinses, ‘maar geloof me (но
поверь мне), je hebt je doodvonnis getekend (ты подписал свой смертный
приговор; vonnis — приговор, решение суда). Ga nu waar je wilt (иди теперь,
куда хочешь), binnen of buiten het kasteel (внутри или вне/снаружи замка),
en verstop je (и спрячься). Morgen zal ik je vinden (завтра я тебя найду)!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
8
‘Visser’, zei de prinses, ‘honderden prinsen en edellieden zijn je voorafgegaan.
Heb je dan hun grafzerken buiten de wallen niet gezien? Allemaal zijn ze
opgeknoopt, allemaal, en ik ben nog altijd niet getrouwd. Je kunt nog altijd terug
nu, naar je vissersboot’.
‘Nee’, zei de visserszoon, ‘ik wil niet terug, ik wil met u trouwen’.
‘Mij best’, zei de prinses, ‘maar geloof me, je hebt je doodvonnis getekend. Ga
nu waar je wilt, binnen of buiten het kasteel, en verstop je. Morgen zal ik je
vinden!’
De hele dag zwierf de visserszoon door de straten van de grote stad Amsterdam
(сын рыбака бродил целый день по улицам большого города Амстердама).
’s Avonds ging hij zitten aan de oever van een wijd water, het Ij (вечером он
присел на берегу большой реки: «широкой воды», Эй; ’s avonds = des
avonds = in de avond — вечером). Ineens dacht hij aan de vin van de wondervis
(внезапно он подумал о плавнике волшебной рыбы). Hij zocht in zijn
broekzak en (он поискал в кармане брюк и)... daar stak de wondervis zijn kop
al boven het water uit (волшебная рыба уже высунула свою голову из воды).
‘Wat wenst ge, visserszoon (чего вы желаете, рыбацкий сын)?’ vroeg hij
(спросила она: «он»).
‘Ik moet mij verbergen voor de alziende ogen van de prinses van Amsterdam
(мне нужно спрятаться от всевидящих глаз принцессы Амстердама)’, zei de
visserszoon.
De hele dag zwierf de visserszoon door de straten van de grote stad Amsterdam.
’s Avonds ging hij zitten aan de oever van een wijd water, het Ij. Ineens dacht
hij aan de vin van de wondervis. Hij zocht in zijn broekzak en... daar stak de
wondervis zijn kop al boven het water uit.
‘Wat wenst ge, visserszoon?’ vroeg hij.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
2
9
‘Ik moet mij verbergen voor de alziende ogen van de prinses van Amsterdam’,
zei de visserszoon.
‘Kom maar mee (пошли со мной), naar het paleis van mijn vader in de diepste
zee (во дворец моего отца, в самом глубоком море = в самой глубине
моря)’, zei de vis.
De visserszoon sprong in het water (рыбацкий сын прыгнул в воду), maar hij
verdronk niet (но он не утонул). Hij dook achter de wondervis aan (он нырнул
вслед за волшебной рыбой), steeds dieper en dieper zakten ze (они
опускались все глубже и глубже), tot in de diepste kloven van de zeebodem
(до самых глубоких впадин морского дна). Daar stond een schitterend paleis
van koralen en wieren en schelpen (там стоял ослепительный дворец, из
кораллов, морских растений и ракушек). In dat paleis troonde de
vissenkoning (в том дворце восседал на троне король рыб) en de visserszoon
mocht wegkruipen onder zijn troon (и сын рыбака мог спрятаться: «заползти»
под его трон).
‘Kom maar mee, naar het paleis van mijn vader in de diepste zee’, zei de vis.
De visserszoon sprong in het water, maar hij verdronk niet. Hij dook achter de
wondervis aan, steeds dieper en dieper zakten ze, tot in de diepste kloven van de
zeebodem. Daar stond een schitterend paleis van koralen en wieren en schelpen.
In dat paleis troonde de vissenkoning en de visserszoon mocht wegkruipen
onder zijn troon.
De volgende morgen wierp de prinses van Amsterdam haar slaapkamerraam
open (на следующее утро принцесса Амстердама распахнула окно своей
спальни; slaap — сон; raam — рама; окно). Met haar krachtige ogen speurde
ze de lucht af (она осмотрела своими проницательными глазами воздух), ze
keek in alle huizen, kerken en kastelen (она смотрела во все дома, церкви и
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
0
замки) en dwars door alle wouden (и сквозь все леса). Maar ze vond de
visserszoon niet (но она не нашла рыбацкого сына). Ze keek in alle karren
(она заглянула во все повозки), tonnen (бочки), schepen (корабли) en
schuren (и сараи), maar ze vond de visserszoon niet. Ze keek in alle beken en
bronnen (она смотрела во все ручьи и родники), in rivieren en stromen (в
реки и большие реки), maar ook daar was hij niet (но и там его не было).
De volgende morgen wierp de prinses van Amsterdam haar slaapkamerraam
open. Met haar krachtige ogen speurde ze de lucht af, ze keek in alle huizen,
kerken en kastelen en dwars door alle wouden. Maar ze vond de visserszoon
niet. Ze keek in alle karren, tonnen, schepen en schuren, maar ze vond de
visserszoon niet. Ze keek in alle beken en bronnen, in rivieren en stromen, maar
ook daar was hij niet.
Toen keek ze naar de zee en in de zee (потом она смотрела на море и в море),
steeds dieper en dieper, tot ze riep (все глубже и глубже, пока она не
крикнула):
‘Visserszoon, visserszoon, wat zoek je daar onder die troon (рыбацкий сын,
что ты там ищешь под троном)?’
Ja, de visserszoon was ontdekt (да, рыбацкий сын был обнаружен), zelfs de
wondervis had hem niet kunnen helpen (даже волшебная рыба не смогла ему
помочь). Hij dook op uit de zee (он вынырнул из моря) en ging naar het
kasteel van Amsterdam (и пошел в замок Амстердама).
Toen keek ze naar de zee en in de zee, steeds dieper en dieper, tot ze riep:
‘Visserszoon, visserszoon, wat zoek je daar onder die troon?’
Ja, de visserszoon was ontdekt, zelfs de wondervis had hem niet kunnen helpen.
Hij dook op uit de zee en ging naar het kasteel van Amsterdam.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
1
De prinses lachte hem uit (принцесса его высмеяла; uitlachen — осмеивать;
высмеивать).
‘Altijd zal ik je vinden, vissertje, altijd (я найду тебя всегда, рыбачишка,
всегда). Overal keek ik door (я вижу все /и везде/ насквозь). Ik zie dwars door
de muren heen (я вижу через стены; dwars — косой, поперечный, поперек)
dat de beul de galg al optimmert (что палач уже сколачивает виселицу). Tot
morgen (до завтра)!’
De prinses lachte hem uit.
‘Altijd zal ik je vinden, vissertje, altijd. Overal keek ik door. Ik zie dwars door
de muren heen dat de beul de galg al optimmert. Tot morgen!’
De visserszoon liep de stad uit (рыбацкий сын ушел за город), al wist hij dat
de prinses hem ook daar zou vinden (хотя он знал, что принцесса его и там
найдет).
‘Het wonderhert moet mij helpen (волшебный олень должен мне помочь)’,
zei hij en hij haalde het stukske gewei uit zijn broekzak (сказал он и достал
кусочек рога из кармана).
Daar sprong het hert al voor zijn voeten (тут как тут, перед ним выскочил
олень: «перед его ногами/ступнями»).
‘Klim op mijn rug (взбирайся мне на спину)’, zei het wonderhert.
De visserszoon liep de stad uit, al wist hij dat de prinses hem ook daar zou
vinden.
‘Het wonderhert moet mij helpen’, zei hij en hij haalde het stukske gewei uit
zijn broekzak.
Daar sprong het hert al voor zijn voeten.
‘Klim op mijn rug’, zei het wonderhert.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
2
Het draafde met de visserszoon een woud in (олень поскакал с рыбацким
сыном в лес) dat wel tien keer zo uitgestrekt was als de grote stad Amsterdam
(который в десять раз был шире, чем город Амстердам) en zo donker dat de
vogels tegen de bomen vlogen (и такой дремучий, что /даже/ птицы не могли
пролететь: «ударялись о деревья»). Maar het wonderhert botste tegen geen
enkele boom (но волшебный олень не натолкнулся ни на одно дерево), het
bracht de visserszoon naar een hol (он принес рыбацкого сына к норе) onder
een eik in het midden van het woud (/находившейся/ под дубом, посреди
леса).
‘Hier vindt zelfs de prinses mij niet (даже принцесса здесь меня не найдет)’,
dacht de visserszoon (подумал сын рыбака).
Het draafde met de visserszoon een woud in dat wel tien keer zo uitgestrekt was
als de grote stad Amsterdam en zo donker dat de vogels tegen de bomen vlogen.
Maar het wonderhert botste tegen geen enkele boom, het bracht de visserszoon
naar een hol onder een eik in het midden van het woud.
‘Hier vindt zelfs de prinses mij niet’, dacht de visserszoon.
De volgende morgen klom de prinses van Amsterdam op de hoogste toren van
haar kasteel (на следующее утро принцесса Амстердама взобралась на
самую высокую башню своего замка; klimmen — лезть, взбираться). Ze
keek in alle zeeen, rivieren en bronnen (она посмотрела во все моря, реки и
источники), maar ze zag de visserszoon niet. Ze keek in schuren en schepen, in
tonnen en karren (она посмотрела в сараи и корабли, в бочки и повозки),
maar ook daar zag ze de visserszoon niet (но и там она не увидела сына
рыбака).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
3
De volgende morgen klom de prinses van Amsterdam op de hoogste toren van
haar kasteel. Ze keek in alle zeeen, rivieren en bronnen, maar ze zag de
visserszoon niet. Ze keek in schuren en schepen, in tonnen en karren, maar ook
daar zag ze de visserszoon niet.
Ze speurde de lucht af met haar doordringende ogen (она обыскала воздух
своими пронизывающими глазами) en keek dwars door muren van kastelen,
kerken en huizen (и посмотрела сквозь стены замков, церквей и домов).
Geen visserszoon (нет рыбацкого сына). Toen richtte ze haar krachtige blik op
bos en struikgewas (потом она направила свой сильный взгляд на лес и
кустарник), op heg en woud (на живую изгородь и бор). Tot in het diepste
van het donkerste woud keek ze (она смотрела в чащу самого дремучего
леса), steeds dieper en dieper (все глубже и глубже). En ze riep (и она
прокричала):
‘Gisteren in het water koud (вчера в воде холодной), vandaag verborgen in het
woud (сегодня скрывшийся в лесу)!’
Ze speurde de lucht af met haar doordringende ogen en keek dwars door muren
van kastelen, kerken en huizen. Geen visserszoon. Toen richtte ze haar krachtige
blik op bos en struikgewas, op heg en woud. Tot in het diepste van het donkerste
woud keek ze, steeds dieper en dieper. En ze riep:
‘Gisteren in het water koud, vandaag verborgen in het woud!’
Dat hoorde de visserszoon tot in zijn schuilplaats (рыбацкий сын услышал это
в своем укрытии). Ook het wonderhert had hem niet kunnen helpen (и
волшебный олень не смог ему помочь). Het bracht hem terug naar
Amsterdam, naar het kasteel (он принес его назад в Амстердам, в замок). De
prinses lachte de visserszoon nog luider uit dan gisteren (принцесса высмеяла
рыбацкого сына еще громче, чем вчера).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
4
‘Morgen slaat je laatste uur, vissertje (завтра пробьет твой последний час,
рыбачок)! De galg staat al klaar (виселица /стоит/ уже готова)!’
Dat hoorde de visserszoon tot in zijn schuilplaats. Ook het wonderhert had hem
niet kunnen helpen. Het bracht hem terug naar Amsterdam, naar het kasteel. De
prinses lachte de visserszoon nog luider uit dan gisteren.
‘Morgen slaat je laatste uur, vissertje! De galg staat al klaar!’
‘Nu ben ik verloren (теперь я пропал)’, zei de visserszoon bij zichzelf (сказал
сын рыбака про себя). ‘Ik kan even goed langs de kant van de weg gaan slapen
in een droge greppel (можно идти спать и в стороне от дороги, в сухой
канаве). Vinden doet ze me toch (она все равно меня найдет)’.
Mistroostig zocht hij een plaats om te overnachten (опечаленный, он нашел
место для ночлега: «чтобы переночевать»).
De vos! Aan de vos had hij nog niets gevraagd (лиса! у лисы он еще ничего не
просил). Die zou wel geen schuilplaats weten (та не знает: «знала бы»,
наверное, укрытия), maar misschien kende hij een vluchtweg (но, может
быть, она знала путь для побега).
‘Vos!’ riep de visserszoon.
‘Nu ben ik verloren’, zei de visserszoon bij zichzelf. ‘Ik kan even goed langs de
kant van de weg gaan slapen in een droge greppel. Vinden doet ze me toch’.
Mistroostig zocht hij een plaats om te overnachten.
De vos! Aan de vos had hij nog niets gevraagd. Die zou wel geen schuilplaats
weten, maar misschien kende hij een vluchtweg.
‘Vos!’ riep de visserszoon.
De vos stak zijn snuit door de heg langs de weg (лиса просунула морду через
живую изгородь, /что тянулась/ вдоль дороги).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
5
‘Zo, vriend, hebt ge me nodig (так, дружок, я тебе понадобилась; nodig —
нужный, необходимый)? Ge ziet er precies niet erg gelukkig uit (ты
выглядишь не очень-то счастливым; precies — точно, точный; eruitzien —
иметь вид, выглядеть)’.
De visserszoon vertelde hem alles (сын рыбака все ей рассказал), van de
prinses van Amsterdam (о принцессе Амстердама), van haar sterke ogen (о ее
сильных глазах), van zijn schuilplaats in het diepste van de zee (о его укрытии
на глубине моря) en in het donkerste van het woud (и в чаще леса). En van de
galg (и про виселицу) die al gereed stond voor hem (которая уже для него
была приготовлена: «стояла готовой»).
De vos stak zijn snuit door de heg langs de weg.
‘Zo, vriend, hebt ge me nodig? Ge ziet er precies niet erg gelukkig uit’.
De visserszoon vertelde hem alles, van de prinses van Amsterdam, van haar
sterke ogen, van zijn schuilplaats in het diepste van de zee en in het donkerste
van het woud. En van de galg die al gereed stond voor hem.
‘Vriendlief (дружок)’, zei de vos, ‘waar ge u ook verbergt (где бы ты ни
спрятался), onder water of in het woud (под водой или в лесу), achter dikke
muren of onder de grond (за толстыми стенами или под землей), de prinses
van Amsterdam zal altijd overal door kijken (амстердамская принцесса
увидит всегда и повсюду насквозь)’.
‘Maar dan ben ik verloren (но тогда я пропал)’, zuchtte de visserszoon
(вздохнул сын рыбака). ‘Morgen knoopt de beul me op (завтра палач меня
повесит; opknopen — подвешивать; повесить).’
‘Vriendlief’, zei de vos, ‘waar ge u ook verbergt, onder water of in het woud,
achter dikke muren of onder de grond, de prinses van Amsterdam zal altijd
overal door kijken’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
6
‘Maar dan ben ik verloren’, zuchtte de visserszoon. ‘Morgen knoopt de beul me
op’.
‘Kalm aan, kalm aan (успокойся)’, zei de vos, ‘ik weet wel raad (пожалуй, я
знаю решение; raad — совет; выход /из положения/). Moogt ge het kasteel
nog binnenkomen (тебе еще можно входить в замок)?’
‘Ik mag gaan en staan waar ik wil (я могу идти и стоять, где захочу)’.
‘Kruip dan in de kelder van het koninklijke kasteel (залезь тогда в подвал
королевского замка). Het is uw enige kans (это твой единственный шанс)’.
‘Maar daar ziet de prinses mij onmiddellijk (но принцесса меня там тотчас
увидит; onmiddellijk — непосредственно; тотчас)!’ riep de visserszoon
(воскликнул сын рыбака).
‘Kalm aan, kalm aan’, zei de vos, ‘ik weet wel raad. Moogt ge het kasteel nog
binnenkomen?’
‘Ik mag gaan en staan waar ik wil’.
‘Kruip dan in de kelder van het koninklijke kasteel. Het is uw enige kans’.
‘Maar daar ziet de prinses mij onmiddellijk!’ riep de visserszoon.
‘Ik heb ook niet gezegd (я ведь не сказал) dat ge in die kelder moet blijven
zitten (что ты должен оставаться сидеть в том подвале) tot ze u gezien heeft,
slimmerik (до того, пока она тебя /не/ увидит, умник)’, zei de vos. ‘Zodra ge
in die kelder gekropen zijt roept ge mij maar (как только заберешься в подвал,
позови меня; zijt — от zijn — используется почти всегда в разговорной
речи фламандцами, нормальная форма — bent)’.
De visserszoon deed wat de vos hem gezegd had (рыбацкий сын поступил
/сделал/ так, как ему сказала лиса). Een wachter van het kasteel bracht hem
naar beneden (привратник замка отвел его вниз).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
7
‘Morgen hang je aan de galg (завтра ты будешь висеть: «висишь» на
виселице)’, zei hij (сказал он), zette een brandende kaars op de grond
(поставил горящую свечу на пол/землю) en sloeg de deur dicht (и захлопнул
дверь; dicht — плотный; закрытый, запертый).
‘Ik heb ook niet gezegd dat ge in die kelder moet blijven zitten tot ze u gezien
heeft, slimmerik’, zei de vos. ‘Zodra ge in die kelder gekropen zijt roept ge mij
maar’.
De visserszoon deed wat de vos hem gezegd had. Een wachter van het kasteel
bracht hem naar beneden.
‘Morgen hang je aan de galg’, zei hij, zette een brandende kaars op de grond en
sloeg de deur dicht.
‘Vos!’ riep de visserszoon.
De vos glipte naar binnen door het keldergat (лиса проскользнула через
подвальную дыру вовнутрь).
‘Nu, vriendjelief (а теперь дружок)’, zei de vos, ‘gaan we graven (мы будем
рыть: «идем рыть»)’.
Hij wrikte een plavuis uit de vloer (она вытянула каменную плиту из пола;
wrikken — трясти; качать) en groef, groef, groef wat hij geven kon (и рыла,
рыла, рыла, что было силы: «что могла/мог дать»; vos —лиса/лис), de hele
nacht door (всю ночь напролет).
Een lange gang groef de vos (лиса вырыла длинный ход).
‘Vos!’ riep de visserszoon.
De vos glipte naar binnen door het keldergat.
‘Nu, vriendjelief’, zei de vos, ‘gaan we graven’.
Hij wrikte een plavuis uit de vloer en groef, groef, groef wat hij geven kon, de
hele nacht door.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
8
Een lange gang groef de vos.
De kaars was al uren opgebrand (свеча уже давно: «часы/как» сгорела; uur —
час) en nog altijd groef de vos (а лиса все еще рыла). Het eerste ochtendlicht
viel binnen door het keldergat toen hij zei (когда через подвальную дыру во
внутрь проник первый утренний свет, она сказала; ochtend — утро;
рассвет):
‘Vriend, ik ben klaar. Kom (друг, я готова = закончила, пошли)’.
Ze kropen door de nauwe, duistere gang (они поползли по узкому, темному
проходу). Er scheen geen einde aan te komen (казалось, ему не будет конца).
‘Hier’, zei de vos, ’blijf hier zitten (вот, сказала лиса, оставайся здесь сидеть).
Op die tegel boven uw hoofd (на ту плиту, у тебя над головой) komt straks de
prinses staan (скоро придет и встанет принцесса). En, vriendlief, luister goed
naar wat ze zegt (и дружок, внимательно/хорошо слушай, что она говорит)’.
De kaars was al uren opgebrand en nog altijd groef de vos. Het eerste
ochtendlicht viel binnen door het keldergat toen hij zei:
‘Vriend, ik ben klaar. Kom’.
Ze kropen door de nauwe, duistere gang. Er scheen geen einde aan te komen.
‘Hier’, zei de vos, ’blijf hier zitten. Op die tegel boven uw hoofd komt straks de
prinses staan. En, vriendlief, luister goed naar wat ze zegt’.
De koning van Amsterdam had al zijn hovelingen ontbonden in de troonzaal
(король Амстердама уже пригласил всех своих дворцовых в тронный зал;
ontbinden — распустить; расторгнуть).
‘Weer heeft een jongeman gedongen naar de hand van mijn dochter (снова
один молодой человек попросил руки моей дочери)’, zei hij plechtig
(произнес он величественно). ‘Twee keer al heeft hij zich, zoals wij allemaal
verwachtten, niet aan haar blik kunnen onttrekken (уже два раза, как мы все и
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
3
9
ожидали, он не смог ускользнуть от ее взгляда; zich onttrekken —
освободиться от чего-либо).
De koning van Amsterdam had al zijn hovelingen ontbonden in de troonzaal.
‘Weer heeft een jongeman gedongen naar de hand van mijn dochter’, zei hij
plechtig. ’Twee keer al heeft hij zich, zoals wij allemaal verwachtten, niet aan
haar blik kunnen onttrekken.
Vandaag probeert hij het voor de derde laatste keer (сегодня он попытается:
«он это пробует» в третий, последний раз). Maakt u zich niet ongerust (не
волнуйтесь: «не делайте себя обеспокоенными»), niemand onttrekt zich aan
de blik van de prinses van Amsterdam (никто не ускользает от взгляда
принцессы Амстердама)!’
Bij die woorden werd de grote deur van de troonzaal opengeworpen (с теми
словами большая дверь тронного зала распахнулась) en schreed de prinses
tussen twee rijen hovelingen door (и между двумя рядами придворных
прошествовала принцесса). Ze ging naast haar vader staan (она пошла и
встала рядом со своим отцом), precies op de tegel boven de onderaardse gang
(как раз на плите, сверху подземного прохода) die de vos gegraven had
(вырытого лисой). En ze begon te speuren (и она принялась выслеживать).
Vandaag probeert hij het voor de derde laatste keer. Maakt u zich niet ongerust,
niemand onttrekt zich aan de blik van de prinses van Amsterdam!’
Bij die woorden werd de grote deur van de troonzaal opengeworpen en schreed
de prinses tussen twee rijen hovelingen door. Ze ging naast haar vader staan,
precies op de tegel boven de onderaardse gang die de vos gegraven had. En ze
begon te speuren.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
0
Dwars door de kasteelmuren heen keek ze (она посмотрела сквозь стены
замка; dwars — поперек; door— через; heen — туда) in alle huizen en
grachten van de grote stad Amsterdam (вовнутрь всех домов и каналов
большого города Амстердама) drong haar blik binnen (проникал ее взгляд;
binnendringen — проникать), in alle schepen, schuren, karren en tonnen (во
все корабли, сараи, повозки и бочки), in alle wouden, zeeen, holen, bronnen
en rivieren (во все леса, моря, норы, родники и реки). De hoge lucht speurde
ze af (она пристально поискала высоко в небе), maar nergens vond ze de
visserszoon (но она нигде не нашла рыбацкого сына).
Dwars door de kasteelmuren heen keek ze, in alle huizen en grachten van de
grote stad Amsterdam drong haar blik binnen, in alle schepen, schuren, karren
en tonnen, in alle wouden, zeeen, holen, bronnen en rivieren. De hoge lucht
speurde ze af, maar nergens vond ze de visserszoon.
En nogmaals keek ze in alle huizen en schepen en wouden en zeeen en bronnen.
Maar nergens vond ze de visserszoon.
En nogmaals keek ze in alle huizen en schepen en wouden en zeeen en bronnen
(и снова она посмотрела во всех домах, и кораблях, и лесах, и морях, и
источниках).
Maar nergens vond ze de visserszoon (но она нигде не нашла сына рыбака).
Nog scherper keek ze in water, in lucht, in berg en woud (еще зорче
посмотрела она в воду, в небо, в гору и лес). Maar onder haar voeten (но под
ее ногами), onder haar eigen voeten keek ze niet (под своими собственными
ногами она не посмотрела).
‘Vader (отец)’, stamelde de prinses ontzet (запинаясь, печально/удрученно
произнесла принцесса), ‘vader, ik vind hem niet (отец, я его не нахожу). Ik
zie hem nergens, de visser!Ach vader (я его нигде не вижу, рыбака! ох,
отец)!’ en ze barstte in tranen uit (и она разразилась слезами; barsten —
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
1
лопаться, раскалываться; разражаться). ‘Nu moet ik trouwen met een
stinkende visser (теперь мне придется выходить замуж за вонючего
рыбака)!’
Nog scherper keek ze in water, in lucht, in berg en woud. Maar onder haar
voeten, onder haar eigen voeten keek ze niet.
‘Vader’, stamelde de prinses ontzet, ‘vader, ik vind hem niet. Ik zie hem
nergens, de visser! Ach vader!’ en ze barstte in tranen uit. ‘Nu moet ik trouwen
met een stinkende visser!’
Op het moment dat ze dat zei, viel ze om (в этот же момент, когда она это
сказала, она опрокинулась), want de tegel onder haar voeten werd
omhooggeduwd (потому что плита под ее ногами приподнялась) en zwart
van de modder kwam de visserszoon uit het gat gekropen (и из дыры вылез,
черный от грязи, сын рыбака).
‘Wat baten de scherpste ogen, prinses (какой прок от самых зорких глаз,
принцесса; baat — польза, выгода; baten — приносить пользу, быть
выгодным), als ge niet weet waar ge moet kijken (когда не знаешь, куда
нужно смотреть)!’ riep hij en (крикнул он и), zo smerig en stinkend als hij
was (каким грязным и вонючим он был = хоть он и был грязным и
вонючим), omhelsde hij zijn toekomstige bruid (обнял свою будущую
невесту).
Op het moment dat ze dat zei, viel ze om, want de tegel onder haar voeten werd
omhooggeduwd en zwart van de modder kwam de visserszoon uit het gat
gekropen.
‘Wat baten de scherpste ogen, prinses, als ge niet weet waar ge moet kijken!’
riep hij en, zo smerig en stinkend als hij was, omhelsde hij zijn toekomstige
bruid.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
2
Ja, toen moesten ze allebei grondig worden gewassen (да, им обоим потом
пришлось основательно помыться) en toen de visserszoon uit het badhuis
kwam (и когда рыбацкий сын вышел из бани), was hij zijn vislucht helemaal
kwijt (его рыбий запах совсем выветрился: «он совершенно избавился от
своего рыбьего запаха»; kwijt — лишенный /чего-л./). Nu bekeek de prinses
van Amsterdam haar verloofde al met heel andere ogen (теперь принцесса
Амстердама рассмотрела своего суженого уже совсем другими глазами).
Hun trouwfeest duurde drie volle dagen en nachten (их свадьба длилась три
/полных/ дня и ночи). Toen zijn schoonvader stierf (когда его свекор умер)
werd de visserszoon koning van Amsterdam (рыбацкий сын стал королем
Амстердама) en hij en zijn prinses leefden nog lang en gelukkig (и он, и его
принцесса жили еще долго и счастливо).
Ja, toen moesten ze allebei grondig worden gewassen en toen de visserszoon uit
het badhuis kwam, was hij zijn vislucht helemaal kwijt. Nu bekeek de prinses
van Amsterdam haar verloofde al met heel andere ogen.
Hun trouwfeest duurde drie volle dagen en nachten. Toen zijn schoonvader stierf
werd de visserszoon koning van Amsterdam en hij en zijn prinses leefden nog
lang en gelukkig.
De rechter en de oude bedelaar
(Судья и старый нищий)
Er was eens een oude bedelaar (жил-был старый нищий). Soms moest hij het
dagen zonder eten stellen (иногда ему приходилось днями обходиться без
еды; stellen — устанавливать; представлять). Ook nu weer (вот и сейчас),
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
3
in geen drie dagen had hij nog iets onder de tand gehad (в течение трех дней
он ничего не ел: «не имел под зубом»). De mensen wilden hem zelfs geen
droge korst brood geven (люди не хотели ему даже сухой корки хлеба
подать); een korst brood (корка хлеба), hij dacht eraan als aan rijkelijk
feesteten (он думал о ней, как о праздничной трапезе; feest — праздник,
торжество).
Er was eens een oude bedelaar. Soms moest hij het dagen zonder eten stellen.
Ook nu weer, in geen drie dagen had hij nog iets onder de tand gehad. De
mensen wilden hem zelfs geen droge korst brood geven; een korst brood, hij
dacht eraan als aan rijkelijk feesteten.
Het liep tegen de avond (смеркалось: «шло к вечеру») en de oude bedelaar zag
in de verte (и старый нищий увидел вдали) de verlichte vensters van een groot
kasteel (освещенные окна большого замка). Daar ging hij heen (он
направился туда), daar zou voor hem wel iets van tafel vallen (может ему там
что-то и перепало бы поесть: «упало бы со стола»). Hij kwam tot vlak bij het
kasteel (он подошел вплотную к замку), hij kon zonder moeite (он мог
свободно: «без усилия») door de hoge vensters naar binnen loeren
(посмотреть через высокие окна во внутрь; loeren — подкарауливать;
подсматривать). Wat een prachtige zalen (что за прекрасные залы), wat een
blinkende parketvloer (что за сияющий паркетный пол), wat een dure
meubelen (что за дорогая мебель).
Het liep tegen de avond en de oude bedelaar zag in de verte de verlichte vensters
van een groot kasteel. Daar ging hij heen, daar zou voor hem wel iets van tafel
vallen. Hij kwam tot vlak bij het kasteel, hij kon zonder moeite door de hoge
vensters naar binnen loeren. Wat een prachtige zalen, wat een blinkende
parketvloer, wat een dure meubelen.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
4
Overal hingen zilveren lusters (повсюду висели серебряные люстры) met
honderden brandende kaarsen (с сотнями горящих свечей). Maar het
allerschoonste wat de bedelaar zag was een tafel (но самым красивым из
всего, что увидел нищий, был стол) waarop zomaar een berg losse gouden
muntstukken lag (на котором лежала, просто так, россыпью, гора золотых
монет; zomaar — просто так; наобум). En nergens was een mens te
bekennen (и вокруг ни души: «и нигде нельзя было обнаружить человека»;
bekennen — обнаруживать).
Overal hingen zilveren lusters met honderden brandende kaarsen. Maar het
allerschoonste wat de bedelaar zag was een tafel waarop zomaar een berg losse
gouden muntstukken lag. En nergens was een mens te bekennen.
Dat was te veel voor de bedelaar (для нищего это было уж слишком). Hij brak
in (он забрался: «/незаконно/ вломился» вовнутрь; inbreken —
вламываться; красть со взломом), duwde zijn zakken vol geld (набил свои
карманы доверху деньгами; vol — полный, наполненный) tot ze zouden
barsten (так, что они чуть не лопались) en liep weg (и убежал), zo rap als zijn
oude benen hem konden dragen (так быстро, насколько ему позволяли его
старые ноги: «насколько могли его нести»).
Dat was te veel voor de bedelaar.
Hij brak in, duwde zijn zakken vol geld tot ze zouden barsten en liep weg, zo rap
als zijn oude benen hem konden dragen.
Die avond at en dronk hij als de koning zelf (в тот вечер он ел и пил, как сам
король) en hij sliep in een zacht bed die nacht (и в ту ночь он спал в мягкой
кровати), in de allerbeste herberg van de stad (в самом лучшем постоялом
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
5
дворе города). Maar de waard had zijn versleten kleren eens goed bezien (но
хозяин постоялого двора заметил: «внимательно разглядел» его
поношенную одежду), had zijn neus gekruld (сморщил свой нос /от
презрения/) en de politie verwittigd (и предупредил полицию; verwittigen —
уведомлять, извещать). Van armoe moest hij niks hebben (с нищими он
ничего общего иметь не хотел: «от нищеты ему ничего не было нужно»).
Die avond at en dronk hij als de koning zelf en hij sliep in een zacht bed die
nacht, in de allerbeste herberg van de stad. Maar de waard had zijn versleten
kleren eens goed bezien, had zijn neus gekruld en de politie verwittigd. Van
armoe moest hij niks hebben.
Kort en goed, de oude bedelaar moest voor de rechter komen (короче говоря:
«коротко и хорошо», нищему пришлось предстать перед судьей).
‘Kunt ge dat nu echt niet verstaan (вы и в самом деле не можете понять; echt
— настоящий; действительно)?’ vroeg hij (спросил он). ’Ik had honger (я
был голоден: «имел голод»)’.
‘Brek ik soms in als ik honger heb (вламываюсь ли я в чужой дом, когда я
голоден)?’ vroeg de rechter (спросил судья). ’Ik eet (я ем = нет, я просто
иду и ем)’.
‘Maar ik had geen geld om eten te kopen (но у меня не было денег, чтобы
купить поесть)’.
Daar verstond de rechter ook al niks van (этого судья тоже никак не
понимал).
Kort en goed, de oude bedelaar moest voor de rechter komen.
‘Kunt ge dat nu echt niet verstaan?’ vroeg hij. ’Ik had honger’.
‘Brek ik soms in als ik honger heb?’ vroeg de rechter. ’Ik eet’.
‘Maar ik had geen geld om eten te kopen’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
6
Daar verstond de rechter ook al niks van.
‘Hebt ge dat van zijn leven gevoeld in uw maag (а вы /хоть раз/ в своей жизни
чувствовали в вашем животе), drie dagen zonder eten (/что значит/ три дня
без еды)?’ vroeg de oude bedelaar (спросил старый нищий).
Dat vond de rechter een beledigende vraag (судья нашел этот вопрос
оскорбительным). Hij at drie keer per dag (он ел три раза в день), gelijk alle
fatsoenlijke mensen (как и все порядочные люди).
‘Het is een schande (позор/срам) dat ge nog zo lang los heb gelopen (что ты
еще так долго бегал на свободе)’, zei de rechter (сказал судья).
‘Ge krijgt honderd jaar gevang van mij (ты получаешь от меня сто лет
тюрьмы). Breng hem weg (уведите его)’.
‘Hebt ge dat van zijn leven gevoeld in uw maag, drie dagen zonder eten?’ vroeg
de oude bedelaar.
Dat vond de rechter een beledigende vraag. Hij at drie keer per dag, gelijk alle
fatsoenlijke mensen.
‘Het is een schande dat ge nog zo lang los heb gelopen’, zei de rechter.
‘Ge krijgt honderd jaar gevang van mij. Breng hem weg’.
Daar zat de oude bedelaar nu in de bak (так и сидел теперь старый нищий в
тюрьме; bak — бак; цистерна; тюрьма /разг./). Hij kreeg iedere dag eten, dat
is waar (ему каждый день давали поесть, то правда), maar het was toch niet
naar zijn goesting (но ему это было все же не по душе; goesting — охота,
желание). Hij moest vrij kunnen rondlopen (ему была необходима свобода:
«возможность свободно бродить»).
Daar zat de oude bedelaar nu in de bak.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
7
Hij kreeg iedere dag eten, dat is waar, maar het was toch niet naar zijn goesting.
Hij moest vrij kunnen rondlopen.
Op een dag was er feest in de stad (однажды в городе был праздник). Iedereen
kreeg bier voor niet (каждый получал пиво просто так: «ни за что»), zoveel
als hij kon drinken (столько, сколько он смог бы выпить), en iedereen was
tegen de avond poepeloerezat (и к вечеру каждый был вдрызг пьян;
poepeloerezat). Ook de cipiers van het gevang waren zwaar geladen (так же и
надсмотрщики тюрьмы крепко/сильно напились: «были тяжело
нагружены») en ze vergaten de deuren op slot te doen (и они забыли закрыть
двери на замок). De oude bedelaar aarzelde geen seconde (старый нищий не
медлил ни секунды). Hij liep de gevangenis uit (он выбежал из тюрьмы) en
was verdwenen (и исчез), opgeslokt door de nacht (поглощенный ночью).
Op een dag was er feest in de stad. Iedereen kreeg bier voor niet, zoveel als hij
kon drinken, en iedereen was tegen de avond poepeloerezat. Ook de cipiers van
het gevang waren zwaar geladen en ze vergaten de deuren op slot te doen. De
oude bedelaar aarzelde geen seconde. Hij liep de gevangenis uit en was
verdwenen, opgeslokt door de nacht.
Lang liep hij niet op vrije voeten (долго побегать на свободе: «на свободных
ногах» ему не пришлось; voet — ступня). Ze hielden een klopjacht (была
организована облава: «они держали облаву») op alle gevangenen (на всех
заключенных) die die nacht ontsnapt waren (сбежавших той ночью). De oude
bedelaar werd gepakt (старого нищего поймали: «старый нищий был
пойман»). Of het nu toeval was of niet (было это случайностью или нет), hij
moest bij dezelfde rechter komen als de eerste keer (ему пришлось предстать
перед тем же самым судьей, что и в первый раз).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
8
Lang liep hij niet op vrije voeten. Ze hielden een klopjacht op alle gevangenen
die die nacht ontsnapt waren. De oude bedelaar werd gepakt. Of het nu toeval
was of niet, hij moest bij dezelfde rechter komen als de eerste keer.
‘Ge weer (опять ты)’, riep de rechter (крикнул судья), ’zijt ge niet beschaamd
(тебе не стыдно)? Ik steek u in de bak (я сажаю тебя в тюрьму) en gij breekt
uit (а ты выламываешься наружу = совершаешь побег). Ik geef u nog eens
honderd jaar bij (я добавляю тебе еще сто лет)!’
‘Wat is me dat voor een vonnis (ну и приговор: «что это мне за приговор»)!’
zei de oude bedelaar. ‘Gij maakt al krom wat recht is (ну вы и загнули: «вы
загибаете то, что прямое»). Eerst breek ik in (сначала я вламываюсь) en ik
krijg honderd jaar bak (и получаю сто лет тюрьмы). Nu breek ik uit (теперь я
выламываюсь; uitbreken — выламывать; бежать из тюрьмы) en ik kreeg
weer honderd jaar bak (и получаю снова сто лет тюрьмы). Een slimme die
daar wijs uit geraakt (хитер тот, кто в этом разберется: «мудрым из этого
станет»; slim — хитрый)’.
‘Ge weer’, riep de rechter, ‘zijt ge niet beschaamd? Ik steek u in de bak en gij
breekt uit. Ik geef u nog eens honderd jaar bij!’
‘Wat is me dat voor een vonnis!’ zei de oude bedelaar. ‘Gij maakt al krom wat
recht is. Eerst breek ik in en ik krijg honderd jaar bak. Nu breek ikuit en ik kreeg
weer honderd jaar bak. Een slimme die daar wijs uit geraakt’.
‘Loop naar de maan (пошел отсюда: «иди на луну»)!’ riep de rechter rood tot
achter zijn oren (крикнул судья, покраснев: «красный» до самых ушей).
‘Ik ben al op weg (я уже в пути)’, zei de oude bedelaar (сказал старый нищий)
en in een wip was hij de rechtszaal uit en verdwenen (в момент выскочил из
зала суда и исчез).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
4
9
En deze keer heeft niemand hem ooit weergevonden (и на этот раз его больше
никто не нашел).
‘Loop naar de maan!’ riep de rechter rood tot achter zijn oren.
‘Ik ben al op weg’, zei de oude bedelaar en in een wip was hij de rechtszaal uit
en verdwenen.
En deze keer heeft niemand hem ooit weergevonden.
Van de zingende en springende lelieboom
(Про поющее и прыгающее дерево-лилию)
Er was eens een koning (жил-был король) en die moest voor zes maanden naar
de oorlog gaan (и ему нужно было на шесть месяцев отправиться на войну).
Ge moet weten (тебе надо бы знать), vroeger durfden de koningen zelf nog te
vechten (раньше короли еще сами осмеливались драться; durven —
осмеливаться). Die koning had twee dochters (у короля было две дочери) en
die zag hij bijzonder gaarne (и он их очень сильно любил; iemand gaarne =
graag zien — любить кого-либо; bijzonder — особенный; необычный; zien —
видеть, смотреть). De ene was een heel schone (одна была очень красивая)
en die zei tegen hem (и она сказала ему):
‘Vader, voor ge doorgaat, heb ik een verzoek voor u (отец, перед тем как вы
отправитесь, у меня есть к вам просьба). Ik vraag u een roos (я прошу у вас
розу) die ge wel honderd uren ver kunt rieken (запах которой доносится на
расстояние ста часов: «которую на расстоянии ста часов можно
унюхать»)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
0
Er was eens een koning en die moest voor zes maanden naar de oorlog gaan. Ge
moet weten, vroeger durfden de koningen zelf nog te vechten. Die koning had
twee dochters en die zag hij bijzonder gaarne. De ene was een heel schone en
die zei tegen hem:
‘Vader, voor ge doorgaat, heb ik een verzoek voor u. Ik vraag u een roos die ge
wel honderd uren ver kunt rieken’.
‘Het is wel, kind (хорошо, дитя)’, zei de koning, ‘maar hoe zal ik daar aan
geraken (но где я ее раздобуду; geraken — попадать; достигать)?’
De andere dochter was altijd ziek en die vroeg hem (другая дочь была всегда
больна, она попросила его):
‘Vader, ik heb in een heel oud boek gelezen over een zingende en springende
lelieboom (отец, я прочитала в одной очень старой книге про поющее и
прыгающее дерево-лилию) die alle ziekten geneest (которое излечивает все
болезни). Die moet ik hebben (оно мне нужно: «ее я должна иметь =
получить»)’.
‘Mijn kind (дитя мое)’, zei de koning triestig (сказал король печально), ‘die
kan ik u niet bezorgen (я не /с/могу его вам найти: «доставить»)’.
‘Het is wel, kind’, zei de koning, ‘maar hoe zal ik daar aan geraken?’
De andere dochter was altijd ziek en die vroeg hem:
‘Vader, ik heb in een heel oud boek gelezen over een zingende en springende
lelieboom die alle ziekten geneest. Die moet ik hebben’.
‘Mijn kind’, zei de koning triestig, ‘die kan ik u niet bezorgen’.
Maar op een zekere keer tussen twee gevechten (но как-то раз, между двумя
сражениями) was hij in het veld aan het wandelen (он прогуливался в поле:
«он был в поле при прогуливании») en hij kwam daar een oud manneke tegen
(и встретил там старичка / пожилого человечка). Dat manneke zag (старичок
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
1
заметил: «увидел») dat de koning iets aan het zoeken was (что король что-то
искал).
‘Meneer de koning (господин король)’, zei het (сказал старичок), ’ik weet dat
ge naar twee dingen zoekt (я знаю, что вы ищите две вещи) die ik u bezorgen
kan (которые я вам могу достать)’.
Maar op een zekere keer tussen twee gevechten was hij in het veld aan het
wandelen en hij kwam daar een oud manneke tegen. Dat manneke zag dat de
koning iets aan het zoeken was.
‘Meneer de koning’, zei het, ‘ik weet dat ge naar twee dingen zoekt die ik u
bezorgen kan’.
‘Oh gij dwaze sukkelaar (эх ты глупый дурачина; dwaas — глупый)’, zei de
koning, ‘hoe zoudt gij mij een roos kunnen bezorgen (где же ты сможешь
добыть мне розу) die ge wel honderd uren ver kunt rieken (которая пахнет на
расстояние ста часов). En dan spreek ik nog niet (не говоря уже: «и я не
говорю еще») over een zingende en springende lelieboom (о поющем и
прыгающем дереве-лилии)?’
‘Oh gij dwaze sukkelaar’, zei de koning, ‘hoe zoudt gij mij een roos kunnen
bezorgen die ge wel honderd uren ver kunt rieken. En dan spreek ik nog niet
over een zingende en springende lelieboom?’
‘Jawel, meneer de koning (да/так точно, господин король)’, zei dat manneke
(сказал старичок), ‘dat kan ik (это я могу). Ziet ge daar dat schoon kasteel in
het bos staan (видите, там в лесу стоит красивый замок)? Wel, dat is betoverd
(так вот, он заколдован), maar het kan geen kwaad (но не бойтесь: «он не
может причинить зла»). Ge zult daar de roos en de lelieboom vinden (вы
найдете там и розу, и дерево-лилию)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
2
‘Jawel, meneer de koning’, zei dat manneke, ‘dat kan ik. Ziet ge daar dat schoon
kasteel in het bos staan? Wel, dat is betoverd, maar het kan geen kwaad. Ge zult
daar de roos en de lelieboom vinden’.
De koning ging er naar toe (король пошел в замок) en trok een roos af (и
сорвал розу) die zeer zuiver rook (чистейшего аромата: «которая очень
чисто пахла»). Hij ging ermee naar huis (он принес ее домой: «пошел с ней
домой») en ge ziet van hier (и ты видишь отсюда) dat zijn dochter in de
wolken was (что его дочь была на небесах /от радости/). Daarna ging hij
terug naar het betoverd kasteel (потом он вернулся в заколдованный замок)
en hij zag daar een lelieboom staan zingen en springen (и увидел там,
/стоявшее/ поющее и прыгающее дерево-лилию) dat het een leut was om te
horen (что было забавно послушать).
De koning ging er naar toe en trok een roos af die zeer zuiver rook. Hij ging
ermee naar huis en ge ziet van hier dat zijn dochter in de wolken was. Daarna
ging hij terug naar het betoverd kasteel en hij zag daar een lelieboom staan
zingen en springen dat het een leut was om te horen.
Hij wou de boom uittrekken (он хотел выдернуть дерево) maar er zat daar een
beest in (но на нем сидело чудище), effenaf een lelijk ding (просто
страшилище: «отвратительная вещь»), met ogen als bollantaarns (с глазами,
как круглые фонари; bol — шар; lantaarn — фонарь). En het beest zei (и
чудище сказало):
‘Afblijven, dat is mijn boom (не прикасайся, это мое дерево)!’
De koning verschoot me nogal (король очень: «мне довольно-таки»
испугался).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
3
Hij wou de boom uittrekken maar er zat daar een beest in, effenaf een lelijk
ding, met ogen als bollantaarns. En het beest zei:
‘Afblijven, dat is mijn boom!’
De koning verschoot me nogal.
‘Ge moet niet benauwd zijn, meneer de koning (вам не надо бояться, господин
король)’, zei het beest, ‘maar ge moet uw zieke dochter naar mij sturen (но вам
нужно отправить свою больную дочь ко мне). Ze moet hier een nacht bij mij
slapen (ей нужно проспать здесь со мной одну ночь) om mij te verlossen
(чтобы меня спасти). Dan krijgt ze de boom (тогда дерево будет ее: «она
получит дерево») en ze zal genezen zijn (и она станет здоровой). Er zal haar
niks miskomen (здесь с ней ничего не случится; miskomen = overkomen =
gebeuren — случаться, происходить). Ze moet voor mij niet benauwd zijn (ей
не нужно меня бояться)’.
‘Dat is nu toch nogal wreed (довольно таки жестоко)’, zei de koning. ’Maar als
ze de boom krijgt en haar gezondheid, zie (но если она получит дерево и ее
здоровье, видишь), dat is toch ook iets waard (тогда это не напрасно: «чегото да стоит»)’.
‘Ge moet niet benauwd zijn, meneer de koning’, zei het beest, ‘maar ge moet uw
zieke dochter naar mij sturen. Ze moet hier een nacht bij mij slapen om mij te
verlossen. Dan krijgt ze de boom en ze zal genezen zijn. Er zal haar niks
miskomen. Ze moet voor mij niet benauwd zijn’.
‘Dat is nu toch nogal wreed’, zei de koning. ‘Maar als ze de boom krijgt en haar
gezondheid, zie, dat is toch ook iets waard’.
Ja, hij ging het dan maar zeggen tegen zijn dochter (да, он пошел и сказал это
своей дочери) en op den duur liet ze zich toch overpraten (и со временем он ее
уговорил; zich laten overpraten — дать себя уговорить; praten — говорить,
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
4
беседовать). Ze ging naar het kasteel (она пошла в замок) en toen ze de boom
daar zag staan zingen en springen (и когда она увидела там дерево, что
стояло, поющее и прыгающее) werd ze bijna zot van plezier (она почти
сошла с ума от удовольствия; zot — дурак; сумасшедший /флам./). Maar
toen zag ze dat beest in de boom (но когда она увидела чудище на дереве),
dat was wat anders (все изменилось: «это было нечто иное»), toen kwam de
kat op de koord (тогда стало не до смеху: «тогда пришел кот на
канат/ходить по канату»).
Ja, hij ging het dan maar zeggen tegen zijn dochter en op den duur liet ze zich
toch overpraten. Ze ging naar het kasteel en toen ze de boom daar zag staan
zingen en springen werd ze bijna zot van plezier. Maar toen zag ze dat beest in
de boom, dat was wat anders, toen kwam de kat op de koord.
‘Vrees niet (не бойся; vrezen — бояться)’, zei het beest tegen de prinses
(сказало чудище принцессе), ‘ge moet deze nacht met mij in hetzelfde bed
slapen (ты должна эту ночь проспать со мной в одной кровати) en dan zult
ge genezen zijn (и тогда ты выздоровеешь). Ge moet me om drie uur wakker
maken (ты должна меня разбудить в три часа; wakker — бодрствующий) en
dan zal ik u drie keer vragen wie ik ben (и тогда я спрошу у тебя три раза, кто
я). Kunt ge het niet (не сможешь ты этого /сделать/), dan zijn we alle twee
verloren (тогда мы оба пропали)’.
‘Vrees niet’, zei het beest tegen de prinses, ‘ge moet deze nacht met mij in
hetzelfde bed slapen en dan zult ge genezen zijn. Ge moet me om drie uur
wakker maken en dan zal ik u drie keer vragen wie ik ben. Kunt ge het niet, dan
zijn we alle twee verloren’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
5
Ze kwamen overeen (они пришли к согласию; overeenkomen —
договариваться) en zo dus kropen ze samen in bed (они так и легли: «так
значит» вместе в постель). Maar ge kunt denken (ну ты, наверное,
догадываешься: «можешь догадаться») met wat voor een hart dat vrouwmens
daar lag (с каким чувством: «сердцем» девушка там лежала), ah ja, bij zo’n
beest (ну да, с таким чудищем). Van heel de nacht kon ze geen oog toedoen
(всю ночь она не могла сомкнуть глаз). Om drie uur maakte ze hem wakker (в
три часа она его разбудила) gelijk ze gezegd hadden (как они и
договорились: «сказали»).
Ze kwamen overeen en zo dus kropen ze samen in bed. Maar ge kunt denken
met wat voor een hart dat vrouwmens daar lag, ah ja, bij zo’n beest. Van heel de
nacht kon ze geen oog toedoen. Om drie uur maakte ze hem wakker gelijk ze
gezegd hadden.
‘Wie ben ik (кто я)?’ vroeg het beest (спросило чудище).
‘Zanger (певец)!’ zei de prinses (сказала принцесса).
‘Mis (неправильно)’, zei het beest, ‘wie ben ik?’
‘Springer (прыгун)’, zei de prinses.
‘Niet goed (не верно), zei het beest. ‘Opgepast, want het is voor de laatste keer
(будь осторожна, это в последний раз). Wie ben ik (кто я)?’ vroeg het beest
vol schrik (спросило чудище в страхе: «полное страха»).
En de prinses was ook benauwd (и принцесса тоже напугалась). Ze dacht diep
na (она глубоко задумалась).
‘Wie ben ik?’ vroeg het beest.
‘Zanger!’ zei de prinses.
‘Mis’, zei het beest, ‘wie ben ik?’
‘Springer’, zei de prinses.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
6
‘Niet goed’, zei het beest. ‘Opgepast, want het is voor de laatste keer. Wie ben
ik?’ vroeg het beest vol schrik.
En de prinses was ook benauwd. Ze dacht diep na.
Maar hij moet toch iets meer zijn dan jan en alleman (но он ведь должен быть
кем-то более важным, чем остальные). Ah ja, die woont hier in een groot park
(ну да, он живет здесь в большом парке) en dat prachtig kasteel zal ook wel
van hem zijn (и этот прекрасный замок будет, пожалуй, тоже его).
En toen zei ze (и тогда она сказала):
‘Gij zijt een prins, een koningszoon (ты принц, сын короля)!’
‘Zie (смотри)’, zei het beest, ’ge zult genezen (ты выздоровеешь)’.
En waarachtig, ze voelde zich al veel beter (и правда/действительно, она
чувствовала себя уже намного лучше).
Maar hij moet toch iets meer zijn dan jan en alleman. Ah ja, die woont hier in
een groot park en dat prachtig kasteel zal ook wel van hem zijn.
En toen zei ze:
‘Gij zijt een prins, een koningszoon!’
‘Zie’, zei het beest, ‘ge zult genezen’.
En waarachtig, ze voelde zich al veel beter.
‘Gij hebt mij verlost (ты меня спасла)’, zei het beest, ‘want ik ben een prins
(потому что я принц) die al honderd jaar ronddwaalt in de gedaante van een
beest (который уже сотню лет блуждает под видом чудовища; gedaante —
форма, вид, образ). Mijn vijanden hadden mij verwenst (мои враги прокляли
меня) en zolang er geen prinses bij mij wou slapen (и до того, пока одна
принцесса не захотела бы со мной поспать) die kon raden wie ik ben
(которая могла бы угадать /при этом/, кто я) moest ik blijven dolen (мне
пришлось бы скитаться). Nu ben ik weer een koningszoon (теперь я снова
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
7
королевский сын). Kijk maar of het niet waar is (взгляни-ка, или это не так /
не правда)’.
‘Gij hebt mij verlost’, zei het beest, ‘want ik ben een prins die al honderd jaar
ronddwaalt in de gedaante van een beest. Mijn vijanden hadden mij verwenst en
zolang er geen prinses bij mij wou slapen die kon raden wie ik ben, moest ik
blijven dolen. Nu ben ik weer een koningszoon. Kijk maar of het niet waar is’.
Tot haar grote verwondering (к своему большому удивлению) zag de prinses
een schone, frisse, jonge prins (принцесса увидела красивого, здорового,
юного принца).
Ze kreeg de zingende en springende lelieboom (ей досталось поющее и
прыгающее дерево-лилия) en ze genas zienderogen (и она выздоровела на
глазах). Ge kunt zo geloven (поверь на слово: «ты можешь так /просто/
поверить») dat de prins en de prinses kort daarna getrouwd waren (что вскоре
после этого принц и принцесса поженились). Ze gingen dat zeggen tegen
haar ouders (они поехали рассказать об этом ее родителям) en die dansten
van plezier (и те были очень рады: «плясали от удовольствия»). De prinses
en de koningszoon gingen op het kasteel wonen van het beest (принцесса и
королевский сын поехали жить в замке чудища). En met het spoken in de
bomen was het daar voor altijd gedaan (и с привидениями на деревьях там
навсегда было покончено).
Tot haar grote verwondering zag de prinses een schone, frisse, jonge prins.
Ze kreeg de zingende en springende lelieboom en ze genas zienderogen. Ge kunt
zo geloven dat de prins en de prinses kort daarna getrouwd waren. Ze gingen dat
zeggen tegen haar ouders en die dansten van plezier. De prinses en de
koningszoon gingen op het kasteel wonen van het beest. En met het spoken in de
bomen was het daar voor altijd gedaan.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
8
Van Jan boven Jan
(Про сверх-Яна)
Het was nog in de tijd (это было еще в то время) dat Onze-Lieve-Heer en Sint
Pieter hier op aarde rondwandelden (когда Господь и святой Петр ходили
здесь, на земле; wandelen — гулять). Op een dag kwamen ze bij een smidse (в
один день они наведались в кузню), de smidse van Jan (кузню Яна), dat
hadden ze al gehoord van de mensen uit de wijde omgeving (об этом они уже
прослышали от людей из окрестности; wijd — обширный; далекий). Jan, dat
is de beste smid van uren in de ronde (Ян — это лучший кузнец из всей
округи: «от часов в округе = часами надо идти, чтобы найти подобного»).
Niemand kan paarden beslaan zoals Jan (никто не умеет подковывать лошадь
так, как Ян). Dat hadden de mensen gezegd tegen Onze-Lieve-Heer en Sint
Pieter (об этом люди сказали Господу и святому Петру). En daar zagen ze nu
het uithangbord van die geweldige smid (и вот тут они увидели вывеску
сильного/мощного кузнеца; uithangen — вывешивать):
‘Het is hier Jan boven Jan die elk paard beslagen kan (здесь находится сверхЯн, умеющий подковать любую лошадь)’.
Het was nog in de tijd dat Onze-Lieve-Heer en Sint Pieter hier op aarde
rondwandelden. Op een dag kwamen ze bij een smidse, de smidse van Jan, dat
hadden ze al gehoord van de mensen uit de wijde omgeving. Jan, dat is de beste
smid van uren in de ronde. Niemand kan paarden beslaan zoals Jan. Dat hadden
de mensen gezegd tegen Onze-Lieve-Heer en Sint Pieter. En daar zagen ze nu
het uithangbord van die geweldige smid: ‘Het is hier Jan boven Jan die elk paard
beslagen kan’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
5
9
Dat stond erop (это было написано: «стояло на ней»).
‘Gij durft nogal (ты довольно-таки смел)’, zei Sint Pieter tegen de smid
(сказал святой Петр кузнецу), ‘Jan boven Jan, gij hebt het nogal hoog in uw
bol (сверх Ян, ну ты и возомнил о себе; hoog in zijn bol hebben — сдуреть;
быть о себе высокого мнения; hoog — высокий; bol — шар; башка,
котелок)’.
‘Ik ben de beste (я самый лучший)’, antwoordde de smid (ответил кузнец),
‘dat weet iedereen (это знает каждый). Ik ben Jan boven Jan (я — сверх-Ян)’.
Dat stond erop. ‘Gij durft nogal’, zei Sint Pieter tegen de smid, ‘Jan boven Jan,
gij hebt het nogal hoog in uw bol’. ‘Ik ben de beste’, antwoordde de smid, ‘dat
weet iedereen. Ik ben Jan boven Jan’.
‘Als iedereen het toch al weet (если уже каждый это знает)’, zei Onze-LieveHeer, ‘waarom hebt ge dan dat uithangbord nodig (тогда для чего тебе нужна
вывеска)? Kom, haal het weg (давай, убери ее), het is pure hoogmoed (это
всего лишь высокомерие: «чистое высокомерие»)’.
Jan lachte dat zijn smidse ervan daverde (Ян /так/ засмеялся, что его кузня
задрожала от этого = от смеха). Dat was zijn enige antwoord (это был его
единственный ответ). Maar Onze-Lieve-Heer gaf het niet op (но Господь не
сдавался; opgeven — отказываться; оставлять надежду).
‘Als iedereen het toch al weet’, zei Onze-Lieve-Heer, ‘waarom hebt ge dan dat
uithangbord nodig? Kom, haal het weg, het is pure hoogmoed’.
Jan lachte dat zijn smidse ervan daverde. Dat was zijn enige antwoord. Maar
Onze-Lieve-Heer gaf het niet op.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
0
‘Ik wil met u wedden (я хочу с вами поспорить) dat ik beter paarden kan
beslaan dan gij (что я умею подковывать лошадей лучше, чем вы)’.
Jan lachte nog veel harder nu (Ян засмеялся теперь еще громче).
‘Aangenomen (принято)!’ riep hij (крикнул он). ‘We wedden (мы спорим)!’
‘Ik wil met u wedden dat ik beter paarden kan beslaan dan gij’.
Jan lachte nog veel harder nu.
‘Aangenomen!’ riep hij. ‘We wedden!’
Eerst was Jan aan de beurt (сначала была очередь Яна). Een boer spande zijn
paard uit (крестьянин выпряг свою лошадь; uitspannen — растягивать;
выпрягать), Jan leidde het in zijn travalje (Ян провел ее к своему рабочему
месту; travalje = werkplaats — рабочее место /взято из французского
travail — работа) en besloeg het dat de vonken eraf vlogen (и так подковал,
что из подков сыпались: «летели» искры). Voordat ge in uw handen hadt
kunnen spuwen (до того, как ты бы успел потереть в ладоши: «до того, как
ты бы успел плюнуть в свои ладони») of achter uw oren krabben (или
почесать за ушами), stond het paard weer buiten voor zijn kar (лошадь /уже/
снова стояла на дворе, перед телегой).
Eerst was Jan aan de beurt. Een boer spande zijn paard uit, Jan leidde het in zijn
travalje en besloeg het dat de vonken eraf vlogen. Voordat ge in uw handen hadt
kunnen spuwen of achter uw oren krabben, stond het paard weer buiten voor zijn
kar.
‘Goed werk (хорошая работа)’, zei Sint Pieter (сказал святой Петр) en hij
keek eens schuin naar Onze-Lieve-Heer (и посмотрел искоса на Господа).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
1
‘Nu is het mijn beurt (теперь мой черед)’, zei die (сказал тот). Daar kwam de
volgende boer al aan met zijn paard (там подошел уже следующий
крестьянин со своей лошадью).
‘Goed werk’, zei Sint Pieter en hij keek eens schuin naar Onze-Lieve-Heer.
‘Nu is het mijn beurt’, zei die. Daar kwam de volgende boer al aan met zijn
paard.
Het stond nog niet in de werkplaats (лошадь еще не стояла на рабочем месте)
of Onze-Lieve-Heer haalde een lang mes boven (как Господь достал длинный
нож), sneed de linkerachterpoot van paard rats af (отрезал быстро заднюю,
левую ногу у лошади), legde de poot op het aambeeld (положил ногу на
наковальню), besloeg de hoef (подковал копыто) en zette de poot er weer aan
(и снова приделал ногу к лошади). Er was geen druppel bloed gevloeid (ни
капли крови не пролилось), het paard had nog niet eens geblazen door zijn
neusgaten (лошадь даже не успела фыркнуть: «через ноздри подуть»), de
boer had nog niet eens kunnen vloeken (крестьянин еще даже не успел
выругаться) en daar liep zijn paard rond op vier gezonde poten (как его
лошадь /уже/ бегала на четырех здоровых ногах), beslagen en wel
(подкованная и невредимая).
‘Dag smid (вот так вот кузнец)’, zei Onze-Lieve-Heer, ‘nu weet ge wie hier
Jan boven Jan is (теперь ты знаешь, кто здесь сверх-Ян). Ge hebt uw
weddenschap verloren (ты проиграл свой спор), doe dat uithangbord maar weg
(убери-ка ту вывеску), ik kom nog wel eens kijken (я еще наведаюсь, чтобы
посмотреть)’.
Het stond nog niet in de werkplaats of Onze-Lieve-Heer haalde een lang mes
boven, sneed de linkerachterpoot van paard rats af, legde de poot op het
aambeeld, besloeg de hoef en zette de poot er weer aan. Er was geen druppel
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
2
bloed gevloeid, het paard had nog niet eens geblazen door zijn neusgaten, de
boer had nog niet eens kunnen vloeken en daar liep zijn paard rond op vier
gezonde poten, beslagen en wel.
‘Dag smid’, zei Onze-Lieve-Heer, ‘nu weet ge wie hier Jan boven Jan is. Ge
hebt uw weddenschap verloren, doe dat uithangbord maar weg, ik kom nog wel
eens kijken’.
‘Dat zullen we zien (мы еще посмотрим)’, zei Jan bij zichzelf (сказал Ян про
себя). ‘Dat was een straf stuk werk (сильная была работа; straf — тугой,
крепкий). Dat moet ik ook kunnen (я должен это тоже суметь) of ik ben niet
meer Jan boven Jan (иначе я больше не сверх-Ян). En dat uithangbord blijft
waar het is (а вывеска остается на своем месте)’.
Toen de volgende boer zijn paard uitspande voor de smidse (когда следующий
крестьянин выпрягал свою лошадь перед кузней), ging Jan in de keuken een
lang, scherp mes halen (Ян сходил на кухню и принес длинный, острый нож:
«сходил достать, принести»).
‘Dat zullen we zien’, zei Jan bij zichzelf. ’Dat was een straf stuk werk. Dat moet
ik ook kunnen of ik ben niet meer Jan boven Jan. En dat uithangbord blijft waar
het is’.
Toen de volgende boer zijn paard uitspande voor de smidse, ging Jan in de
keuken een lang, scherp mes halen.
‘Waar is dat goed voor (для чего это надо)?’ vroeg de boer (спросил
крестьянин), want hij was er niet gerust in (потому что его это обеспокоило;
gerust — спокойный; беззаботный).
‘Ge zult dat wel zien (посмотришь), laat mij maar begaan (позволь мне
продолжить; begaan — совершать). Of hebt ge mijn uithangbord niet goed
gelezen (или ты не /хорошо/ читал мою вывеску)?’ zei Jan.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
3
‘Waar is dat goed voor?’ vroeg de boer, want hij was er niet gerust in.
‘Ge zult dat wel zien, laat mij maar begaan. Of hebt ge mijn uithangbord niet
goed gelezen?’ zei Jan.
Hij wilde het paard zijn linkerachterpoot afsnijden (он хотел отрезать левую
заднюю ногу лошади), ja lieve deugd (о милая добродетель = о Боже мой),
dat ging zo maar niet (это оказалось не так просто: «это шло не так просто»).
Het paard stampte (лошадь брыкалась) en hinnikte van de pijn (и ржала от
боли), het bloed spoot over de smidsvloer (кровь брызгала на пол кузни) en
terwijl Jan de poot op zijn aambeeld besloeg (и в то время, как Ян подковывал
ногу на наковальне), begon het paard te schuimbekken (лошадь начала
беситься, с пеной у рта; schuim — накипь; пена; bek — клюв; пасть, морда;
рот).
Hij wilde het paard zijn linkerachterpoot afsnijden, ja lieve deugd, dat ging zo
maar niet. Het paard stampte en hinnikte van de pijn, het bloed spoot over de
smidsvloer en terwijl Jan de poot op zijn aambeeld besloeg, begon het paard te
schuimbekken.
Hoe Jan ook probeerde en paste (как Ян ни пытался, ни примерял ногу), die
poot kreeg hij natuurlijk niet meer aan dat bloedend stompke vastgehecht (он
так и не смог ее пришить к кровоточащему обрубку; krijgen — получать;
удаваться; доставать; vasthechten — прикреплять; сшивать). Het paard
viel om (лошадь упала) en lag stampend met zijn drie overgebleven poten te
zieltogen (и лежала, умирая: «лежала /чтобы/ умирать», брыкаясь тремя
оставшимися ногами; ziel — душа; togen = zich op weg begeven = gaan
/naar/ — отправляться). De boer raasde (крестьянин неистовствовал) en
tierde (и кричал) en eiste geld (и требовал денег).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
4
Hoe Jan ook probeerde en paste, die poot kreeg hij natuurlijk niet meer aan dat
bloedend stompke vastgehecht. Het paard viel om en lag stampend met zijn drie
overgebleven poten te zieltogen. De boer raasde en tierde en eiste geld.
Jan betaalde, hij moest wel (Ян заплатил, ему пришлось: «должен был
вполне»). Veel geld was het, heel veel (это стоило много денег, очень
много), want het was een sterk paard geweest (потому что это была крепкая
лошадь). Het kreng lag klaar voor de vilder (лошадь лежала и дожидалась
живодера; kreng — падаль) toen Onze-Lieve-Heer en Sint-Pieter weer langs
kwamen wandelen (когда Господь и святой Петр снова наведались; langs —
вдоль; мимо; wandelen — гулять, бродить).
Jan betaalde, hij moest wel. Veel geld was het, heel veel, want het was een sterk
paard geweest. Het kreng lag klaar voor de vilder toen Onze-Lieve-Heer en SintPieter weer langs kwamen wandelen.
‘Wel Jan (ну и, Ян)?’ vroeg Onze-Lieve-Heer. ‘Nu hang dat uithangbord daar
nog altijd (вывеска там все еще висит). Ge had uw weddenschap toch verloren
(ты же проиграл свой спор). En ge hebt me nog willen nadoen ook (и к тому
же ты хотел еще за мной повторить; nadoen — подражать: «вслед
делать»)! Ge zijt allang niet meer Jan boven Jan, man (ты уже давно не
сверх-Ян)’.
Met het schaamrood op de wangen (с румянцем стыда на щеках) kroop Jan de
ladder op (Ян взобрался по лестнице) en haalde zijn hoogmoedige uithangbord
weg (и снял свою надменную вывеску). En hij zei (и он сказал):
‘Ik ben geen Jan boven Jan maar ik doe wat ik kan (я не сверх-Ян, но я делаю,
что умею). Dat is een paard (это лошадь) en een uithangbord waard (и цена ей
— вывеска = променял я лошадь на вывеску; waard — стоящий)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
5
‘Wel Jan?’ vroeg Onze-Lieve-Heer. ‘Nu hang dat uithangbord daar nog altijd.
Ge had uw weddenschap toch verloren. En ge hebt me nog willen nadoen ook!
Ge zijt allang niet meer Jan boven Jan, man’.
Met het schaamrood op de wangen kroop Jan de ladder op en haalde zijn
hoogmoedige uithangbord weg. En hij zei:
‘Ik ben geen Jan boven Jan maar ik doe wat ik kan. Dat is een paard en een
uithangbord waard’.
Keizer Karel en het klooster zonder zorg
(Император Карл и монастырь без забот)
Keizer Karel trok gaarne op zijn paard door onze streken (император Карл с
удовольствием путешествовал верхом на лошади по нашим местам). Hij
wilde met zijn eigen ogen zien (он хотел своими собственными глазами
увидеть) of de onderdanen in zijn geliefde Nederlanden gelukkig en tevreden
leefden (жили ли его подданные в его любимых Нидерландах счастливыми
и довольными). Op een dag kwam de keizer bij een lange kloostermuur (как-то
император подъехал к длинной стене монастыря) en in die muur was een
grote poort (а в стене были большие ворота) en boven die poort stond
geschreven (и сверху над воротами была надпись: «стояло написано»):
‘Hier leeft men zonder zorg (здесь живут без забот)’.
Keizer Karel trok gaarne op zijn paard door onze streken. Hij wilde met zijn
eigen ogen zien of de onderdanen in zijn geliefde Nederlanden gelukkig en
tevreden leefden. Op een dag kwam de keizer bij een lange kloostermuur en in
die muur was een grote poort en boven die poort stond geschreven:
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
6
‘Hier leeft men zonder zorg’.
‘Wel hebt ge van uw leven (хорошо вам живется)’, zei Keizer Karel kwaad
(сказал император Карл зло = раздраженно). ‘Ik lig ’s nachts wakker van de
zorgen voor de staat (я не сплю по ночам из-за забот по государству), in de
dag heb ik schele koppijn van de zorgen (днем у меня мигрень: «косая
головная боль» от забот) en die paters hier denken (а здесь /святые/ отцы
полагают) dat ze zonder zorg kunnen leven (что они могут жить без забот)’.
‘Wel hebt ge van uw leven’, zei Keizer Karel kwaad. ‘Ik lig ’s nachts wakker
van de zorgen voor de staat, in de dag heb ik schele koppijn van de zorgen en
die paters hier denken dat ze zonder zorg kunnen leven’.
Hij klopte op de poort (он постучал в ворота), hij wilde vader abt zien (он
хотел увидеть отца аббата = он попросил провести его к аббату).
‘Vader abt (отец аббат)’, zei Keizer Karel streng (сказал император строго),
‘wat moet dat betekenen (что это должно означать) daar boven uw poort (там,
над вашими воротами)? Ik krijg grijs haar van al mijn zorgen (у меня седеют
волосы от всех моих забот) en gij zoudt er geen hebben (а у тебя их как бы и
нет)!’
‘Zo is het (так оно и есть)’, zei vader abt, ‘wij werpen al onze kommer op de
Heer (все наши заботы направлены к Господу; zich werpen op iets —
предаваться душой и сердцем чему-либо)’.
Hij klopte op de poort, hij wilde vader abt zien.
‘Vader abt’, zei Keizer Karel streng, ‘wat moet dat betekenen daar boven uw
poort? Ik krijg grijs haar van al mijn zorgen en gij zoudt er geen hebben!’
‘Zo is het’, zei vader abt, ‘wij werpen al onze kommer op de Heer’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
7
‘Dan schieten er nog genoeg zorgen over (/но/ тогда остается еще довольно
забот; overschieten — оставаться) om de wereld te vullen (чтобы заполнить
мир)’, antwoordde Keizer Karel (ответил император Карл). Die abt begon op
zijn zenuwen te werken (аббат начинал его раздражать: «действовать ему на
нервы»). ’Ik maar regeren (я и править) en wetten maken (я и законы
издавать) en slag leveren om u te beschermen (я и сражаться, чтобы вас
защитить; slag — битва; leveren — поставлять; давать). En gij? Wat doet
gij (а вы? чем вы занимаетесь: «что вы делаете»)?’
‘Wij zijn u zeer dankbaar (мы вам очень признательны)’, zei de abt, ‘gij
zorgdt in Brussel voor het tijdelijke (вы заботитесь в Брюсселе о временном;
zorgdt = zorgt) en wij in het klooster zorgen voor het eeuwige (а мы, в
монастыре, проявляем заботу о вечном)’.
‘Dan schieten er nog genoeg zorgen over om de wereld te vullen’, antwoordde
Keizer Karel. Die abt begon op zijn zenuwen te werken. ‘Ik maar regeren en
wetten maken en slag leveren om u te beschermen. En gij? Wat doet gij?’
‘Wij zijn u zeer dankbaar’, zei de abt, ‘gij zorgdt in Brussel voor het tijdelijke en
wij in het klooster zorgen voor het eeuwige’.
Daarmee was Keizer Karel hoegenaamd niet tevreden (император Карл
остался этим не совсем доволен; hoegenaamd = nagenoeg — почти).
‘We zullen eens zien (поглядим- ка) of ik u geen kopzorgen kan geven (не
смогу ли я вам подбросить забот)’, zei hij. ’Luister een keer (вот послушай:
«послушай разок = послушай-ка»), over drie dagen kom ik hier weer (через
три дня я наведаюсь/приеду сюда снова) en dan moet gij het antwoord
kennen op drie vragen (и тогда ты должен /будешь/ знать ответ на три
вопроса). Vindt ge het antwoord niet (не найдешь ответа), dan sluit ik uw
klooster (тогда я закрою ваш монастырь), ik neem al uw goederen in beslag
(отберу все ваше имущество; beslag — конфискация) en ge moet dan maar
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
8
eens over ’s Heren wegen trekken (и тогда тебе придется бродяжничать:
«бродить по дорогам Господа»), dan kunt ge aan den lijve ondervinden (тогда
ты сможешь на собственной шкуре: «собственном теле» испытать) van
welke zorgen een mens zoal kan afzien (от каких же забот человек может
отказаться = какими заботами можно пренебречь, как можно прожить
без забот; zoal — например; afzien — отказаться, отречься).
Daarmee was Keizer Karel hoegenaamd niet tevreden.
‘We zullen eens zien of ik u geen kopzorgen kan geven’, zei hij. ‘Luister een
keer, over drie dagen kom ik hier weer en dan moet gij het antwoord kennen op
drie vragen. Vindt ge het antwoord niet, dan sluit ik uw klooster, ik neem al uw
goederen in beslag en ge moet dan maar eens over ’s Heren wegen trekken, dan
kunt ge aan den lijve ondervinden van welke zorgen een mens zoal kan afzien.
Mijn eerste vraag is (мой первый вопрос): hoe diep is de zee (как глубоко
море)? Mijn tweede vraag (мой второй вопрос): hoeveel koestaarten hebt ge
vandoen (сколько коровьих хвостов тебе понадобится; vandoen hebben =
nodig hebben — иметь необходимость) om de afstand te meten van hier naar
de maan (чтобы измерить расстояние отсюда до луны)? En mijn derde vraag
is (и мой третий вопрос): Wat zal ik denken op het ogenblik (о чем я буду
думать в тот момент) dat ik wacht op uw derde antwoord (когда я буду
ожидать ваш третий ответ)?’
Keizer Karel sprong op zijn paard (император Карл запрыгнул на своего
коня) en reed tevreden weg (и ускакал, довольный). Hij had ze daar in dat
klooster de eerste dagen ferm kopbrekens bezorgd (он задал им там в
монастыре на первые дни порядочные головоломки: «обеспечил их на
первые дни = на какое-то время крепкими головоломками»; ferm —
крепкий, сильный; bezorgen — доставлять).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
6
9
Mijn eerste vraag is: hoe diep is de zee? Mijn tweede vraag: hoeveel koestaarten
hebt ge vandoen om de afstand te meten van hier naar de maan? En mijn derde
vraag is: Wat zal ik denken op het ogenblik dat ik wacht op uw derde
antwoord?’
Keizer Karel sprong op zijn paard en reed tevreden weg. Hij had ze daar in dat
klooster de eerste dagen ferm kopbrekens bezorgd.
Het was waar (и правда), de abt bleef achter (аббат остался позади) met een
dikke zorgenrimpel boven zijn neus (с большой морщиной озабоченности
над носом). Hij riep alle monniken en broeders voor overleg samen in de
kapittelzaal (он созвал всех монахов и братьев для обдумывания в
совещательном зале;overleg — размышление; kapittel — капитул). En in
kloosterbibliotheek bladerden de geleerdste paters door alle dikke boeken (и в
монастырской библиотеке самые ученые отцы перелистывали все толстые
книги). Twee dagen en twee nachten (два дня и две ночи) zaten ze samen na te
denken (сидели они вместе, думая: «чтобы размышлять») en te redeneren (и
рассуждая).
Het was waar, de abt bleef achter met een dikke zorgenrimpel boven zijn neus.
Hij riep alle monniken en broeders voor overleg samen in de kapittelzaal. En in
kloosterbibliotheek bladerden de geleerdste paters door alle dikke boeken. Twee
dagen en twee nachten zaten ze samen na te denken en te redeneren.
Maar al legden ze al hun verstand op tafel (несмотря на то, что они
приложили весь свой ум: «но хотя они весь свой ум выложили на стол»), ze
konden geen antwoorden vinden die op iets trokken (они не смогли найти
ответы, которые имели бы смысл; trekken op iets — быть похожим на чтолибо). De derde dag stond er een kleine, magere novice recht (на третий день
привстал один маленький, худой послушник; recht — прямо; rechtstaan =
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
0
opstaan — вставать, выпрямляться) en vroeg het woord (и попросил
слова):
‘Waarom zouden we eens niet de man van de kloostermolen laten komen
(почему бы нам не пригласить: «дать/попросить прийти» мужика с
монастырской мельницы)? Die weet zelfs antwoorden (он знает ответы даже
тогда) als ge nog geen vragen gesteld hebt (когда вы еще не задали
вопросы)’.
Maar al legden ze al hun verstand op tafel, ze konden geen antwoorden vinden
die op iets trokken. De derde dag stond er een kleine, magere novice recht en
vroeg het woord:
‘Waarom zouden we eens niet de man van de kloostermolen laten komen? Die
weet zelfs antwoorden als ge nog geen vragen gesteld hebt’.
De molenaar, ja, dat ze die vergeten waren (да, мельник, что это они о нем
позабыли). Dat was een slimme gast (тот был смышленый малый), die had
voor iedere nagel een gaatje (ему палец в рот не клади: «у него на каждый
гвоздь было отверстие»).
De molenaar kwam af (мельник пришел) en hoorde de vragen (и выслушал
вопросы; afkomen — приходить; сходить вниз).
‘Kom, kom (постой, постой)’, zei hij, ‘ge gaat me toch niet vertellen (вы же не
собираетесь мне сказать) dat gij geleerde bollen bijeen die vragen niet kunt
beantwoorden (что все вы, ученые головы, не можете ответить на вопросы;
bijeen — вместе, в общей сложности)’.
De molenaar, ja, dat ze die vergeten waren. Dat was een slimme gast, die had
voor iedere nagel een gaatje.
De molenaar kwam af en hoorde de vragen.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
1
‘Kom, kom’, zei hij, ‘ge gaat me toch niet vertellen dat gij geleerde bollen
bijeen die vragen niet kunt beantwoorden’.
Nee, alle monniken en broeders in de kapittelzaal schudden hun hoofd, nee (нет,
все монахи и братья в совещательном зале /отрицательно/ покачали
головой).
‘Vader abt (отец аббат)’, zei de molenaar (сказал мельник), ‘laat mij eens één
dag uw kleren aandoen (позвольте мне как-нибудь на один день надеть вашу
одежду). Ik zal die dikke nek van een keizer wel wat smaller maken (я проучу
того зазнайку: «ту толстую шею чуть тоньше сделаю»; nek — шея)’.
Nee, alle monniken en broeders in de kapittelzaal schudden hun hoofd, nee.
‘Vader abt’, zei de molenaar, ‘laat mij eens één dag uw kleren aandoen. Ik zal
die dikke nek van een keizer wel wat smaller maken’.
Daar was Keizer Karel al (а там как раз и император Карл: «там император
Карл уже»). De molenaar zat op hem te wachten op de troon van de abt
(мельник сидел и поджидал его на троне аббата), ge kondt hem niet
herkennen in die schone, lange pij (он был неузнаваем : «ты не смог бы его
узнать/признать» в той красивой, длинной сутане).
‘Zijt ge gereed, vader abt (вы готовы, отец аббат)?’ vroeg de keizer (спросил
император).
‘Vraag maar op, gij (ну спрашивайте)’, antwoordde de molenaar (ответил
мельник).
‘Mijn eerste vraag dan: hoe diep is de zee?’
‘Onze-Lieve-Heer, die alles schiep, maakte de zee een steenworp diep (наш
Господь, который все создал, сделал море глубоким на бросок камня)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
2
Daar was Keizer Karel al. De molenaar zat op hem te wachten op de troon van
de abt, ge kondt hem niet herkennen in die schone, lange pij.
‘Zijt ge gereed, vader abt?’ vroeg de keizer.
‘Vraag maar op, gij’, antwoordde de molenaar.
‘Mijn eerste vraag dan: hoe diep is de zee?’
‘Onze-Lieve-Heer, die alles schiep, maakte de zee een steenworp diep’.
‘Dat is een wijs antwoord (мудрый ответ), daar kan niemand iets op zeggen
(нечего сказать: «никто не сможет на это что-либо сказать»)’, bekende de
keizer (признал император).
‘Maar nu de tweede vraag: hoeveel koestaarten hebt ge vandoen om de afstand
van hier naar de maan te meten?’
‘Met één enkele koestaart hebt ge genoeg (тебе хватит одного коровьего
хвоста)’, antwoordde de molenaar, ‘op voorwaarde dat hij lang genoeg is
natuurlijk (конечно при условии, что тот будет достаточно длинным)’.
‘Dat is een slim antwoord (умный ответ; slim — хитрый, лукавый, умный)’,
zei de keizer, ‘en juist is het ook (и правильный к тому же), ik spreek u niet
tegen (я вам не возражаю).
‘Dat is een wijs antwoord, daar kan niemand iets op zeggen’, bekende de keizer.
‘Maar nu de tweede vraag: hoeveel koestaarten hebt ge vandoen om de afstand
van hier naar de maan te meten?’
‘Met één enkele koestaart hebt ge genoeg’, antwoordde de molenaar, ‘op
voorwaarde dat hij lang genoeg is natuurlijk’.
‘Dat is een slim antwoord’, zei de keizer, ‘en juist is het ook, ik spreek u niet
tegen.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
3
Maar nu mijn derde vraag (а теперь мой третий вопрос): wat denk ik op dit
eigenste moment (о чем я думаю в данный момент; eigenste /флам./ — тот
же самый)?’
‘Gij denkt (вы думаете)’, zei de molenaar (сказал мельник) en hij kon zich niet
houden van het lachen (и не смог удержаться от смеха), ‘gij denkt dat ik de
abt ben (вы думаете, что я аббат). Maar ge zijt abuis (но вы ошибаетесь;
abuis — ошибка, промах), ik ben de molenaar van het klooster (я мельник
монастыря)’.
Maar nu mijn derde vraag: wat denk ik op dit eigenste moment?’
‘Gij denkt’, zei de molenaar en hij kon zich niet houden van het lachen, ‘gij
denkt dat ik de abt ben. Maar ge zijt abuis, ik ben de molenaar van het klooster’.
‘Hoe (как)!?’ riep de keizer (выкрикнул император). Hij verstond er geen fluit
van (он ничего не понимал; fluit — флейта, свисток). ‘Zijt gij dan de abt niet
(ты что же, не аббат)?’
‘Nooit geweest (никогда /им/ не был)’, zei de molenaar, ‘een momentje geduld
(минутку терпения)’.
Hij ging naar de kamer ernaast (он вышел в соседнюю комнату; ernaast —
рядом с этим /названным/), trok de pij van de abt uit (снял сутану аббата;
uittrekken — стаскивать) en zijn molenaarskiel weer aan (и надел снова свой
блузон мельника; aantrekken — натягивать; kiel — блуза) die van onder tot
boven bestoven was met bloem (запачканный снизу доверху мукой), en kwam
weer binnen (и снова вошел /внутрь/; binnenkomen — входить в помещение).
‘Hoe!?’ riep de keizer. Hij verstond er geen fluit van. ‘Zijt gij dan de abt niet?’
‘Nooit geweest’, zei de molenaar, ‘een momentje geduld’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
4
Hij ging naar de kamer ernaast, trok de pij van de abt uit en zijn molenaarskiel
weer aan, die van onder tot boven bestoven was met bloem, en kwam weer
binnen.
‘Wel zoudt ge het geloven (не поверишь)’, zei de keizer (сказал император).
‘Het is lang geleden (давненько; geleden — прошлый, минувший) dat ik nog
zo’n verstandige mens ben tegengekomen (не встречал я такого разумного
человека). Mijn besluit staat vast (мое решение принято; vaststellen —
устанавливать; определять; stellen— ставить, устанавливать; vast —
крепко): ik benoem u tot abt van het klooster, hier en nu (я назначаю вас
аббатом монастыря, здесь и сейчас)’. De molenaar verschoot zich een bult
(мельник от растерянности упал: «набил себе шишку»).
‘Wel zoudt ge het geloven’, zei de keizer. ‘Het is lang geleden dat ik nog zo’n
verstandige mens ben tegengekomen. Mijn besluit staat vast: ik benoem u tot abt
van het klooster, hier en nu’.
De molenaar verschoot zich een bult.
‘Maar ik ken geen woord Latijn (но я не знаю ни слова на латыни) zo groot
als een huis (такой обширной, как дом). En ik zal de hoogmis moeten zingen
(и мне придется петь литургию; hoogmis — «высокая месса»)!’
‘Dat is allemaal niks (все это не беда / ничего)’, lachte Keizer Karel
(засмеялся император Карл), ‘ge moet gij maar zingen gelijk al de anderen
(тебе нужно петь, как и все другие)’.
Dat deed de molenaar dan maar (мельник так и делал). Zette het kloosterkoor
in (монастырский хор запевал; inzetten — запевать песню), dan zong hij uit
volle borst (тогда он пел в полную грудь):
‘Ik zing gelijk al de anderen (я пою, как и все другие)! Ik zing gelijk al de
anderen!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
5
Dat bleef zo maar duren (так оно и продолжалось: «оставалось длиться»).
Zijn kop stond niet naar Latijn (способностей к латыни у него не было: «его
голова не стояла на латынь»), hij leerde niks bij (он ничему не учился). Hij
zong alle zondagen (он пел по воскресеньям): ‘Ik zing gelijk al de anderen!’
‘Maar ik ken geen woord Latijn zo groot als een huis. En ik zal de hoogmis
moeten zingen!’
‘Dat is allemaal niks’, lachte Keizer Karel, ‘ge moet gij maar zingen gelijk al de
anderen’.
Dat deed de molenaar dan maar. Zette het kloosterkoor in, dan zong hij uit volle
borst:
‘Ik zing gelijk al de anderen! Ik zing gelijk al de anderen!’
Dat bleef zo maar duren. Zijn kop stond niet naar Latijn, hij leerde niks bij. Hij
zong alle zondagen: ‘Ik zing gelijk al de anderen!’
De monniken waren dat zo beu als koude pap (монахам это так надоело, как
холодная каша). Ze trokken naar Keizer Karel (они пошли к императору
Карлу).
‘Dat gaat zo niet langer (дальше так не пойдет)’, klaagden ze (жаловались
они), ‘die molenaar is een brave mens (тот мельник — порядочный человек;
braaf — добрый, честный, порядочный), maar hij mag geen abt blijven (но
ему нельзя оставаться аббатом)’.
Wat er dan niet ging (и что же тогда не так: «не шло»), wilde Keizer Karel
weten (поинтересовался: «хотел знать» император Карл).
‘Ja’, zeiden de monniken (ну: «да», сказали монахи), ‘hij zong nog altijd
‘gelijk al de anderen’ (он все еще поет «как и все другие»)’.
De monniken waren dat zo beu als koude pap. Ze trokken naar Keizer Karel.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
6
‘Dat gaat zo niet langer’, klaagden ze, ‘die molenaar is een brave mens, maar hij
mag geen abt blijven’.
Wat er dan niet ging, wilde Keizer Karel weten.
Ja, zeiden de monniken, hij zong nog altijd ‘gelijk al de anderen’.
‘Als hij zingt gelijk al de anderen (если он поет, как и все другие), dan is er
toch niks mis mee (то что в этом плохого)!’ riep Keizer Karel kwaad
(закричал император Карл сердито) en hij stuurde hen terug naar hun klooster
(и отправил их назад в их монастырь).
De molenaar bleef abt (мельник остался аббатом). En als hij niet gestorven is
(и если он еще жив: «не умер»), dan zingt hij nog altijd (то он все еще поет)
‘gelijk al de anderen («как и все другие»)’.
‘Als hij zingt gelijk al de anderen, dan is er toch niks mis mee!’ riep Keizer
Karel kwaad en hij stuurde hen terug naar hun klooster.
De molenaar bleef abt. En als hij niet gestorven is, dan zingt hij nog altijd ‘gelijk
al de anderen’.
Daneelke
(Данэлке)
Er was eens een jonge schipper (жил-был молодой капитан), die heette
Daneelke (его звали Данэлке). Hij woonde in een dorp aan de Schelde (он жил
в деревне, на берегу Схелде: «у Схелде»), nu ja, woonde (ну да, жил), altijd
weer was hij op weg (снова и снова он был в плавании: «в пути»; altijd —
всегда, постоянно; weer — снова,опять), aan het varen op rivieren en
stromen (плавал: «в плавании, в процессе плавания» по большим и малым
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
7
рекам), tot diep in Frankrijk soms (/даже/ иногда вглубь Франции). Maar
telkens als Daneelke weer aanlegde bij zijn dorp (но всякий раз, когда Данэлке
причаливал у своей деревни), was het feest (был праздник).
Er was eens een jonge schipper, die heette Daneelke. Hij woonde in een dorp
aan de Schelde, nu ja, woonde, altijd weer was hij op weg, aan het varen op
rivieren en stromen, tot diep in Frankrijk soms. Maar telkens als Daneelke weer
aanlegde bij zijn dorp, was het feest.
Zo’n pronte, schone kerel ook (к тому же такой хорошо сложенный,
красивый парень; pront — хорошо сложенный), hij werd het liefst gezien
door alle meiskes in de wijde omtrek (все девушки в округе его обожали: «он
был самым любимым девушками в округе»; meiskes = meisjes — девушки
/флам./). Met alle meiskes danste hij (он танцевал со всеми девушками) en
ieder meiske hoopte heimelijk (и каждая девушка тайно надеялась) dat die
zachte, sterke sсhipper (что тот нежный, крепкий капитан) met haar zou
trouwen (на ней женится).
Zo’n pronte, schone kerel ook, hij werd het liefst gezien door alle meiskes in de
wijde omtrek. Met alle meiskes danste hij en ieder meiske hoopte heimelijk dat
die zachte, sterke schipper met haar zou trouwen.
Zelf sprak Daneelke nooit over trouwen (сам Данэлке никогда не говорил о
женитьбе), hij danste maar (он только танцевал), dronk zijn pint (пил свою
пинту /пива/), klonk met de meiskes op de kermissen (гулял с девушками на
ярмарках), nu eens met die (сейчас с той), dan weer met die (потом с другой:
«с той»), hij grapte (он шутил) en bracht ze aan het lachen (и смешил их:
«приводил их к смеху»), hij kuste ze warm achter de struiken (он целовал их
горячо за кустами), maar trouwen (но жениться)? Nee, zodra ze daarover
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
8
begonnen (нет, как только они об этом начинали), stapte hij in zijn bootje (он
садился в свое суденышко) en voer de Schelde af (и спускался /вниз/ по
Схелде). Weken bleef hij weg (неделями он не появлялся; wegblijven —
отсутствовать: «оставаться прочь») en wanneer hij daar weer stond (и
когда он там стоял вновь), begon het feest van voren af aan (праздник
начинался заново).
Zelf sprak Daneelke nooit over trouwen, hij danste maar, dronk zijn pint, klonk
met de meiskes op de kermissen, nu eens met die, dan weer met die, hij grapte
en bracht ze aan het lachen, hij kuste ze warm achter de struiken, maar trouwen?
Nee, zodra ze daarover begonnen, stapte hij in zijn bootje en voer de Schelde af.
Weken bleef hij weg en wanneer hij daar weer stond, begon het feest van voren
af aan.
Dat ze die schone Daneelke moesten laten varen (пусть себе плавает: «бросьте
вы того красавчика Данэлке»), dat zeiden de moeders van het dorp
(говаривали деревенские матери: «матери деревни») tegen hun dochters
(своим дочерям). Maar dan keken de dochters nukkig en stuurs (но тогда
дочери посматривали своенравно и недовольно). Ooit moest hij toch kiezen
(когда-нибудь ему все же придется выбирать), antwoordden ze frank
(отвечали они откровенно), en waarom niet mij (и почему не меня)? Waarom
niet mij? Dat dachten ze allemaal (так они все полагали), maar wie niet van
trouwen kikte (но кто помалкивал про женитьбу; kikken — пикнуть), dat was
Daneelke (так это Данэлке).
Dat ze die schone Daneelke moesten laten varen, dat zeiden de moeders van het
dorp tegen hun dochters. Maar dan keken de dochters nukkig en stuurs. Ooit
moest hij toch kiezen, antwoordden ze frank, en waarom niet mij? Waarom niet
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
7
9
mij? Dat dachten ze allemaal, maar wie niet van trouwen kikte, dat was
Daneelke.
Op een dag voer Daneelke weer op zijn bootje door Frankrijk (как-то раз
Данэлке вновь плыл на своей лодке по Франции). De avond viel (наступил
вечер) en hij gooide zijn meertouw (и он бросил свои швартовы; meer—
озеро; touw — веревка; канат) om een zwarte els (вокруг черной ольхи) die
daar tegen de waterkant groeide (росшей у воды). Hij keerde zich om (он
обернулся; zich omkeren — оборачиваться) en zag bij het roer een
beeldschone vrouw zitten (и увидел очень красивую женщину, сидевшую у
руля) in een glanzend, half doorschijnend gewaad (в блестящем,
полупрозрачном платье).
Op een dag voer Daneelke weer op zijn bootje door Frankrijk. De avond viel en
hij gooide zijn meertouw om een zwarte els die daar tegen de waterkant groeide.
Hij keerde zich om en zag bij het roer een beeldschone vrouw zitten in een
glanzend, half doorschijnend gewaad.
Ze overtrof in schoonheid ver (она намного: «далеко» превосходила по
красоте) de liefste meiskes uit zijn dorp (самых милых девушек из его
деревни), die kende hij allemaal (их ведь он знал) en die waren toch lang niet
mis (и которые были все же вовсе не дурны собой; mis — неудачный;
плохой).
‘Ik droom (мне чудится/вижу сон)’, dacht Daneelke (подумал Данэлке), ‘het
is een zware dag geweest (день был трудный) en ik ben moe (и я устал). Ik
ben zeker in slaap gevallen (я наверняка заснул)’.
En hij gaf zichzelf een oorvijg (и он дал себе пощечину).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
0
Ze overtrof in schoonheid ver de liefste meiskes uit zijn dorp, die kende hij
allemaal en die waren toch lang niet mis.
‘Ik droom’, dacht Daneelke, ‘het is een zware dag geweest en ik ben moe. Ik ben
zeker in slaap gevallen’.
En hij gaf zichzelf een oorvijg.
Maar nee, hij droomde niet (да нет, ему не грезилось; dromen — видеть во
сне; грезить), de vrouw begon luidop te lachen (женщина громко
засмеялась), als bellekes klonk het (словно колокольчики это звучало), als
kristallen glazen (словно хрустальные бокалы) en nu wilde Daneelke nog
maar één ding (и теперь Данэлке хотелось только одного): trouwen met die
vrouw daar naast zijn roer (жениться на вон той женщине, что /сидела/ подле
руля). Op slag was hij alle meiskes uit zijn dorp vergeten (он разом позабыл
всех девушек из своего села).
Maar nee, hij droomde niet, de vrouw begon luidop te lachen, als bellekes klonk
het, als kristallen glazen en nu wilde Daneelke nog maar één ding: trouwen met
die vrouw daar naast zijn roer. Op slag was hij alle meiskes uit zijn dorp
vergeten.
‘Schipper (капитан)’, zei de vrouw (сказала женщина), ‘Daneelke, nee, ge
droomt niet (Данэлке, нет, тебе не грезится). Ik ben Vrouw Minne (я Госпожа
Любовь), ja, dat is mijn naam (да, это мое имя), Vrouw Minne. Wilt ge met
mij meegaan, Daneelke (хочешь пойти вместе со мной, Данэлке)?’
Dat moest Vrouw Minne geen twee keer vragen (Госпоже Любви не пришлось
спрашивать дважды). Daneelke strekte zijn hand uit (Данэлке протянул свою
руку; hand — кисть руки; ладонь), ze pakte hem vast (она крепко ее
взяла/схватила) en voerde hem mee door de lucht (и перенеслась с ним:
«перенесла его с собой по воздуху») tot bij een hoge berg (к высокой горе).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
1
‘Dit is de Venusberg (это гора Венеры)’, zei ze. De wand van de berg opende
zich (стена горы отворилась) en Vrouw Minne leidde Daneelke binnen (и
Госпожа Любовь провела Данэлке внутрь).
‘Schipper’, zei de vrouw, ‘Daneelke, nee, ge droomt niet. Ik ben Vrouw Minne,
ja, dat is mijn naam, Vrouw Minne. Wilt ge met mij meegaan, Daneelke?’
Dat moest Vrouw Minne geen twee keer vragen. Daneelke strekte zijn hand uit,
ze pakte hem vast en voerde hem mee door de lucht tot bij een hoge berg.
‘Dit is de Venusberg’, zei ze. De wand van de berg opende zich en Vrouw
Minne leidde Daneelke binnen.
Daneelke bleef bij haar wonen (Данэлке остался жить у нее) in haar paleis
onder de Venusberg (в ее дворце под горой Венеры) en samen met hen
woonden daar duizend meiskes (и вместе с ними там жили тысячи девушек),
het ene al schoner en lieflijker dan het andere (одна красивее и
очаровательнее другой; lieflijk = bevallig — грациозный; очаровательный).
Ze dansten (они танцевали) en feestten (увеселялись) en vrijden (и
обнимались/целовались; vrijen — тискаться, миловаться, обниматься,
целоваться), zo gingen de dagen heen en de nachten (так проходили дни и
ночи), het was één grote heerlijkheid (это было одно огромное
наслаждение/великолепие).
Daneelke bleef bij haar wonen in haar paleis onder de Venusberg en samen met
hen woonden daar duizend meiskes, het ene al schoner en lieflijker dan het
andere. Ze dansten en feestten en vrijden, zo gingen de dagen heen en de
nachten, het was één grote heerlijkheid.
Maar na een jaar begon Daneelke iets aan zijn hart te voelen (но через год
Данэлке начал чувствовать что-то на сердце), dat begon almaar zwaarder en
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
2
zwaarder te kloppen (оно начало биться все тяжелее и тяжелее). Daneelke
kreeg wroeging (Данэлке почувствовал сожаление; wroeging — угрызения
совести).
‘Dat komt (это от того/происходит/) omdat ge hier bij mij onder de Venusberg
woont met een mensenhart (что ты живешь здесь у меня, под горой Венеры,
с человеческим сердцем)’, zei Vrouw Minne. ‘Ik zal ijzeren ringen om uw hart
laten smeden (я велю заковать твое сердце в металлические кольца), dan zult
ge uw aardse leven vergeten (тогда ты позабудешь свою земную жизнь)’.
Maar na een jaar begon Daneelke iets aan zijn hart te voelen, dat begon almaar
zwaarder en zwaarder te kloppen. Daneelke kreeg wroeging.
‘Dat komt omdat ge hier bij mij onder de Venusberg woont met een
mensenhart’, zei Vrouw Minne. ‘Ik zal ijzeren ringen om uw hart laten smeden,
dan zult ge uw aardse leven vergeten’.
Zo leefde Daneelke weer onbekommerd voort (так беззаботно Данэлке
продолжал жить дальше), feestend, dansend en minnend (празднуя, танцуя и
любя), met ijzeren ringen gesmeed om zijn mensenhart (с закованным в
железные кольца человеческим сердцем: «с железными кольцами,
окованными вокруг своего человеческого сердца»). Maar op een dag liet hij
de ijzeren ringen springen (но однажды он разорвал кольца: «позволил
железным кольцам лопнуть»), waarom had hij die toch (зачем они ему), hij
wist niets meer van de jaren boven de aarde (он больше ничего не знал о
земной жизни: «о годах над землей»). Zodra de ringen verbroken waren (как
только кольца сломались), begon zijn hart te bonzen (его сердце забилось;
bonzen — стучать; биться), steeds zwaarder (все сильнее; steeds — все
время, постоянно); het bonsde zo zwaar (оно билось столь сильно), het
klopte hem de Venusberg uit (что вытолкнуло его из горы Венеры), terug de
wereld in (назад в мир).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
3
Zo leefde Daneelke weer onbekommerd voort, feestend, dansend en minnend,
met ijzeren ringen gesmeed om zijn mensenhart. Maar op een dag liet hij de
ijzeren ringen springen, waarom had hij die toch, hij wist niets meer van de jaren
boven de aarde. Zodra de ringen verbroken waren, begon zijn hart te bonzen,
steeds zwaarder; het bonsde zo zwaar, het klopte hem de Venusberg uit, terug de
wereld in.
Weken zwierf Daneelke rond (неделями скитался Данэлке) en eindelijk zag hij
zijn dorp liggen tegen de Scheldedijk (и наконец он увидел свою деревню,
раскинувшуюся у насыпи /вдоль/ Схелде; dijk — дамба; насыпь). De
meiskes kwamen kijken aan de ramen (девушки подходили к окнам
посмотреть) toen hij door de straten stapte (когда он проходил по улицам),
maar hij bezag hen niet (но он на них не смотрел). Hij liep recht naar de
pastoor (он шел прямиком к священнику) om vergeving te vragen (чтобы
просить прощения) voor zijn heidense leven (за его языческую жизнь) met
Vrouw Minne onder de berg (с Госпожой Любовью, под горой).
‘Daar kan ik u geen vergiffenis voor schenken (я не могу вам отпустить за это
грехи: «тут я не могу вам…»; daarvoor — за это)’, zei de pastoor (сказал
священник), ‘die macht heb ik niet (такой власти у меня нет), uw zonde is te
zwaar, veel te zwaar, Daneelke (твой грех очень тяжел, слишком тяжел,
Данэлке). Ge zult tot bij de bisschop moeten gaan (тебе придется пойти к
епископу)’.
Weken zwierf Daneelke rond en eindelijk zag hij zijn dorp liggen tegen de
Scheldedijk. De meiskes kwamen kijken aan de ramen toen hij door de straten
stapte, maar hij bezag hen niet. Hij liep recht naar de pastoor om vergeving te
vragen voor zijn heidense leven met Vrouw Minne onder de berg.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
4
‘Daar kan ik u geen vergiffenis voor schenken’, zei de pastoor, ‘die macht heb ik
niet, uw zonde is te zwaar, veel te zwaar, Daneelke. Ge zult tot bij de bisschop
moeten gaan’.
En Daneelke trok naar de bisschop in Mechelen (и Данэлке отправился к
епископу, в Мехелен).
‘Ook wij kunnen u geen vergiffenis schenken (мы тоже не можем отпустить
вам грехи)’, zei de bisschop van Mechelen (сказал епископ Мехелена). ‘Ge
zult op pelgrimstocht moeten gaan (ты должен будешь совершить
паломничество) naar de paus van Rome, Daneelke (к папе римскому,
Данэлке). We zullen u een brief meegeven met ons zegel (мы дадим тебе с
собой письмо, с нашей печатью), anders wil de paus u nog niet ontvangen
(иначе папа еще не захочет тебя принять)’.
En Daneelke trok naar de bisschop in Mechelen.
‘Ook wij kunnen u geen vergiffenis schenken’, zei de bisschop van Mechelen.
‘Ge zult op pelgrimstocht moeten gaan naar de paus van Rome, Daneelke. We
zullen u een brief meegeven met ons zegel, anders wil de paus u nog niet
ontvangen’.
Daneelke stak de brief van de bisschop van Mechelen op zak (Данэлке
положил письмо мехеленского епископа в карман), zocht een pelgrimsstok
(нашел /паломнический/ посох; stok — палка; посох) en ging op weg (и
отправился в путь). Wel honderd dagen liep hij voort (пожалуй, сто дней он
продолжал идти), door Frankrijk (по Франции), over de bergen (через горы),
door het Italiaanse land tot in Rome (по итальянской земле, до Рима). En nog
eens honderd dagen duurde het (и еще сто дней прошло: «длилось») voor de
paus hem wilde ontvangen (до того, как папа его захотел принять).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
5
Daneelke stak de brief van de bisschop van Mechelen op zak, zocht een
pelgrimsstok en ging op weg. Wel honderd dagen liep hij voort, door Frankrijk,
over de bergen, door het Italiaanse land tot in Rome. En nog eens honderd dagen
duurde het voor de paus hem wilde ontvangen.
‘Uw zonden zijn zo zwaar (ваши грехи столь тяжелы) dat ook wij u geen
vergiffenis mogen schenken (что даже мы не можем их вам отпустить:
«подарить прощение»)’, zei de paus (сказал папа). ‘Alleen als uw
pelgrimsstok bloesems zal dragen (только /тогда/, когда ваш посох расцветет)
zullen uw zonden u vergeven zijn (ваши грехи вам будут прощены)’.
‘Uw zonden zijn zo zwaar dat ook wij u geen vergiffenis mogen schenken’, zei
de paus. ‘Alleen als uw pelgrimsstok bloesems zal dragen zullen uw zonden u
vergeven zijn’.
Toen Daneelke de strenge woorden van de paus hoorde (когда Данэлке
услышал строгие слова папы), kreeg hij spijt (он пожалел: «получил
сожаление»; spijt — сожаление; досада) dat hij niet in de Venusberg was
gebleven (что не остался в горе Венеры). Maar waar was de berg (но где
была гора), waar was Vrouw Minne (и где была Госпожа Любовь). Hij vatte
terugweg aan (он подался в обратный путь), terug naar zijn dorp bij de
Schelde (назад в свою деревню у Схелде; aanvatten — браться,
приниматься за что-либо). Wat kon hij anders doen (что ему еще оставалось
делать: «что он мог сделать другое»)?
Toen Daneelke de strenge woorden van de paus hoorde, kreeg hij spijt dat hij
niet in de Venusberg was gebleven. Maar waar was de berg, waar was Vrouw
Minne. Hij vatte terugweg aan, terug naar zijn dorp bij de Schelde. Wat kon hij
anders doen?
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
6
De eerste avond viel hij, buiten Rome, in slaap (в первый вечер, он уснул за
Римом: «упал = впал в сон»), aan de kant van de weg (на краю дороги = на
обочине). En zie, Vrouw Minne kwam tot bij Daneelke gezweefd (и смотри,
Госпожа Любовь подлетела: «прибыла парящей» к Данэлке), ze nam hem in
haar armen (она взяла его на руки) en vloog met hem terug naar zijn dorp (и
полетела с ним назад в его деревню). Daar, op de dijk (там, на насыпи),
kuste ze hem wakker (она разбудила его поцелуем; wakker —
бодрствующий). Ze zei:
‘Ik had u nooit mee mogen nemen naar de Venusberg (мне никогда нельзя
было брать тебя с собой = не надо было мне брать тебя с собой в гору
Венеры), gij, met uw mensenhart (вас, с вашим человеческим сердцем)’.
De eerste avond viel hij, buiten Rome, in slaap aan de kant van de weg. En zie,
Vrouw Minne kwam tot bij Daneelke gezweefd, ze nam hem in haar armen en
vloog met hem terug naar zijn dorp. Daar, op de dijk, kuste ze hem wakker. Ze
zei:
‘Ik had u nooit mee mogen nemen naar de Venusberg, gij, met uw mensenhart’.
Toen werd Daneelke kwaad (тогда Данэлке разозлился: «стал сердитым»).
‘Dat hart, dat mensenhart (сердце, человеческое сердце)!’ riep hij (крикнул
он). ‘Ik snij het uit mijn borst (я вырежу его из моей груди). Neem me dan
mee zonder hart (возьми меня тогда с собой, без сердца)!’
‘Meent ge dat echt (по правде: «ты это серьезно»; menen — иметь в виду;
echt — подлинный, настоящий)?’ vroeg Vrouw Minne.
‘Zowaar ik hier sta op de oever van de grote Schelde (это такая же правда, как
и то, что я стою здесь, на берегу великой Схелде; zowaar = inderdaad — в
самом деле)’ zei Daneelke.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
7
Vrouw Minne prevelde een machtige toverspreuk (Госпожа Любовь
произнесла про себя магическое заклинание; prevelen — бормотать;
machtig — могучий; сильный) en Daneelke werd onzichtbaar (и Данэлке стал
невидимым).
Toen werd Daneelke kwaad.
‘Dat hart, dat mensenhart!’ riep hij. ‘Ik snij het uit mijn borst. Neem me dan mee
zonder hart!’
‘Meent ge dat echt?’ vroeg Vrouw Minne.
‘Zowaar ik hier sta op de oever van de grote Schelde’, zei Daneelke.
Vrouw Minne prevelde een machtige toverspreuk en Daneelke werd
onzichtbaar.
‘Niemand moet hier zien (здесь никто не должен видеть) dat ge uw hart
uitsnijd (что ты вырезаешь свое сердце)’, zei ze en gaf hem een mes (сказала
она и дала ему нож) dat ondergedompeld was (который был погружен /когда
то/) in het bloed van een pasgeboren kind (в кровь новорожденного ребенка).
Het lemmet was gesmeed (лезвие было выковано) in een vuur van berketakken
(в огне березовых веток) en het heft was bekleed met zwart addervel (а
рукоятка была обтянута черной шкурой гадюки; adder — гадюка; vel —
кожа, шкура).
‘Niemand moet hier zien dat ge uw hart uitsnijd’, zei ze en gaf hem een mes dat
ondergedompeld was in het bloed van een pasgeboren kind. Het lemmet was
gesmeed in een vuur van berketakken en het heft was bekleed met zwart
addervel.
‘Als de zon ondergaat (когда солнце /будет/ садиться) en nog juist op de kim
ligt (и лежать = находиться как раз на горизонте) en gaat wegzinken in het
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
8
water van de Schelde (и будет тонуть в воде Схелде), dan moet ge uw hart uit
uw borst snijden (тогда ты должен будешь вырезать свое сердце из груди)’,
fluisterde Vrouw Minne (прошептала Госпожа Любовь) en ze was verdwenen
(и исчезла). Daneelke wachtte tot de avond viel (Данэлке подождал, пока
наступит: «упал» вечер).
‘Als de zon ondergaat en nog juist op de kim ligt en gaat wegzinken in het water
van de Schelde, dan moet ge uw hart uit uw borst snijden’, fluisterde Vrouw
Minne en ze was verdwenen. Daneelke wachtte tot de avond viel.
Toen de zon in de Schelde wilde verzinken (когда солнце хотело утонуть в
Схелде), sneed hij zijn borst open (он вскрыл: «разрезал открытой» свою
грудь). Het was of het mes door boter gleed (было ощущение, будто нож
скользил сквозь масло). Hij spietste zijn hart op de punt van het mes (он
нанизал свое сердце на острие ножа); het bloedde en klopte (оно
кровоточило и билось). En het sprak (и оно заговорило): ‘Waarom hebt ge
mij toch weggesneden, Daneelke (почему ты меня вырезал, Данэлке)? Altijd,
altijd, zonder te rusten (всегда, всегда, не отдыхая), heb ik voor u geklopt (я
билось для вас). Maar ge zult me niet helemaal wegkrijgen (но ты не сможешь
меня полностью убрать). Daar, in het gat van uw borst (там, в груди: «в
отверстии твоей груди»), is een klein stukske van mij achtergebleven (остался
маленький кусочек меня). En dat zal uw straf zijn (и это будет вашим
наказанием).
Toen de zon in de Schelde wilde verzinken, sneed hij zijn borst open. Het was of
het mes door boter gleed. Hij spietste zijn hart op de punt van het mes; het
bloedde en klopte. En het sprak: ‘Waarom hebt ge mij toch weggesneden,
Daneelke? Altijd, altijd, zonder te rusten, heb ik voor u geklopt. Maar ge zult me
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
8
9
niet helemaal wegkrijgen. Daar, in het gat van uw borst, is een klein stukske van
mij achtergebleven. En dat zal uw straf zijn.
Dat stukske hart zal groeien en groeien (тот кусочек сердца будет расти и
расти). Om u aan de klauwen van de duivel te onttrekken (чтобы вырваться из
когтей дьявола) zult ge het altijd opnieuw moeten uitsnijden (тебе придется
его снова и снова вырезать). En uw mes zal dan niet meer glijden als door
boter (и твой ваш нож больше не будет скользить, как по маслу). Elke keer
zal het gruwelijk zeer doen (каждый раз это будет доставлять: «делать»
ужасную боль)’.
Dat stukske hart zal groeien en groeien. Om u aan de klauwen van de duivel te
onttrekken zult ge het altijd opnieuw moeten uitsnijden. En uw mes zal dan niet
meer glijden als door boter. Elke keer zal het gruwelijk zeer doen’.
Dat zei het hart (это произнесло сердце), maar Daneelke deed alsof hij het niet
hoorde (но Данэлке делал вид, будто он не слышал). Hij slingerde zijn hart
van zich af (он отбросил от себя свое сердце), hij wierp het de stroom in (он
бросил его в реку) en het zonk (и оно утонуло/погрузилось).
Nu daalde Vrouw Minne weer neer bij Daneelke (теперь Госпожа Любовь
вновь опустилась возле Данэлке). Ze omhelsde hem met grote liefde (она
обняла его с большой любовью), tilde hem op (подняла его; optillen —
поднимать) en voerde hem terug naar de Venusberg (и отвела его назад к
горе Венеры), naar haar onderaardse paleis en de duizend meiskes (в свой
подземный дворец и к тысяче девушек).
Dat zei het hart, maar Daneelke deed alsof hij het niet hoorde. Hij slingerde zijn
hart van zich af, hij wierp het de stroom in en het zonk.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
0
Nu daalde Vrouw Minne weer neer bij Daneelke. Ze omhelsde hem met grote
liefde, tilde hem op en voerde hem terug naar de Venusberg, naar haar
onderaardse paleis en de duizend meiskes.
Net zodra was Daneelke verdwenen van de Scheldedijk (как только Данэлке
исчез с дамбы у Схелде) of de pelgrimsstok, die hij daar in de grond gepoot
had (посох, который он там воткнул в землю), begon te bloeien en te
bloesemen (начал цвести и расцветать). Maar dat zag Daneelke niet meer (но
Данэлке этого уже не видел). En niemand heeft hem ooit weergezien (и никто
никогда его больше не увидел; ooit — когда-либо; weerzien — вновь
свидеться), hoe de meiskes van zijn dorp ook zuchtten (как бы страстно
девушки из его деревни этого ни желали).
Net zodra was Daneelke verdwenen van de Scheldedijk of de pelgrimsstok, die
hij daar in de grond gepoot had, begon te bloeien en te bloesemen. Maar dat zag
Daneelke niet meer. En niemand heeft hem ooit weergezien, hoe de meiskes van
zijn dorp ook zuchtten.
Want hij woont nu voorgoed in de Venusberg bij Vrouw Minne (потому что он
живет теперь навсегда в горе Венере, у Госпожи Любви), bij de duizend
meiskes (у тысячи девушек) en ze dansen en feesten en vrijen, honderd jaren
lang (и они танцуют, и празднуют, и милуются на протяжении ста лет).
Maar telkens als Daneelke achtergebleven stukske mensenhart is aangegroeid
(но каждый раз, когда оставшийся кусочек Данэлкиного сердца
подрастает) moet hij het uit zijn borst snijden (ему приходится его вырезать
из своей груди) en telkens weer doet dat schrikkelijk zeer (и каждый раз это
причиняет ужасную боль). En als de zon rood en bloedig in de stroom de
Schelde ondergaat (и когда красное, окрашенное в кровь солнце опускается
в воду Схелде), zeggen de mensen (люди говорят):
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
1
‘Het is Daneelke (это Данэлке) die weer een keer zijn hart uit zijn lijf moet
snijden (которому снова приходится вырезать из тела свое сердце)’.
Want hij woont nu voorgoed in de Venusberg bij Vrouw Minne en bij de
duizend meiskes en ze dansen en feesten en vrijen, honderd jaren lang. Maar
telkens als Daneelke achtergebleven stukske mensenhart is aangegroeid moet hij
het uit zijn borst snijden en telkens weer doet dat schrikkelijk zeer. En als de zon
rood en bloedig in de stroom de Schelde ondergaat, zeggen de mensen:
‘Het is Daneelke die weer een keer zijn hart uit zijn lijf moet snijden’.
Smidje Smee
(Кузнечишка Сме)
Het was in de tijd (это было во время) dat Onze-Lieve-Heer en Sint-Pieter hier
op de wereld rondliepen (когда Господь и святой Петр здесь на земле
ходили). Hun ezel had een hoefijzer verloren (у их осла потерялась подкова).
Ze konden niet meer voort (они не могли /ехать/ дальше), dadelijk brak dat
beest nog zijn poot (вскоре осел мог сломать ногу). Nog een geluk (к
счастью: «еще счастье») dat ze in een volgend dorp (что они в следующей
деревне) een hamer op een aambeeld hoorden slaan (услыхали бой молотка по
наковальне). Bij Smidje Smee (у Кузнечишки Сме).
Het was in de tijd dat Onze-Lieve-Heer en Sint-Pieter hier op de wereld
rondliepen. Hun ezel had een hoefijzer verloren. Ze konden niet meer voort,
dadelijk brak dat beest nog zijn poot. Nog een geluk dat ze in een volgend dorp
een hamer op een aambeeld hoorden slaan. Bij Smidje Smee.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
2
‘Zoudt ge onze ezel niet willen beslaan (не хотел бы ты подковать нашего
осла)?’ vroeg Onze-Lieve-Heer (спросил Господь).
‘Ga maar efkes zitten op de bank voor mijn huis (посидите немного на
скамейке, перед /моим/ домом); efkes = even — чуть-чуть; немного)’, riep
Smidje Smee van bij zijn blaasbalg (крикнул Кузнечишка Сме, /стоя/ у
мехов: «от своих мехов»), ‘uw ezel zal rap weer in orde zijn (ваш осел будет
скоро опять в порядке; rap — быстро)’.
‘Zoudt ge onze ezel niet willen beslaan?’ vroeg Onze-Lieve-Heer.
‘Ga maar efkes zitten op de bank voor mijn huis’, riep Smidje Smee van bij zijn
blaasbalg, ‘uw ezel zal rap weer in orde zijn’.
Smidje Smee besloeg het ezelke proper (Кузнечишка Сме аккуратно подковал
ослика), met een zilveren hoefijzer (серебряной подковой).
‘En wat moet dat kosten (и сколько это должно стоить)?’ vroeg Onze-LieveHeer.
‘Bah, laat het maar steken (а, да брось ты: «пусть остается»)’, antwoordde
Smidje Smee. Hij dacht dat hij met arme mensen te doen had (он подумал, что
имел дело с бедными людьми).
Natuurlijk had Onze-Lieve-Heer zijn gedachten geraden (Господь, конечно же,
угадал его мысли). Nu wilde hij Smidje Smee zeker en vast belonen (теперь
он обязательно: «наверняка/уж точно» хотел вознаградить Кузнечишку
Сме; vast — прочный; крепкий).
Smidje Smee besloeg het ezelke proper, met een zilveren hoefijzer.
‘En wat moet dat kosten?’ vroeg Onze-Lieve-Heer.
‘Bah, laat het maar steken’, antwoordde Smidje Smee. Hij dacht dat hij met
arme mensen te doen had.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
3
Natuurlijk had Onze-Lieve-Heer zijn gedachten geraden. Nu wilde hij Smidje
Smee zeker en vast belonen.
‘Ge zijt een vriendelijke mens (ты очень любезен: «приветливый человек»)’,
zei hij (сказал он), ‘omdat ge zo gedienstig zijt geweest (поскольку ты был
столь любезен), moogt ge drie wensen doen (можешь загадать: «сделать» три
желания). Ik zal die vervullen (я их исполню)’.
‘Ik wens... (я желаю...)’ begon Smidje Smee (начал Кузнечишка Сме), ‘wacht
een beetje, ik wens (погоди чуток, я желаю)...’
‘Kies de hemel (выбирай небеса)’, fluisterde Sint-Pieter in zijn oor (шептал
святой Петр ему на ухо).
‘Ge zijt een vriendelijke mens’, zei hij, ‘omdat ge zo gedienstig zijt geweest,
moogt ge drie wensen doen. Ik zal die vervullen’.
‘Ik wens...’ begon Smidje Smee, ‘wacht een beetje, ik wens...’
‘Kies de hemel’, fluisterde Sint-Pieter in zijn oor.
‘Zwijgt gij eens (да замолчи же ты)’, zei Smidje Smee. ‘Zie, ik heb daar een
gemakkelijke zetel staan (видишь, у меня там стоит удобное кресло), een
oude sleur (старая развалюха; sleur — рутина, привычная колея). Wie daarin
gaat zitten (кто в него сядет), moet eraan vastgeplakt blijven (должен к нему
приклеиться; blijven plakken — приклеиваться: «оставаться
приклеенным») en hij mag er maar uit (и он сможет из него /встать/) als ik het
wil (если только я этого пожелаю). Dat is mijn eerste wens (это мое первое
желание)’.
‘Zwijgt gij eens’, zei Smidje Smee. ‘Zie, ik heb daar een gemakkelijke zetel
staan, een oude sleur. Wie daarin gaat zitten, moet eraan vastgeplakt blijven en
hij mag er maar uit als ik het wil. Dat is mijn eerste wens’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
4
‘Toegestaan (дозволено = согласен/будет сделано)’, zei Onze-Lieve-Heer.
‘Mijn tweede wens (мое второе желание)...’
‘Maar kies dan toch de hemel, ezel (да выбирай же небеса, осел)!’ zei SintPieter.
‘Uw ezel staat buiten (ваш осел стоит на дворе: «снаружи»)’, zei Smidje
Smee.
‘Nee, achter mijn huis staat een grote appelaar (нет, за моим домом стоит
большая яблоня). Zulke goede appels kunt ge op een ander niet krijgen (таких
хороших яблок на другой не сможешь собрать: «получить»).
‘Toegestaan’, zei Onze-Lieve-Heer.
‘Mijn tweede wens...’
‘Maar kies dan toch de hemel, ezel!’ zei Sint-Pieter.
‘Uw ezel staat buiten’, zei Smidje Smee.
’Nee, achter mijn huis staat een grote appelaar. Zulke goede appels kunt ge op
een ander niet krijgen.
Wie in die appelaar klimt (кто на ту яблоню взберется), kan er alleen
uitkomen (сможет с нее слезть) als ik het wil (когда я этого пожелаю). Dat is
mijn tweede wens (это мое второе желание)’.
‘Toegestaan’, zei Onze-Lieve-Heer.
‘Ten derde (в-третьих)...’
‘Gaat ge nu de hemel kiezen, ja of nee (ты выберешь теперь небеса или нет)!’
riep Sint-Pieter buiten zichzelf van kwaadheid (воскликнул святой Петр вне
себя от злости).
Wie in die appelaar klimt, kan er alleen uitkomen als ik het wil. Dat is mijn
tweede wens’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
5
‘Toegestaan’, zei Onze-Lieve-Heer.
‘Ten derde...’
‘Gaat ge nu de hemel kiezen, ja of nee!’ riep Sint-Pieter buiten zichzelf van
kwaadheid.
‘Alsof ik daar niet recht naar toe zou gaan (будто я туда и так не попаду: «не
пошел бы»)’, antwoordde Smidje Smee (ответил Кузнечишка Сме) in het
geheel niet uit het lood geslagen (совершенно спокойно: «не теряя
равновесия»; geheel — целый; абсолютный; полностью; uit het lood
geslagen zijn — быть сбитым с толку; lood — свинец; отвес; uit het lood —
косо, не вертикально). Hij haalde een beurzeke uit zijn zak (он достал из
кармана маленький кошелек; beurs — кошелек; beurzeke /флам./ —
кошелечек).
‘Ziet ge dat beurzeke (видишь этот кошелечек)? Al wat daarin gaat (все, что в
него попадает/входит) mag er alleen uit (может назад из него) als ik het wil
(только если я этого хочу). Dat is mijn derde wens (это мое третье
желание)’.
‘Alsof ik daar niet recht naar toe zou gaan’, antwoordde Smidje Smee in het
geheel niet uit het lood geslagen. Hij haalde een beurzeke uit zijn zak.
‘Ziet ge dat beurzeke? Al wat daarin gaat mag er alleen uit als ik het wil. Dat is
mijn derde wens’.
‘Toegestaan (позволено)’, zei Onze-Lieve-Heer.
’Nee, Sint-Pieter, laat hem los (нет, святой Петр, оставь его), we moeten al
weg zijn (нам уже надо идти: «мы должны уже прочь быть»)’.
Onze-Lieve-Heer en Sint-Pieter trokken verder met hun ezel (Господь и святой
Петр отправились дальше на своем осле). Uren daarna (спустя часы после
этого) was Sint-Pieter nog altijd aan het grollen (святой Петр все еще бурчал:
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
6
«был при бурчании, пребывал в процессе бурчания») en het schelden (и
ругался).
‘De hemel niet willen (/на/ небеса не хотеть), kunt ge het geloven (ты можешь
в это поверить), de hemel niet willen, de zot (дурак)! De dikke zot (полный
дурак; dik — толстый; жирный; полный)!’
‘Toegestaan’, zei Onze-Lieve-Heer. ’Nee, Sint-Pieter, laat hem los, we moeten
al weg zijn’.
Onze-Lieve-Heer en Sint-Pieter trokken verder met hun ezel. Uren daarna was
Sint-Pieter nog altijd aan het grollen en het schelden.
‘De hemel niet willen, kunt ge het geloven, de hemel niet willen, de zot! De
dikke zot!’
Het ging lange tijd goed met de zaken van Smidje Smee (долгое время у
Кузнечишки Сме: «с делами Кузнечишки Сме» все шло хорошо). Maar dan
kwamen harde jaren (но потом наступили трудные годы; hard — твердый;
тяжелый; суровый). De mensen hadden het niet breed (люди обеднели:
«имели это не широко») en ze werden gaandeweg slechter van betalen (и
постепенно стали хуже платить). Op een avond had Smidje Smee zijn laatste
ijzer versmeed (как-то вечером Кузнечишка Сме использовал: «отковал»
свое последнее железо) en zijn laatste schep kolen in het vuur geschud (и
вытрусил в огонь последнюю лопату угля). Geld om iets nieuws te kopen
was er niet (чтобы купить что-то новое не было денег). Het was op (они
кончились).
Het ging lange tijd goed met de zaken van Smidje Smee. Maar dan kwamen
harde jaren. De mensen hadden het niet breed en ze werden gaandeweg slechter
van betalen. Op een avond had Smidje Smee zijn laatste ijzer versmeed en zijn
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
7
laatste schep kolen in het vuur geschud. Geld om iets nieuws te kopen was er
niet. Het was op.
Hij smakte zijn voorhamer in een hoek (он швырнул свой молот в угол) en
ging schrijlings op zijn aambeeld zitten (и уселся верхом на наковальню), met
zijn hoofd in zijn handen (уткнув голову в ладони: «с головой в ладонях»).
Had hij nu maar geld gewenst (пожелал бы он тогда денег), misschien hadden
die vreemde bezoekers het hem kunnen geven (может быть, те странные
посетители смогли бы их ему дать).
Hij smakte zijn voorhamer in een hoek en ging schrijlings op zijn aambeeld
zitten, met zijn hoofd in zijn handen. Had hij nu maar geld gewenst, misschien
hadden die vreemde bezoekers het hem kunnen geven.
Van zijn drie wensen had hij in alle geval nog niet veel plezier gehad (во
всяком случае, от своих трех желаний, он еще не испытал: «не имел»
особого удовольствия: «имел не много удовольствия»). Hoe kunt ge nu ook
vragen (ну как же можно просить) dat iemand in uw stoel vastplakt (чтобы
кто-то приклеивался к твоему креслу), daarvoor moet ge toch ferm getikt zijn
(для этого нужно быть основательно чокнутым/помешанным). Zo zat
Smidje Smee op zijn aambeeld te prakkezeren (так сидел Кузнечишка Сме на
своей наковальне и размышлял) terwijl de avond viel (в то время как
наступил вечер; prakkezeren — ломать голову; обдумывать).
Van zijn drie wensen had hij in alle geval nog niet veel plezier gehad. Hoe kunt
ge nu ook vragen dat iemand in uw stoel vastplakt, daarvoor moet ge toch ferm
getikt zijn. Zo zat Smidje Smee op zijn aambeeld te prakkezeren terwijl de
avond viel.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
8
Daar werd aan de deur geklopt (в дверь постучали).
‘Kom maar binnen (входите же)’, riep Smidje Smee (крикнул Кузнечишка
Сме).
Heel traagskes ging de klink omhoog (очень медленно приподнялась
щеколда; omhoog — вверх); daar schoof een krom oud manneke door de
deurspleet (через дверную щель протиснулся кривой старичок; spleet —
трещина, щель).
Daar werd aan de deur geklopt.
‘Kom maar binnen’, riep Smidje Smee.
Heel traagskes ging de klink omhoog; daar schoof een krom oud manneke door
de deurspleet.
‘Smidje Smee, hebt ge verdriet (Кузнечишка Сме, ты в печали; verdriet —
кручина; досада)?’ vroeg het krom oud manneke (спросил кривой старичок).
‘Zou ik geen verdriet hebben (а как мне не печалиться)!’ zei Smidje Smee. ‘Ik
mag deze avond nog mijn boeltje toedoen (мне можно этим вечером и мое
хозяйство закрывать; boeltje = boel = inboedel — домашний скарб). Ik heb
zelfs niet genoeg geld meer (у меня даже не хватает денег) om één zakske
kolen te kopen ( на мешочек угля: «чтобы купить мешочек угля»). Eén enkel
onnozel zakske (один-единственный, дурацкий мешочек; onnozel —
придурковатый)’.
‘Smidje Smee, hebt ge verdriet?’ vroeg het krom oud manneke.
‘Zou ik geen verdriet hebben!’ zei Smidje Smee. ‘Ik mag deze avond nog mijn
boeltje toedoen. Ik heb zelfs niet genoeg geld meer om één zakske kolen te
kopen. Eén enkel onnozel zakske’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
1
9
9
‘Geld (денег)!’, zei de kromme oude. ‘Geld? Smidje Smee toch (эх,
Кузнечишка Сме), waar gij u zorgen over maakt (о чем ты беспокоишься:
«делаешь заботы»). Geld kan ik u bezorgen met hopen (денег я могу достать
тебе кучами)’.
‘Wilt ge mij eens een keer wat minder voor de zot houden (ты что, меня за
дурака принимаешь)?’ zei Smidje Smee nijdig (сказал Кузнечишка Сме
сердито; nijdig — злой, сердитый). Hij zag hoe versleten de kleren van de
kromme oude man waren (он видел, какой изношенной была одежда кривого
старика). ‘Het is zo al erg genoeg (оно и так уже хуже некуда: «достаточно
плохо»)’.
‘Geld!’, zei de kromme oude. ‘Geld? Smidje Smee toch, waar gij u zorgen over
maakt. Geld kan ik u bezorgen met hopen’.
‘Wilt ge mij eens een keer wat minder voor de zot houden?’ zei Smidje Smee
nijdig. Hij zag hoe versleten de kleren van de kromme oude man waren. ‘Het is
zo al erg genoeg’.
‘Ik heb nog nooit in der eeuwigheid iemand voor de zot gehouden (я целую
вечность еще ни над кем и никогда не надсмехался: «не держал за
дурака»). Als ik zeg geld (если я говорю деньги) dan wil ik zeggen geld (то я
хочу сказать деньги). Zoveel als ge maar wilt (столько, сколько ты
пожелаешь), op één voorwaarde (при одном условии). Over tien jaar moet ge
mij uw ziel afstaan (через десять лет ты должен будешь отдать мне свою
душу; afstaan — уступать; отдавать).’
‘Och, is dat alles (ох, и всего то)?’ lachte Smidje Smee (засмеялся
Кузнечишка Сме), ‘Wat moet ik daarvoor doen (что я должен для этого
сделать)?’
‘Ge moet dat contract hier ondertekenen met uw eigen bloed (ты должен своей
собственной кровью подписать вот этот договор)’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
0
‘Ik heb nog nooit in der eeuwigheid iemand voor de zot gehouden. Als ik zeg
geld dan wil ik zeggen geld. Zoveel als ge maar wilt, op één voorwaarde. Over
tien jaar moet ge mij uw ziel afstaan.’
‘Och, is dat alles?’ lachte Smidje Smee, ‘Wat moet ik daarvoor doen?’
‘Ge moet dat contract hier ondertekenen met uw eigen bloed’.
De kromme oude haalde een pen uit zijn binnenzak (кривой старик достал из
внутреннего кармана перо).
‘Geef dat hier (дай сюда)’, zei Smidje Smee (сказал Кузнечишка Сме). Hij
sloeg zijn kneukels tegen de rand van het aambeeld (он ударил пальцами по
краю наковальни) dat het bloed eruit spatte (так, что из них брызнула кровь),
doopte zijn pen in zijn eigen bloed (обмакнул перо в свою собственную
кровь) en zette met zwier zijn handtekening (и поставил размашисто свою
подпись; zwier — размах; поворот). De kromme oude rukte het contract uit
Smidje Smee zijn handen (кривой старик выхватил договор из рук
Кузнечишки Сме; rukken — вырывать) en maakte dat hij wegkwam (и
быстро убрался восвояси: «сделал /так/, что он ушел»).
De kromme oude haalde een pen uit zijn binnenzak.
‘Geef dat hier’, zei Smidje Smee. Hij sloeg zijn kneukels tegen de rand van het
aambeeld dat het bloed eruit spatte, doopte zijn pen in zijn eigen bloed en zette
met zwier zijn handtekening. De kromme oude rukte het contract uit Smidje
Smee zijn handen en maakte dat hij wegkwam.
Nu begon voor Smidje Smee een rijke tijd (теперь у Кузнечишки Сме
началось богатое время). Hij verdiende geld als slijk (у него было столько
денег, как грязи: «он зарабатывал деньги, как грязь»). Hij moest wel tien
knechten pakken (ему пришлось, правда, взять десять подмастерьев) om al
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
1
zijn werk af te kunnen (чтобы управляться со всей своей работой) en hij
betaalde zijn knechten dik (и он платил им хорошо; dik — жирный; зд.
много).
Nu begon voor Smidje Smee een rijke tijd. Hij verdiende geld als slijk. Hij
moest wel tien knechten pakken om al zijn werk af te kunnen en hij betaalde zijn
knechten dik.
Alle dagen maakte hij goede sier (он жил каждый день, как король), alle
dagen was het feest (все дни был большой пир) met eten en drinken van smik
en smak (с едой и выпивкой на любой вкус). Die tien jaar vlogen voorbij (те
десять лет скоро пролетели).
En op een avond stond die kromme oude daar weer (и как-то вечером там
снова стоял тот кривой старик). De duivel kwam Smidje Smee zijn ziel halen
(дьявол пришел забирать душу Кузнечишки Сме).
Alle dagen maakte hij goede sier, alle dagen was het feest met eten en drinken
van smik en smak. Die tien jaar vlogen voorbij.
En op een avond stond die kromme oude daar weer. De duivel kwam Smidje
Smee zijn ziel halen.
‘Ge zult wel doodmoe zijn van uw reis (ты, должно быть, мертвецки устал с
дороги)’, zei Smidje Smee (сказал Кузнечишка Сме), ‘de hel, dat is niet naast
de deur (ад, он ведь не у порога/дверей). Weet ge wat (знаешь что)? Daar,
pak die zetel (там, присядь в то кресло: «возьми то кресло»), het is wel een
oude (оно хоть и старое) maar ge zit er oprecht gemakkelijk in (но удобное:
«но ты сидишь в нем в самом деле удобно»; oprecht — честный;
искренний, откровенный). Ik heb in mijn kelder nog een goed bierke (у меня в
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
2
подвале еще есть хорошее пивко). We drinken eerst nog een kruik (выпьем
сначала еще кувшин), het zal mijn laatste zijn (это будет мой последний)’.
‘Ge zult wel doodmoe zijn van uw reis’, zei Smidje Smee, ‘de hel, dat is niet
naast de deur. Weet ge wat? Daar, pak die zetel, het is wel een oude maar ge zit
er oprecht gemakkelijk in. Ik heb in mijn kelder nog een goed bierke. We
drinken eerst nog een kruik, het zal mijn laatste zijn.’
Dat liet de duivel zich geen twee keren zeggen (дьявол охотно согласился: «не
дал повторить себе это дважды»). Hij rekte zijn kromme leden uit (он так
растянулся: «растянул свои корявые конечности»), dat ze spanden in die
smid zijn zetel (что кузнецово кресло стало мало: «что они растянулись в
кресле кузнеца»). Daar zat hij op zijn duizend gemakken, de duivel (там сидел
он преспокойно, дьявол; duizend — тысяча; gemak — удобство; уют), eerst
nog een goede pint (сначала еще хорошего пива) en daarna met een vette ziel
weer naar de hel (а потом, с жирной душой, назад в ад).
Dat liet de duivel zich geen twee keren zeggen. Hij rekte zijn kromme leden uit
dat ze spanden in die smid zijn zetel. Daar zat hij op zijn duizend gemakken, de
duivel, eerst nog een goede pint en daarna met een vette ziel weer naar de hel.
Maar ge ziet van hier (но тебе видно отсюда) dat Smidje Smee niet zijn kelder
in was gegaan (что Кузнечишка Сме не пошел в свой подвал). Hij ging recht
naar zijn smidse (он пошел прямиком в его кузню), koos daar een zware,
ijzeren stang (выбрал там увесистый, железный прут), liep op de duivel af
(налетел на дьявола; aflopen — сбегать; спускаться) en begon hem daar een
pak rammel te geven (и начал его дубасить: «пачку ударов давать»;
rammelen — греметь; колотить; rammel = slaag — удар), hij sloeg waar hij
hem krijgen kon (он бил, куда только мог: «где он мог его получить =
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
3
достать») en neem het van mij aan (и согласись со мной: «возьми это от
меня»), hij sloeg er niet naast (он не промахивался: «не бил рядом = мимо»).
Maar ge ziet van hier dat Smidje Smee niet zijn kelder in was gegaan. Hij ging
recht naar zijn smidse, koos daar een zware, ijzeren stang, liep op de duivel af en
begon hem daar een pak rammel te geven, hij sloeg waar hij hem krijgen kon en
neem het van mij aan, hij sloeg er niet naast.
Krijsend sprong de duivel op (вопя, дьявол подскочил; opspringen —
вскакивать, подпрыгивать), nee, hij wilde omhoog (нет, он хотел вверх),
maar hij geraakte verdorie niet uit die zetel (но он не мог, черт возьми,
подняться с кресла;verdorie = potverdorie — ёлки-палки; geraken = in een
toestand komen — очутиться в каком-л. состоянии), hij plakte gelijk vast (он
словно приклеился), daar was met geen middel uit te komen (и ни туда, и ни
сюда: «не было средства, чтобы ускользнуть»). En Smidje Smee maar
kloppen, kloppen (а Кузнечишка Сме лупит себе да лупит: «только лупить,
лупить»)! Een fris kloppingske (да крепко: «свежий ударчик»; klop — удар;
побои), ik kan het u verzekeren (могу вас заверить).
Krijsend sprong de duivel op, nee, hij wilde omhoog, maar hij geraakte verdorie
niet uit die zetel, hij plakte gelijk vast, daar was met geen middel uit te komen.
En Smidje Smee maar kloppen, kloppen! Een fris kloppingske, ik kan het u
verzekeren.
‘Laat mij hieruit (выпусти меня отсюда)! Laat mij hieruit!! Houd op
(остановись)!!!’ brulde de duivel (ревел дьявол).
‘Eerst beloven (сначала обещать): nog tien jaar geld en rijkdom voor Smidje
Smee (еще десять лет денег и богатства для Кузнечишки Сме)!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
4
En Smidje Smee gaf nog een trek of drie vier (и Кузнечишка Сме врезал еще
раза три, четыре; trek — рывок; ход).
‘Het is u beloofd (обещано)’, kermde de duivel (простонал дьявол).
Smidje Smee liet hem vrij uit de zetel (Кузнечишка Сме выпустил его из
кресла). Vloekend strompelde de duivel weg (ругаясь, дьявол заковылял
прочь; strompelen — плестись с трудом, ковылять), nog veel krommer dat
toen hij gekomen was (еще кривее, чем когда он пришел).
‘Laat mij hieruit! Laat mij hieruit!! Houd op!!!’ brulde de duivel.
‘Eerst beloven: nog tien jaar geld en rijkdom voor Smidje Smee!’
En Smidje Smee gaf nog een trek of drie vier.
‘Het is u beloofd’, kermde de duivel.
Smidje Smee liet hem vrij uit de zetel. Vloekend strompelde de duivel weg, nog
veel krommer dat toen hij gekomen was.
Smidje Smee zette zijn plezant leven zonder zorgen voor morgen voort
(Кузнечишка Сме продолжал свою приятную жизнь, не заботясь о завтра =
о завтрашнем дне; voortzetten — продолжать). Hij wist met zijn geld geen
blijf (денег было не счесть: «он не знал конца его деньгам»; er geen blijf
mee weten = er geen weg mee weten — не знать, что делать с этим). Met de
resten van het eten (остатками еды) kondt ge iedere dag (можно было каждый
день) een leger bedelaars feest laten vieren (накормить сполна армию нищих:
«дать им отпраздновать»; feest — праздник, торжество). Maar tien jaar (но
десять лет), ge zijt er met moeite aan begonnen (не успел оглянуться: «с
трудом их начал») of het is al voorbij (как они пролетели; voorbij — мимо).
Smidje Smee zette zijn plezant leven zonder zorgen voor morgen voort. Hij wist
met zijn geld geen blijf. Met de resten van het eten kondt ge iedere dag een leger
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
5
bedelaars feest laten vieren. Maar tien jaar, ge zijt er met moeite aan begonnen
of het is al voorbij.
En wie klopte er op een zonnige zomerdag (и кто постучал солнечным,
летним днем), het was echt schrikkelijk heet (было в самом деле ужасно
жарко), aan de deur van Smidje Smee (в дверь Кузнечишки Сме). Nee, niet de
kromme oude (нет, не кривой старик), die was nu te mank (тот хромал уж
слишком: «был слишком хромой») om nog af te komen (чтобы еще прийти).
Daar stonden tien jonge duivels (там стояли десять дьяволят: «молодых
дьяволов»), met horens (с рогами) en bokkenpoten (и козлоногие: «с
козлиными ногами»; bok — козел; poot — лапа) en staarten in een punt (и
хвостами с кистью /на конце/).
En wie klopte er op een zonnige zomerdag, het was echt schrikkelijk heet, aan
de deur van Smidje Smee. Nee, niet de kromme oude, die was nu te mank om
nog af te komen. Daar stonden tien jonge duivels, met horens en bokkenpoten en
staarten in een punt.
‘Ha, hoog bezoek (ха, почетные гости: «высокое посещение»)’, zei Smidje
Smee. ‘Ik durf te wedden (осмелюсь поспорить) dat gij dorst hebt, jongens
(что вы хотите пить: «что у вас жажда, ребята»).
Hier brandt de zon (здесь печет солнце), beneden brandt de hel (внизу горит
ад) en ginder staat mijn appelaar (а там стоит моя яблоня). Volgeladen
(полна/яблок/). Een betere appel is er niet (лучшего яблока не найти: «здесь
нет»). Ik ga mij nu gereed maken (я пойду приготовлюсь) om mee te gaan
(чтобы с вами пойти).
‘Ha, hoog bezoek’, zei Smidje Smee. ‘Ik durf te wedden dat gij dorst hebt,
jongens. Hier brandt de zon, beneden brandt de hel en ginder staat mijn
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
6
appelaar. Volgeladen. Een betere appel is er niet. Ik ga mij nu gereed maken om
mee te gaan.
Kruip intussen maar in de boom (взбирайтесь тем временем на дерево) en eet
(и кушайте) tot dat ge geen appel meer binnenkrijgt (до тех пор, пока влезет:
«пока никакого яблока больше не получите = не поместите внутрь»)’.
Hopla, daar hing de boom vol zwarte knullen (р-раз, дерево было обвешано
черными болванами; knul — болван, остолоп, олух). De jonge duivels hadden
appetijt en dorst voor honderd (у дьяволят был аппетит и жажда на сотню
/таких/). Ze aten appels (они /так/ ели яблоки) dat ge het tot in de geburen
kondt horen kraken (что хруст можно было услышать у соседей).
Kruip intussen maar in de boom en eet tot dat ge geen appel meer binnenkrijgt’.
Hopla, daar hing de boom vol zwarte knullen. De jonge duivels hadden appetijt
en dorst voor honderd. Ze aten appels dat ge het tot in de geburen kondt horen
kraken.
Smidje Smee en zijn knechten hielden intussen lange ijzeren koterhaken in het
vuur (Кузнечишка Сме и его подмастерья держали между тем длинные
кочерги в огне; haak — крюк). Ze liepen tot onder de appelaar (они
подбежали под яблоню) en begonnen met de gloeiende koterhaken (и начали
раскаленными кочергами) die duivels hun achterwerk en hun bokkepoten te
kietelen (щекотать зады и козлиные ноги дьяволят).
Smidje Smee en zijn knechten hielden intussen lange ijzeren koterhaken in het
vuur. Ze liepen tot onder de appelaar en begonnen met de gloeiende koterhaken
die duivels hun achterwerk en hun bokkepoten te kietelen.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
7
Een gejank en een gejodel (плач и вой) dat daar van die boom opsteeg (что
раздавался/поднимался там с дерева), dat kondt ge tot twee dorpen ver horen
(можно было услышать в двух деревнях поодаль: «до двух деревень
дальше»). Af en aan liepen de knechten (подмастерья подбегали и убегали)
om witgloeiende koterhaken aan te geven (чтобы подать раскаленные добела
кочерги; gloeien — гореть; накаляться) en afgekoelde binnen in de vlammen
te houden (а остывшие держать в огне; afkoelen — охлаждать).
Een gejank en een gejodel dat daar van die boom opsteeg, dat kondt ge tot twee
dorpen ver horen. Af en aan liepen de knechten om witgloeiende koterhaken aan
te geven en afgekoelde binnen in de vlammen te houden.
De duivels in de boom (дьяволята на дереве) schreeuwden als jonge varkskes
(визжали, как поросята) die ge levend zoudt braden (поджариваемые
живьем: «которых ты поджаривал живьем»). Nu, ze werden ook levend
gebraden (их и поджаривали заживо). Nee, er was niks aan te doen (и ничем
не помочь: «ничего не поделать»). Smidje Smee bleef poken en stoken
(Кузнечишка Сме продолжал шуровать и жечь; poken — мешать кочергой;
stoken — топить, поджигать) tot hij tien jaar bij gekregen had (до тех пор,
пока не получил в добавок еще десяток лет), tien jaar voorspoed en
overvloed (десять лет удачи и изобилия).
De duivels in de boom schreeuwden als jonge varkskes die ge levend zoudt
braden. Nu, ze werden ook levend gebraden. Nee, er was niks aan te doen.
Smidje Smee bleef poken en stoken tot hij tien jaar bij gekregen had, tien jaar
voorspoed en overvloed.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
8
Trekkend met hun bokkepoten (волоча свои козлиные ноги) en huilend als een
school kleine kinderen (и плача, как малые дети: «толпа ребятишек»)
spoedden de jonge duivels zich weg (дьяволята поспешили прочь).
Ook de derde keer waren die tien jaar veel rapper door (так же и в третий раз,
десять лет пролетели быстрее) dan Smidje Smee gewild had (чем хотелось
Кузнечишке Сме). Het feest was gedaan (праздник закончился: «был сделан
= завершен»). Koning Lucifer hoogstpersoonlijk (король Люцифер,
собственной персоной: «высокоперсонально») stond voor de deur (стоял
перед дверью) met achter hem alle duivels uit de hel (вместе со всеми
дьяволами из ада позади него).
Trekkend met hun bokkepoten en huilend als een school kleine kinderen
spoedden de jonge duivels zich weg.
Ook de derde keer waren die tien jaar veel rapper door dan Smidje Smee gewild
had. Het feest was gedaan. Koning Lucifer hoogstpersoonlijk stond voor de deur
met achter hem alle duivels uit de hel.
Nee, ik ben abuis (нет, я ошибаюсь), de kromme manke oude was er niet bij
(кривого хромого старика при этом не было).
‘Geen foefkes met stoelen of appelen (никаких фокусов со стульями или
яблоками)!’ zei Lucifer met een vuile lach (сказал Люцифер, скверно
улыбаясь: «со скверной улыбкой»). ‘Mee, Smidje Smee (со мной = пошли,
Кузнечишка Сме)!’
‘Mee, Smidje Smee (с нами, Кузнечишка Сме)!’ riepen alle duivels achter hem
in koor (прокричали все стоявшие позади него дьяволы хором).
Nu kreeg Smidje Smee toch een beetje schrik (теперь Кузнечишка Сме все же
немного напугался: «получил чуточку испуга»). Wat moest hij doen (что же
ему нужно было делать)? ‘Ik heb gehoord (я слыхал)’, zei hij, ‘dat gij u groter
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
0
9
kunt maken dan de kerktoren (что вы можете себя сделать больше/выше, чем
колокольня). Ik kan dat niet geloven (я не могу этому поверить).’
Nee, ik ben abuis, de kromme manke oude was er niet bij.
‘Geen foefkes met stoelen of appelen!’ zei Lucifer met een vuile lach. ‘Mee,
Smidje Smee!’
‘Mee, Smidje Smee!’ riepen alle duivels achter hem in koor.
Nu kreeg Smidje Smee toch een beetje schrik. Wat moest hij doen? ‘Ik heb
gehoord’, zei hij, ‘dat gij u groter kunt maken dan de kerktoren. Ik kan dat niet
geloven.’
Lucifer schaterlachte (Люцифер захохотал). Hij rekte en rekte en rekte zich (он
начал тянуться, тянуться и тянуться), hij kwam al ver boven het dak van de
smidse uit (он выступал уже намного выше крыши кузницы; uitkomen —
выходить; выступать).
‘Ja, ja, ik geloof u (да, я вам верю)’, riep Smidje Smee van beneden (крикнул
Кузнечишка Сме снизу). ‘Ge zijt de koning van de hel of ge zijt het niet
(неспроста ты король ада: «ты или король ада, или нет»)!’
‘Ha, ge weet het (так ты знаешь это)’, zei Lucifer en hij kromp weer ineen
(сказал Люцифер и снова уменьшился; ineenkrimpen — /с/корчиться,
ежиться) tot hij oog in oog met Smidje Smee stond (до того, пока не стоял с
глазу на глаз с Кузнечишкой Сме).
Lucifer schaterlachte. Hij rekte en rekte en rekte zich, hij kwam al ver boven het
dak van de smidse uit.
‘Ja, ja, ik geloof u’, riep Smidje Smee van beneden. ‘Ge zijt de koning van de
hel of ge zijt het niet!’
‘Ha, ge weet het’, zei Lucifer en hij kromp weer ineen tot hij oog in oog met
Smidje Smee stond.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
0
‘Wat gij niet allemaal kunt (чего ты только не умеешь)’, zei Smidje Smee vol
bewondering (сказал Кузнечишка Сме, полный восхищения). ‘Maar nu
hebben ze me ook al gezegd (но мне так же сказали) dat duivels zich zo klein
kunnen maken (что дьяволы умеют так уменьшаться) dat ze, neemt, in dat
beurzeke hier zouden passen (что они, возьми = например, /ну/ вот в этот
кошелечек бы поместились), heel die troep daar achter u (вся та братия /что/
там позади вас) en zou er nog plaats overschieten (и в нем еще место бы
оставалось).
‘Wat gij niet allemaal kunt’, zei Smidje Smee vol bewondering. ‘Maar nu
hebben ze me ook al gezegd dat duivels zich zo klein kunnen maken dat ze,
neemt, in dat beurzeke hier zouden passen, heel die troep daar achter u en zou er
nog plaats overschieten.
Maar dat laat ik mij niet wijsmaken (но я не верю в небылицы: «я не позволю
рассказывать мне небылицы»; wijsmaken — обманывать, морочить
голову). Het zou anders wel gemakkelijk zijn (иначе было бы просто), ik zou u
kunnen dragen (я смог бы вас нести), we moeten toch allemaal samen naar de
hel (нам ведь всем вместе в ад надо) . Maar nee (но нет), dat kan niet (не
может быть), gij zijt de koning van de hel (вы король ада), gij moogt u niet
klein maken (вам нельзя уменьшаться).’
Maar dat laat ik mij niet wijsmaken. Het zou anders wel gemakkelijk zijn, ik zou
u kunnen dragen, we moeten toch allemaal samen naar de hel. Maar nee, dat kan
niet, hij zijt de koning van de hel, gij moogt u niet klein maken.’
Lucifer zijn lelijke neus dampte van hovaardigheid (безобразный нос
Люцифера от гордости задымился: «испускал пар»).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
1
‘Wat denkt ge wel (как ты так мог подумать)’, zei hij. ‘Komaan, mannen
(давай ребята/мужики), we zullen eens laten zien wat we kunnen (покажемка, на что мы способны: «что мы умеем»)! Allemaal in die beurs (все в
кошелек)!’
Het was of het beurzeke de duivels opzoog (кошелечек будто всосал
дьяволов). In een vloek en een zucht (в мгновение ока; vloek —
ругательство; zucht — вздох) zat het vol kleine duivelkes (кошелек
наполнился маленькими дьяволятами), niet groter dan mieren (/размером/ не
больше, чем муравьи).
Lucifer zijn lelijke neus dampte van hovaardigheid.
‘Wat denkt ge wel’, zei hij. ‘Komaan, mannen, we zullen eens laten zien wat we
kunnen! Allemaal in die beurs!’
Het was of het beurzeke de duivels opzoog. In een vloek en een zucht zat het vol
kleine duivelkes, niet groter dan mieren.
‘Zo moesten we het hebben (что нам и требовалось: «так нам и было
нужно»)’, zei Smidje Smee opgelucht (сказал Кузнечишка Сме облегченно).
Hij snoerde zijn beurzeke toe (он завязал кошелек), legde het op het aambeeld
(положил его на наковальню) en begon erop te doefen met zijn zwaarste
voorhamer (и начал по нему дубасить своим самым тяжелым молотом), zo
hard als hij geven kon (так крепко, как он только мог). Uit het beurzeke kwam
oorverdovend gekres en gejammer (из кошелька доносился оглушительный
визг и вопль; oor — ухо; verdoven — оглушать; gekres — крик, вой /флам./);
het was of de hel van voor tot vanachter openscheurde (будто ад разверзнулся:
«будто ад от начала до конца разорвался») en de hemel daarbij nog instortte
(и к тому же еще небо обвалилось). Smidje Smee klopte het beurzeke en de
duivels zo plat als een vijg (Кузнечишка Сме сделал кошелек вместе с
дьяволами таким плоским, как инжир).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
2
‘Zo moesten we het hebben’, zei Smidje Smee opgelucht. Hij snoerde zijn
beurzeke toe, legde het op het aambeeld en begon erop te doefen met zijn
zwaarste voorhamer, zo hard als hij geven kon. Uit het beurzeke kwam
oorverdovend gekres en gejammer; het was of de hel van voor tot vanachter
openscheurde en de hemel daarbij nog instortte. Smidje Smee klopte het
beurzeke en de duivels zo plat als een vijg.
‘Genade!! Genade (пощады)!!!’ tierden wel duizend duivels (орала, пожалуй,
тысяча дьяволов).
‘Eerst mijn contract teruggeven (сначала мой договор отдать)’, riep Smidje
Smee (крикнул Кузнечишка Сме). Nog een slag (еще один удар), zo hard als
hij maar kon (так сильно, как он только мог). De smidse daverde (кузня
задрожала), niet van die slag (не от удара), maar van de kajietende duivels (а
от скулящих дьяволов).
‘Genade!! Genade!!!’ tierden wel duizend duivels.
‘Eerst mijn contract teruggeven’, riep Smidje Smee. Nog een slag, zo hard als
hij maar kon. De smidse daverde, niet van die slag, maar van de kajietende
duivels.
Het contract vloog het beurzeke uit (договор вылетел из кошелька). Smidje
Smee verbrandde het dadelijk in zijn vuur (Кузнечишка Сме сжег его сразу же
в огне). Hij deed het beurzeke open (он открыл кошелек) en de broeders van
de hel trokken gebroken en geblutst (и братья из ада поплелись, поломанные
и помятые) en bont en blauw (в синяках: «и пестрые, и синие»; bont —
пестрый, разноцветный) en in morzelen vaneen (порознь; morzel — кусок,
кусочек; vaneen = uit elkaar — друг от друга, врозь) terug naar hun krochten
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
3
(назад в свои норы). Smidje Smee was voorgoed verlost (Кузнечишка Сме
избавился /от них/ навсегда; verlossen — освобождать).
Het contract vloog het beurzeke uit. Smidje Smee verbrandde het dadelijk in zijn
vuur. Hij deed het beurzeke open en de broeders van de hel trokken gebroken en
geblutst en bont en blauw en in morzelen vaneen terug naar hun krochten.
Smidje Smee was voorgoed verlost.
Kort daarna (вскоре после этого) was Smidje Smee zijn laatste uur dan toch
geslagen (все же пробил последний час Кузнечишки Сме). Hij stierf in vrede
(он умер в мире), zonder zonde (без греха), gerust als een pasgeboren kind
(спокойный, как новорожденный). Hij klopte aan de hemelpoort (он постучал
в небесные ворота). Sint-Pieter deed open (святой Петр открыл).
‘Wat? Gij (что, ты)!? Gij zet hier geen voet binnen (ты не ступишь сюда ни
шагу)! Gij hebt de hemel niet willen kiezen (ты не хотел выбрать небеса), nee,
gij moest uw zotte wensen doen (нет, тебе нужно было загадывать свои
дурацкие желания)! Maak dat ge wegkomt (проваливай)!’
Kort daarna was Smidje Smee zijn laatste uur dan toch geslagen. Hij stierf in
vrede, zonder zonde, gerust als een pasgeboren kind. Hij klopte aan de
hemelpoort. Sint-Pieter deed open.
‘Wat? Gij!? Gij zet hier geen voet binnen! Gij hebt de hemel niet willen kiezen,
nee, gij moest uw zotte wensen doen! Maak dat ge wegkomt!’
Dat viel Smidje Smee nogal tegen (Кузнечишка Сме был довольно-таки
разочарован; tegenvallen — обмануть надежды; разочаровать). Maar ja, hij
had geen keuze (и что теперь, у него не было выбора), hij moest het dan maar
in de hel proberen (ему пришлось тогда попытаться в аду). Hij naar beneden
(он — вниз). Hij klopte aan de hellepoort (он постучал в ворота ада). De
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
4
portier was één van de duivels (привратник был одним из /тех/ дьяволов) die
zo onbarmhartig slaag hadden gekregen in dat beurzeke (которому так
безжалостно досталось в кошельке: «получил побои»; slaag — побои). Hoe
zou hij die schrikkelijke smid niet hebben herkend (как же ему того ужасного
кузнеца было не опознать).
Dat viel Smidje Smee nogal tegen. Maar ja, hij had geen keuze, hij moest het
dan maar in de hel proberen. Hij naar beneden. Hij klopte aan de hellepoort. De
portier was één van de duivels die zo onbarmhartig slaag hadden gekregen in dat
beurzeke. Hoe zou hij die schrikkelijke smid niet hebben herkend.
‘Broeders (братья)!’ riep hij met een dun stemmeke (прокричал он тоненьким
голоском). ‘De smid (кузнец)! Niet binnenlaten (не впускать)!!’
De sleutel viel op de grond (ключ упал на землю) en hij viel ernaast van zijn
sus (и он упал подле него в обморок /от своего же «цыц»/).
Smidje Smee stond daar maar te wachten en te wachten (а Кузнечишка Сме
стоял там и ждал, и ждал). Die poort bewoog niet (ворота не двигались).
‘Broeders!’ riep hij met een dun stemmeke. ‘De smid! Niet binnenlaten!!’
De sleutel viel op de grond en hij viel ernaast van zijn sus.
Smidje Smee stond daar maar te wachten en te wachten. Die poort bewoog niet.
Hij hoorde binnen alleen van dat scherp kermen en janken (он слышал внутри
только пронзительные стоны и визг).
‘Zeker de verdoemden (это уж точно проклятые)’, dacht hij (подумал он),
‘het moet me daarbinnen wat zijn (мне, должно быть, там внутри тоже
достанется: «мне должно там внутри что-то быть»).’
Maar hij was mis (но он ошибался). Het waren de duivels (это были дьяволы).
Ze kropen bijeen (они сползлись вместе) en tastten aan hun rug (и ощупывали
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
5
свои спины: «свою спину») en bokkepoten (и козлиные ноги) en bibberden
van de schrik (и дрожали от страха) voor dat monster van een smid bij de poort
(перед кузнецом-чудовищем /что был/ у ворот).
Hij hoorde binnen alleen van dat scherp kermen en janken.
‘Zeker de verdoemden’, dacht hij, ‘het moet me daarbinnen wat zijn.’
Maar hij was mis. Het waren de duivels. Ze kropen bijeen en tastten aan hun rug
en bokkepoten en bibberden van de schrik voor dat monster van een smid bij de
poort.
Op de lange duur (через некоторое время; duur — продолжительность)
kreeg Smidje Smee schoon genoeg van al dat wachten (Кузнечишке Сме ждать
порядком надоело: «получил уже достаточно от всего этого ожидания»).
Hij trok weer naar de hemel (он снова отправился на небеса).
‘Gij weer (опять ты)!’ Sint-Pieter vloog uit (вспылил святой Петр; uitvliegen
— вылетать). ‘Hier is geen plaats voor u (для вас здесь нет места), voor de
laatste keer (в последний раз)!’
‘Goed, voor de laatste keer (хорошо, в последний раз)’, zei Smidje Smee,
‘maar laat me nu toch één keer (но позвольте мне сейчас хоть разок), één
kleine keer maar (один разочек) zien hoe schoon de hemel is (посмотреть, как
небеса красивы). Efkes (немножко).’
Op de lange duur kreeg Smidje Smee schoon genoeg van al dat wachten. Hij
trok weer naar de hemel.
‘Gij weer!’ Sint-Pieter vloog uit. ‘Hier is geen plaats voor u, voor de laatste
keer!’
‘Goed, voor de laatste keer’, zei Smidje Smee, ‘maar laat me nu toch één keer,
één kleine keer maar zien hoe schoon de hemel is. Efkes.’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
6
Dat wilde Sint-Pieter wel toestaan (святой Петр хотел это
разрешить/допустить). Onmiddellijk stak Smidje Smee zijn arm door de kier
(Кузнечишка Сме просунул тотчас свою руку в проем). Sint-Pieter wilde de
poort toeduwen (святой Петр хотел прикрыть ворота).
‘Ai!Ai! Houd toch op (ай, постой)! Mijn arm steekt ertussen (моя рука еще
там; steken — торчать; оставаться; ertussen — между ними /створками
ворот/)!’ riep Smidje Smee (крикнул Кузнечишка Сме).
‘Trek uw arm weg (убери/вытащи свою руку)’, zei Sint-Pieter.
‘Maar ik kan niet zolang dat gij duwt (но я не могу, до тех пор, пока вы
давите).’
Sint-Pieter trok de poort een beetje meer open (святой Петр открыл ворота
немного больше). Nu stak Smidje Smee zijn hoofd erdoor (теперь
Кузнечишка Сме просунул туда свою голову).
‘Gaat ge uw kop terugtrekken (вы уберете свою голову назад), onbeschaamde
vlegel (невоспитанный грубиян)’, siste Sint-Pieter (прошипел святой Петр).
Dat wilde Sint-Pieter wel toestaan. Onmiddellijk stak Smidje Smee zijn arm
door de kier. Sint-Pieter wilde de poort toeduwen.
‘Ai!Ai! Houd toch op! Mijn arm steekt ertussen!’ riep Smidje Smee.
‘Trek uw arm weg’, zei Sint-Pieter.
‘Maar ik kan niet zolang dat gij duwt.’
Sint-Pieter trok de poort een beetje meer open. Nu stak Smidje Smee zijn hoofd
erdoor.
‘Gaat ge uw kop terugtrekken, onbeschaamde vlegel’, siste Sint-Pieter.
‘Maar ik kan niet (но я не могу)! Doe die deur wat verder open (открой дверь
пошире), seffens breekt ge nog mijn nek (сейчас ты еще сломаешь мне шею;
seffens /флам./ = direct = onmiddellijk — сейчас /же/)!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
7
Sint-Pieter moest de poort wel verder opentrekken (святому Петру пришлосьтаки открыть ворота пошире).
Smidje Smee aarzelde geen seconde (Кузнечишка Сме не медлил ни
секунды). Hij sprong de voorhof van de hemel in (он прыгнул в палисадник
небес), spreidde zijn schootsvel uit (расстелил свой фартук) en ging er
bovenop zitten (и уселся на него; bovenop = op de bovenzijde — сверху: «на
верхней стороне»).
‘Buiten (наружу)!’ riep Sint-Pieter. Hij zag zo rood als een tomaat (он
выглядел красным, как помидор) en hij trok aan Smidje Smee zijn schouder
(и он потянул Кузнечишку Сме за плечо).
‘Blijf van mijn lijf (не прикасайся: «останься от моего тела»)’, zei Smidje
Smee, ‘ik zit op het mijne (я сижу на моем).’ En hij wees op zijn schootsvel (и
он указал на фартук).
‘Maar ik kan niet! Doe die deur wat verder open, seffens breekt ge nog mijn
nek!’
Sint-Pieter moest de poort wel verder opentrekken.
Smidje Smee aarzelde geen seconde. Hij sprong de voorhof van de hemel in,
spreidde zijn schootsvel uit en ging er bovenop zitten.
‘Buiten!’ riep Sint-Pieter. Hij zag zo rood als een tomaat en hij trok aan Smidje
Smee zijn schouder.
‘Blijf van mijn lijf’, zei Smidje Smee, ‘ik zit op het mijne.’ En hij wees op zijn
schootsvel.
Razend liep Sint-Pieter naar Onze-Lieve-Heer (взбешенный, святой Петр
побежал к Господу). Die daalde van zijn troon af (тот сошел с трона). Hij
wilde die onbeschaamde vlegel toch wel een keer zien (он все же хотел
взглянуть разок на того невоспитанного грубияна). Wie dringt nu de hemel
binnen (кто ж так врывается на небеса), ge moet op uw kop gevallen zijn
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
8
(пожалуй, только помешанный: «должно быть, упавший на голову»). Maar
toen zag Onze-Lieve-Heer de smid zitten op zijn schootsvel (но потом Господь
увидел кузнеца, сидящего на своем фартуке) in die prachtige voorhof (в
прекрасном палисаднике); die smid, die had van zijn leven (кузнец, который
при жизни) Onze-Lieve-Heer zijn ezel nog beslagen (еще подковал осла
Господу) met een zilveren hoefijzer (серебряной подковой) en die had geen
geld gewild (и который не захотел денег).
‘Dag Smidje Smee (здравствуй, Кузнечишка Сме)’, zei Onze-Lieve-Heer,
‘welkom in de hemel (добро пожаловать на небеса).’ Hij lachte hem
vriendelijk toe (он приветливо ему улыбнулся). En tegen Sint-Pieter zei hij (а
святому Петру он сказал):
‘Laat hem met vrede (оставь его с миром), hij zit daar goed (он там хорошо
сидит).’
Razend liep Sint-Pieter naar Onze-Lieve-Heer. Die daalde van zijn troon af. Hij
wilde die onbeschaamde vlegel toch wel een keer zien. Wie dringt nu de hemel
binnen, ge moet op uw kop gevallen zijn. Maar toen zag Onze-Lieve-Heer de
smid zitten op zijn schootsvel in die prachtige voorhof; die smid, die had van
zijn leven Onze-Lieve-Heer zijn ezel nog beslagen met een zilveren hoefijzer en
die had geen geld gewild.
‘Dag Smidje Smee’, zei Onze-Lieve-Heer, ‘welkom in de hemel.’ Hij lachte
hem vriendelijk toe. En tegen Sint-Pieter zei hij:
‘Laat hem met vrede, hij zit daar goed.’
Van Bulte Wollekes en Lamme Speelman
(Про Горбатого Волекеса и Хромого Спелмана)
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
1
9
Er was eens een man die Bulte Wollekes heette (жил был человек, которого
звали Горбатый Волекес); hij had een dikke bult op zijn rug (у него на спине
был большой горб; dik — толстый). Hij kon viool spelen als geen andere (он
умел играть на скрипке, как никто другой). Alle avonden deed hij op de
buiten de herbergen (каждый вечер он обходил деревенские постоялые
дворы; op de buiten /флам./ — загородная местность) waar iets te beleven
was (где было, что праздновать; beleven — переживать, испытывать) en
hij keerde altijd weer naar huis (и он всегда возвращался домой) met een
dikke beurs geld (с кошельком, полным денег).
Er was eens een man die Bulte Wollekes heette; hij had een dikke bult op zijn
rug. Hij kon viool spelen als geen andere. Alle avonden deed hij op de buiten de
herbergen waar iets te beleven was en hij keerde altijd weer naar huis met een
dikke beurs geld.
Zo gebeurde het een keer (случилось как-то раз) dat Wollekes, ’s nachts zo
rond twaalf uren (что Волекес где-то около полуночи: «около двенадцати
часов»), naar huis kwam (шел домой), geladen met centen in zijn zak (с
карманами, набитыми деньгами; geladen — нагруженный; cent — гол.
монета 0,01) en jenever in zijn maag (и животом, загруженным
можжевеловой водкой). Hij moest over een driesprong gaan (ему нужно было
проходить через развилку) en toen hij er niet ver meer vanaf was (и когда он
был уже недалеко от нее) hoorde hij zingen (он услышал пение):
‘Maandag, dinsdag, woensdag (понедельник, вторник, среда)!’
‘Wat kon dat toch zijn (что же это могло быть)?’ vroeg hij zich af (подумал
он: «спросил он про себя»; afvragen — спрашивать; выспрашивать).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
0
Zo gebeurde het een keer dat Wollekes, ’s nachts zo rond twaalf uren, naar huis
kwam, geladen met centen in zijn zak en jenever in zijn maag. Hij moest over
een driesprong gaan en toen hij er niet ver meer vanaf was hoorde hij zingen:
‘Maandag, dinsdag, woensdag!’
‘Wat kon dat toch zijn?’ vroeg hij zich af.
Op de driesprong was er veel leute (на развилке забавлялись: «было много
забавы»; leut — шутка; забава) en hij hoorde vrouwenstemmen (и было
слышно: «он слышал» женские голоса). Het waren toveressen (это были
колдуньи) die daar altijd rond middernacht bijeen kwamen (которые там
собирались всегда около полуночи; bijeen — друг подле друга, вместе) en
zongen (и /там/ пели) en plezier maakten (и развлекались; plezier —
удовольствие, развлечение). Wollekes zei bij zichzelf (Волекес сказал про
себя):
‘Ik zou misschien eens met dat gezang kunnen meespelen (может, я бы смог
вместе с этой песней сыграть) op mijn viool (на моей скрипке).’
Zie, zo gezegd, zo gedaan (смотри, сказано — сделано).
Wollekes speelde terwijl ze zongen (Волекес подыгрывал в то время, как они
пели):
‘Maandag, dinsdag, woensdag!’
Op de driesprong was er veel leute en hij hoorde vrouwenstemmen. Het waren
toveressen die daar altijd rond middernacht bijeen kwamen en zongen en plezier
maakten. Wollekes zei bij zichzelf:
‘Ik zou misschien eens met dat gezang kunnen meespelen op mijn viool.’
Zie, zo gezegd, zo gedaan.
Wollekes speelde terwijl ze zongen:
‘Maandag, dinsdag, woensdag!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
1
Van de slag (вдруг; slag — удар) viel alles stil op de driesprong (на развилке
все затихло) en Wollekes hoorde iemand op hem afkomen (и Волекес
услышал, что к нему кто-то приближается/направляется), iemand met grote
houten blokken aan (кто-то в больших деревянных башмаках). Al met een
keer (и в раз) stond daar een stokoude toveres voor zijn neus (перед его носом
стояла очень старая колдунья; stok — палка; oud — старый). Haar kleren
waren nijg ouderwets (ее одежда была очень старомодной; nijg = heel =
очень /флам./): haar witte muts met ijzeren krullen (ее белый чепец с
железными завитушками), haar brede rok (ее широкая юбка), haar jak (ее
кофта), haar zwarte kousen (ее черные чулки). Maar ze zag er niet kwaad uit
(но она выглядела не злой) en ze vroeg (и она спросила):
Van de slag viel alles stil op de driesprong en Wollekes hoorde iemand op hem
afkomen, iemand met grote houten blokken aan. Al met een keer stond daar een
stokoude toveres voor zijn neus. Haar kleren waren nijg ouderwets: haar witte
muts met ijzeren krullen, haar brede rok, haar jak, haar zwarte kousen. Maar ze
zag er niet kwaad uit en ze vroeg:
‘Waarom hebt gij meegespeeld met ons (почему ты нам подыгрывал: «играл
вместе с нами»)?’
‘Ha’, zei Wollekes, ‘ik hoorde u zo schoon zingen daarginder (я услышал, как
вы там так красиво пели) en ik kon het niet laten van me te spelen (и я не мог
удержаться, чтобы не сыграть).’
‘Dat is wel (это хорошо)’, zei de toveres (сказала колдунья), ‘dat is heel wel
(очень хорошо). Ga nu mee met mij (идем теперь со мной), ge moet in ons
gezelschap spelen (ты должен играть в нашей компании).’
Wollekes had grote schrik (Волекес очень боялся: «имел большой страх»),
maar hij voelde in zijn benen (но он чувствовал в ногах) dat hij niet meer
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
2
achteruit kon (что он не смог бы назад). Hij moest mee met de toveres (ему
пришлось пойти с колдуньей).
‘Waarom hebt gij meegespeeld met ons?’
‘Ha’, zei Wollekes, ‘ik hoorde u zo schoon zingen daarginder en ik kon het niet
laten van me te spelen.’
‘Dat is wel’, zei de toveres, ‘dat is heel wel. Ga nu mee met mij, ge moet in ons
gezelschap spelen.’
Wollekes had grote schrik, maar hij voelde in zijn benen dat hij niet meer
achteruit kon. Hij moest mee met de toveres.
Op de driesprong zag hij wel twintig heksen (на развилке он увидел, пожалуй,
двадцать колдуний). Die zaten te klappen (они сидели и болтали: «сидели
/чтобы/ болтать») en te lachen (и смеялись) en leute te maken (и шутили:
«шутки делали»). Rondom stonden elzenhutten te branden (вокруг стояли и
горели шалаши из ольхового дерева; els — ольха). Alles was verlicht met een
rode schemer (все было освещено красной красными сумерками/вечерней
зарей) en de wind loeide in de bomen (и ветер завывал в деревьях).
Op de driesprong zag hij wel twintig heksen. Die zaten te klappen en te lachen
en leute te maken. Rondom stonden elzenhutten te branden. Alles was verlicht
met een rode schemer en de wind loeide in de bomen.
‘Breng hem eens hier (приведи-ка его сюда), in het midden (в середину)’, riep
de jongste toveres (крикнула самая молодая колдунья) en Wollekes moest in
het midden van de kring gaan staan (и Волекесу пришлось пойти встать в
середине круга) en ze zeiden (и они сказали):
‘Spelen (играть)!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
3
Hij begon zijn snaren te strijken (он заиграл на струнах; strijken — гладить;
играть /на скрипке/).
Oei, die heksen sprongen als kleine kinderen in het rond (ого, колдуньи
запрыгали, как малые дети, по кругу), die lachten en joelden (смеясь и галдя;
joelen = rumoeren — шуметь, галдеть). En de viool maar spelen op de voois
van (а скрипка наигрывать под напев):
‘Maandag, dinsdag, woensdag!’, zonder eind (без конца), dat het galmde in de
lucht (да так, что это отдавалось эхом/отзывалось в воздухе; galmen —
отражаться; отзываться).
‘Breng hem eens hier, in het midden’, riep de jongste toveres en Wollekes moest
in het midden van de kring gaan staan en ze zeiden:
‘Spelen!’
Hij begon zijn snaren te strijken.
Oei, die heksen sprongen als kleine kinderen in het rond, die lachten en joelden.
En de viool maar spelen op de voois van:
‘Maandag, dinsdag, woensdag!’, zonder eind, dat het galmde in de lucht.
Wollekes was wreed benauwd (Волекес был ужасно напуган) en hij dacht niet
(и он не думал) dat hij er nog levend uit zou geraken (что выберется еще
живым отсюда). Maar toen de toveressen het dansen en zingen moe waren (но
когда колдуньи устали от танцев и песен), vroeg de oudste heks aan de
speelman (самая старая колдунья спросила у скрипача/игрока):
‘Wat is nu onze schuld, man (чем мы тебе обязаны, человек/парень: «каков
теперь наш долг»), nu dat ge ons zoveel leute gegeven hebt (теперь, когда ты
нас так здорово повеселил)?’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
4
Wollekes was wreed benauwd en hij dacht niet dat hij er nog levend uit zou
geraken. Maar toen de toveressen het dansen en zingen moe waren, vroeg de
oudste heks aan de speelman:
‘Wat is nu onze schuld, man, nu dat ge ons zoveel leute gegeven hebt?’
En voor dat Wollekes de tijd had om te antwoorden (и до того, как Волекес
успел ответить), zei de jongste heks (самая меньшая/юная колдунья
сказала):
‘Ziet eens (посмотрите-ка) wat een lelijke hoogte hij op zijn rug draagt (что за
мерзкий холм он носит на спине), het is een echte bultkarkas (это настоящий
горб). Die moet daar van af (ему нужно от него избавиться: «он должен
оттуда прочь = быть удален»; af — с /снятие чего-л.; удаление/).’
En voor dat Wollekes de tijd had om te antwoorden, zei de jongste heks:
‘Ziet eens wat een lelijke hoogte hij op zijn rug draagt, het is een echte
bultkarkas. Die moet daar van af.’
‘Weg met de bultkarkas (долой горб: «прочь с горбом»)!’ riepen de toveressen
in koor (кричали колдуньи хором). De oudste heks zette nu tien stappen
achteruit (теперь самая старая колдунья отошла на десять шагов), sprong
met geweld op Wollekes toe (буйно/неистово запрыгнула на Волекеса;
geweld — насилие; неистовство), pakte de bult vast (ухватилась за горб) en
trok en schudde de speelman (и таскала, и трясла скрипача) van links naar
rechts (из стороны в сторону: «слева на право») en van boven naar onder (и
сверху вниз), dat zijn bult in één keer losliet (что его горб враз отцепился;
loslaten — отпускать).
‘Weg met de bultkarkas!’ riepen de toveressen in koor. De oudste heks zette nu
tien stappen achteruit, sprong met geweld op Wollekes toe, pakte de bult vast en
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
5
trok en schudde de speelman van links naar rechts en van boven naar onder, dat
zijn bult in één keer losliet.
Het zweet stond op haar verrimpeld gezicht (пот выступил на ее
морщинистом лице), ze sprong met de bult een eikeboom in (она заскочила с
горбом на дуб) en stak hem erop (и прицепила его на нем). Het is tussen
haakskes (между прочим: «между скобочек») sedertdien (/это/ с того
времени) dat bomen bulten en knobbels gekregen hebben (на деревьях
появились горбы и наросты: «деревья получили…»). Daar stond Bulte
Wollekes nu zonder bult (вот и стоял теперь Горбатый Волекес без горба),
fris en gezond (живой и здоровый), zo recht als een bezemsteel (такой
прямой, как черенок/рукоять от метлы; bezem — метла; steel — ручка,
рукоятка; стебель).
Het zweet stond op haar verrimpeld gezicht,ze sprong met de bult een eikeboom
in en stak hem erop. Het is tussen haakskes sedertdien dat bomen bulten en
knobbels gekregen hebben. Daar stond Bulte Wollekes nu zonder bult, fris en
gezond, zo recht als een bezemsteel.
De heksen brachten hem weg van de driesprong (колдуньи проводили его от
развилки; wegbrengen — отводить; провожать), de vuren in de elzenhutten
doofden (огни в ольховых шалашах угасли) en de toveressen waren weg (и
колдуньи исчезли). Het koude zweet drupte van Wollekes zijn gezicht
(холодный пот капал с лица Волекеса) en hij spoedde zich naar huis (и он
поспешил домой).
De heksen brachten hem weg van de driesprong, de vuren in de elzenhutten
doofden en de toveressen waren weg. Het koude zweet drupte van Wollekes zijn
gezicht en hij spoedde zich naar huis.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
6
‘Wat zal mijn vrouw nu zeggen (что теперь скажет моя жена)?’ dacht hij
(думал он), ‘dat ik eindelijk verlost ben van mijn lelijke bult (что я наконец-то
освободился от моего отвратительного горба). Zou ze me nog herkennen
(признает ли она меня еще)?’ Hij klopte op zijn deur (он постучал в дверь)
en zijn vrouw kwam opendoen (и его жена пришла открыть) met een
kaarsepanneke in haar hand (с подсвечником в руке; kaarsepanneke = blaker
— подсвечник /уст./).
‘Nee, meneer, ik ken u niet (нет господин, я вас не знаю)’, zei ze (сказала
она).
‘Maar ik ben Wollekes (так это я, Волекес)!’ riep hij (воскликнул он).
‘Wat zal mijn vrouw nu zeggen?’ dacht hij, ‘dat ik eindelijk verlost ben van
mijn lelijke bult. Zou ze me nog herkennen?’ Hij klopte op zijn deur en zijn
vrouw kwam opendoen met een kaarsepanneke in haar hand.
‘Nee, meneer, ik ken u niet’, zei ze.
‘Maar ik ben Wollekes!’ riep hij.
‘Lacht met een ander zijn miserie (не смейся над моей бедой: «смейся над
бедой кого-либо другого; miserie = ellende — нищета; беда), zei ze kwaad
(сказала она сердито) en wilde de deur toesmijten (и хотела захлопнуть
дверь).
‘Bezie mij eens goed (рассмотри меня внимательно)’, zei Wollekes.
Ze bezag hem wel tien keren (она осмотрела его, пожалуй, раз десять) eer ze
hem in huis liet komen (прежде, чем она впустила его в дом). Wollekes
vertelde alles (Волекес рассказал обо всем) wat hij had meegemaakt (что он
пережил). De vrouw zette het beste eten en drinken op tafel (жена накрыла:
«поставила» лучшую еду и питье на стол) dat ze in huis had (что были у нее
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
7
в доме) en ze vierden feest (и они праздновали праздник) tot ’s morgens in de
klaarte (до утренней зари: «до утреннего светла»).
‘Lacht met een ander zijn miserie’, zei ze kwaad en wilde de deur toesmijten.
‘Bezie mij eens goed’, zei Wollekes.
Ze bezag hem wel tien keren eer ze hem in huis liet komen. Wollekes vertelde
alles wat hij had meegemaakt. De vrouw zette het beste eten en drinken op tafel
dat ze in huis had en ze vierden feest tot ’s morgens in de klaarte.
Er was daar nog een andere muzikant in de geburen (там был еще один
музыкант по соседству), die ook een zware bult op zijn rug droeg (который
тоже носил тяжелый горб на спине). Lamme heette die (его звали Хромым),
Lamme Speelman (Хромой Спелман; speelman — музыкант). Toen hij
Wollekes hoorde vertellen (когда он услыхал, как Волекес рассказывал) hoe
hij van zijn pakske verlost was (как тот от своего вьючка освободился; pakske
= pak — пакет; вьюк), wilde hij ook niks liever (ему тоже захотелось ничего
другого/лучшего) dan zijn last kwijtraken (чем освободиться от своей ноши),
hoe zoudt ge zelf zijn (как и любой другой: «как бы и ты сам был»).
‘Wacht (погоди)’, zei Wollekes, ‘ik zal u dat vooizeke leren spelen (я научу
тебя наигрывать тот мотивчик).’
‘Maandag, dinsdag, woensdag!’
En Lamme speelde het na (и Хромой повторял играть за ним).
Er was daar nog een andere muzikant in de geburen, die ook een zware bult op
zijn rug droeg. Lamme heette die, Lamme Speelman. Toen hij Wollekes hoorde
vertellen hoe hij van zijn pakske verlost was, wilde hij ook niks liever dan zijn
last kwijtraken, hoe zoudt ge zelf zijn.
‘Wacht’, zei Wollekes, ‘ik zal u dat vooizeke leren spelen.’
‘Maandag, dinsdag, woensdag!’
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
8
En Lamme speelde het na.
De volgende donderdag (в следующий четверг) trok Lamme Speelman in het
late naar de driesprong (Хромой Спелман отправился поздней ночью на
развилку) waar al die wondere dingen voorgevallen waren (где все те чудеса
произошли; ding — вещь, предмет). Rond de twaalven ’s nachts (около
полуночи: «двенадцати часов ночи») hoorde hij van ver (он услыхал издали)
zingen en lachen en leute maken (пение, смех и веселье). Hij pakte zijn viool
(он взял свою скрипку) en begon te spelen (и заиграл):
‘Maandag, dinsdag, woensdag!’
Maar hij lette niet goed op (но он слушал невнимательно); de toveressen
zongen nu een heel andere voois (колдуньи напевали теперь совсем другой
мотив) en die ging zo (и он был таким):
‘Donderdag, vrijdag, zaterdag (четверг, пятница, суббота)!’
De volgende donderdag trok Lamme Speelman in het late naar de driesprong
waar al die wondere dingen voorgevallen waren. Rond de twaalven ’s nachts
hoorde hij van ver zingen en lachen en leute maken. Hij pakte zijn viool en
begon te spelen:
‘Maandag, dinsdag, woensdag!’
Maar hij lette niet goed op; de toveressen zongen nu een heel andere voois en
die ging zo:
‘Donderdag, vrijdag, zaterdag!’
En hij daar maar tegenin spelen (а он между тем /продолжал/ наигрывать
невпопад), maandag, dinsdag, woensdag (понедельник, вторник, среда), in
plaats van eerst een keer goed te luisteren (вместо того, чтобы сначала разок
хорошо послушать) hoe dat nieuw vooizeke klonk (как тот новый мотивчик
звучал). Alles viel doodstil op de driesprong (на развилке все замерло:
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
2
9
«наступила мертвая тишина»). En juist gelijk Wollekes het hem gezegd had (и
точно /так/ как ему Волекес сказал), kwam er een oude toveres op hem
toegelopen (к нему прибежала старая колдунья). Lelijk dat die keek (а как
скверно она смотрела) en kwaad dat die was (а какая злая она была)! Ze neep
haar vuisten toe (она сжала кулаки) en het weerlichtte in haar ogen (и ее глаза
сверкали: «в ее глазах сверкало»; weerlichten — сверкать).
En hij daar maar tegenin spelen, maandag, dinsdag, woensdag, in plaats van
eerst een keer goed te luisteren hoe dat nieuw vooizeke klonk. Alles viel
doodstil op de driesprong. En juist gelijk Wollekes het hem gezegd had, kwam
er een oude toveres op hem toegelopen. Lelijk dat die keek en kwaad dat die
was! Ze neep haar vuisten toe en het weerlichtte in haar ogen.
‘En wat denkt ge dat ge hier staat te spelen (и что же ты здесь наигрываешь:
«и что ты думаешь, что ты тут стоишь и наигрываешь»)?’ vroeg ze.
‘Ik hoorde u zo schoon zingen (я слышал, как вы так красиво пели) en ik kon
het niet laten van mee te spelen (и я не мог удержаться, чтобы не заиграть)’,
antwoordde Lamme Speelman (ответил Хромой Спелман), juist gelijk
Wollekes (так же, как и Волекес).
‘Ge houdt ons voor de zot (ты принимаешь нас за дурочек; zot — глупый;
дурак)! Ge speelt de hele tijd tegen onze voois in (ты наигрываешь все это
время не в такт нашей мелодии: «против нашей мелодии»)!’ riep ze
(крикнула она). ‘En nu moet ge mee met mij (а теперь тебе придется пойти
со мной) of ik kraak hier uw nek (или я /прямо/ здесь сломаю вашу шею)!’
‘En wat denkt ge dat ge hier staat te spelen?’ vroeg ze.
‘Ik hoorde u zo schoon zingen en ik kon het niet laten van mee te spelen’,
antwoordde Lamme Speelman, juist gelijk Wollekes.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
3
0
‘Ge houdt ons voor de zot! Ge speelt de hele tijd tegen onze voois in!’ riep ze.
‘En nu moet ge mee met mij of ik kraak hier uw nek!’
Meer dood dan levend (ни живой, ни мертвый: «более мертвый, чем живой»)
volgde Lamme Speelman de toveres (Хромой Спелман последовал за
колдуньей) en toen hij in de kring kwam (и когда он ступил в круг) stonden
veertig ogen op hem gericht (на него были направлены сорок глаз),
vlammend (огненных) en kwaad (и злых). Ze hielden beraad (они держали
совет). Zo had nog niemand met hen de spot gedreven (так еще никто над
ними не надсмехался; spot — насмешка; drijven — гнать; приводить в
движение), zo lomp hadden ze nog nooit iemand gezien (они еще никогда не
видали кого-либо, кто был столь невоспитан). Hoe zouden ze hem straffen
(как бы им его наказать)? Maandag, dinsdag, woensdag spelen (играть
понедельник, вторник, среда) als het donderdag was (когда был четверг)!
Meer dood dan levend volgde Lamme Speelman de toveres en toen hij in de
kring kwam stonden veertig ogen op hem gericht, vlammend en kwaad. Ze
hielden beraad. Zo had nog niemand met hen de spot gedreven, zo lomp hadden
ze nog nooit iemand gezien. Hoe zouden ze hem straffen? Maandag, dinsdag,
woensdag spelen als het donderdag was!
‘Hij draagt daar een hoogte op zijn rug (у него там холм на спине)’, zei de
oudste toveres (сказала самая старая колдунья), ‘ik kan gelijk niet verdragen
(я не могу оставаться безразличной /к тому/; verdragen — переносить;
терпеть, выносить) dat hij er geen aan de kant van zijn hart draagt (что у
него на груди нет такого же: «что он на стороне сердца такого не носит»).’
Dat vonden de andere heksen nu eens een wijs gedacht (другие колдуньи
нашли мысль разумной: «нашли мудрой мыслью = что это мудрая
мысль»). Zonder tijd te verliezen (не теряя времени) sprong de oudste heks
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
3
1
met geweld in de eikeboom (самая старая колдунья лихо запрыгнула:
«прыгнула с силой/неистовством» на дуб), scheurde Wolleke zijn bult weer
los (сорвала горб Волекеса) en plakte hem met een droge slag (и прилепила
его шлепком; droge slag — сухой удар) op Lamme zijn borst (на грудь
Хромого).
‘Dat is uw verdiende loon (вот это ты заслужил: «ваше/твое заслуженное
вознаграждение»)’, zeiden de heksen in koor (сказали ведьмы хором), ‘en dat
we u hier nooit van zijn leven weer zien (и чтобы мы тебя здесь больше
никогда в жизни не видели)!’
‘Hij draagt daar een hoogte op zijn rug’, zei de oudste toveres, ‘ik kan gelijk niet
verdragen dat hij er geen aan de kant van zijn hart draagt.’
Dat vonden de andere heksen nu eens een wijs gedacht. Zonder tijd te verliezen
sprong de oudste heks met geweld in de eikeboom, scheurde Wolleke zijn bult
weer los en plakte hem met een droge slag op Lamme zijn borst.
‘Dat is uw verdiende loon’, zeiden de heksen in koor, ‘en dat we u hier nooit van
zijn leven weer zien!’
De vuren werden gedoofd (огни затушили: «они были потушены»), de
heksenring werd gebroken (ведьмово кольцо разорвано). Alles was weg (все
исчезло). Bevend en wenend (дрожа и плача) sukkelde Lamme Speelman naar
huis (Хромой Смелман плелся домой), een bult op zijn borst en een bult op
zijn rug (горб на груди и горб на спине). De eerste dagen durfde hij niet
buitenkomen (первые дни он не осмеливался выходить на улицу), zo
beschaamd was hij (так он был пристыжен). Maar dat kon niet blijven duren
(но так не могло продолжаться), hij moest viool spelen (ему нужно было
играть на скрипке) om geld te verdienen (чтобы зарабатывать деньги).
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
3
2
De vuren werden gedoofd, de heksenring werd gebroken. Alles was weg.
Bevend en wenend sukkelde Lamme Speelman naar huis, een bult op zijn borst
en een bult op zijn rug. De eerste dagen durfde hij niet buitenkomen, zo
beschaamd was hij. Maar dat kon niet blijven duren, hij moest viool spelen om
geld te verdienen.
De eerste die hij tegenkwam (первым, кого он встретил), het moest weer eens
lukken (как на удачу = словно нарочно; lukken — удаваться), was Wollekes
(был Волекес).
‘Gij dwaze kneukel (ты, простофиля; kneukel — сустав; dwaas — глупец;
дурак)’, zei die (сказал тот), ‘gij en gij alleen hebt daar schuld aan (ты и
только ты во всем виноват: «имеешь вину в этом»). Ge hebt verkeerd
gespeeld (ты неправильно играл; verkeerd — неправильный, неверный), iets
ergers kan een muzikant toch niet doen (ведь ничего худшего, чем это,
музыкант сделать не может)! Ge hebt het kwalijk gedaan (ты сделал это
скверно/нескладно). En wie kwalijk doet, moet kwalijk varen (а /если/ кто
что-либо нескладно делает, тот так и получает; varen — плавать; ехать;
поживать; kwalijk — плохой; несовершенный)’.
De eerste die hij tegenkwam, het moest weer eens lukken, was Wollekes.
‘Gij dwaze kneukel’, zei die, ‘gij en gij alleen hebt daar schuld aan. Ge hebt
verkeerd gespeeld, iets ergers kan een muzikant toch niet doen! Ge hebt het
kwalijk gedaan. En wie kwalijk doet, moet kwalijk varen’.
Мультиязыковой проект Ильи Франка www.franklang.ru
2
3
3
Download